Ruttes regelzucht
CDA en PvdA vinden het overdreven dat Rutte wil voorschrijven dat studenten een jaar langer over hun bachelor en een jaar langer over hun master mogen doen. De bepaling dat ze maximaal twee jaar mogen uitlopen voordat ze een hoog collegegeld gaan betalen, vinden de twee fracties mooi genoeg.
Als Rutte vasthoudt aan aparte uitlooprechten komen studenten sneller in de problemen. Zeker als meer universiteiten voor een 'harde knip' kiezen: studenten mogen dan pas aan een master beginnen als ze helemaal klaar zijn met hun bachelor. Hierdoor wordt de kans op vertraging groter.
Toen Rutte zijn plannen smeedde, was een 'zachte knip' gangbaar: studenten mogen dan hun laatste 15 bachelorpunten in de masterfase halen. Maar nu een aantal universiteiten aangeeft dat een 'harde knip' beter aansluit bij de doelstelling van het bama-stelsel - bewuster studiekeuzegedrag, meer studentenmobiliteit - is dat een extra argument om de treuzeltijd te flexibiliseren.
Meer debat zal ook nodig zijn over de bekostiging van schakelklassen voor studenten die een niet-aansluitende masteropleiding willen volgen. Rutte vindt dat de schakelprogramma's niet in het reguliere onderwijsaanbod horen. Daar mag dus een marktconform collegegeld voor worden gevraagd. Maar CDA en PvdA vinden het voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs belangrijk dat ook schakelstudenten hun leer- en uitlooprechten mogen inzetten.
Over de hoogte van het instellingscollegegeld is het laatste woord evenmin gesproken. Voor de eerste drie jaar geldt een maximum van zo'n 4500 euro per jaar, maar de universiteiten willen vrijheid. De TU Eindhoven denkt aan 8000 en de Universiteit van Amsterdam aan 15.000 euro. Dat baart de Tweede Kamer zorgen. Rutte liet gisteren per brief weten dat hij er van uitgaat dat instellingen de hoogte van dit collegegeld goed kunnen motiveren. Nemen instellingen hun 'maatschappelijke verantwoordelijkheid' niet, dan 'treedt' Rutte met hen 'in overleg'.
Ook snelle en briljante studenten lijken slechter uit te zijn. Wie leerrechten overhoudt, mag die van de PvdA oppotten voor een extra studie. Ook het CDA denkt in die richting. Maar Rutte speelt de bekostiging van tweede en derde studies liever via 'profileringsfondsen'. In dat plan kunnen instellingen samen met medezeggenschapsraden beslissen hoe een extra budget voor briljante, bijzondere of bestuurlijk actieve studenten wordt aangewend.
De leerrechten komen er; de vraag is vanaf wanneer. Geeft Rutte het parlement voldoende garanties om in elk geval het leerrechtendeel in september 2007 in te voeren, of moet hij wachten tot de hele nieuwe wet op het hoger onderwijs is aangenomen? Dat laatste ligt het meest voor de hand. Al was het maar omdat nog steeds niet duidelijk is hoe de leerrechten nu precies geadministreerd gaan worden.