Afrekenen op prestaties stelt eisen aan leidinggevenden
Op 1 maart gaat het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden, zoals het IVLOS voluit heet, in een nieuwe afgeslankte vorm verder. Deze week gaf de Instituutsraad groen licht na een half jaar durend reorganisatieproces, dat heeft geleid tot een krimp van zestien volledige arbeidsplaatsen. Omdat al zestien van de 23 niet herplaatste medewerkers elders werk hebben gevonden, ziet ook de financiële toekomst van het instituut er weer enigszins rooskleurig uit. Naar verwachting zal het jaar 2006 zonder tegenvallers met een positief saldo van ruim vier ton worden afgesloten.
Voorwaarde is wel dat de zittende medewerkers nog voor bijna een miljoen aan opdrachten binnenhalen, want 'declarabiliteit' is binnen het instituut de nieuwe norm. Daarmee nauw samen hangt een van de meer curieuze gevolgen van de reorganisatie en wel het feit dat drie medewerkers boventallig zijn geworden. Die vreemde positie (geen werk, maar ook geen ontslag) hebben zij te danken aan het feit dat de instituutsleiding te weinig vertrouwen heeft in hun vermogen om opdrachten binnen te halen om hen in de nieuwe organisatie in te passen, terwijl zij volgens het principe 'last in first out' niet in aanmerking komen voor ontslag.
Je kunt je afvragen hoe reëel het is dat, veelal oudere medewerkers worden afgerekend op een eigenschap die bij hun aanstelling nog een zeer ondergeschikte rol speelde. Maar omdat het alternatief - jonge medewerkers ontslaan puur en alleen op basis van hun aanstellingsdatum - zeker zo onrechtvaardig is, heeft de instituutsraad schoorvoetend met de gang van zaken ingestemd.
De UU koerst af op een toekomst waarin het afrekenen op prestaties meer en meer de norm wordt. Daar is niets mis mee, mits de organisatie medewerkers dan ook alle kansen biedt om zich aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. Helaas schort het daar nog regelmatig aan, zoals oud-Uraadslid André Manders elders in dit nummer constateert (zie rubriek De Mening, pag. 6). Hoog tijd dus voor leidinggevenden om ook voor die kant van het personeelsbeleid de volle verantwoordelijkheid te nemen.
EH