Nieuws

Kennisbeurzen niet alleen naar buitenlands toptalent

Dat beloofde staatssecretaris Rutte de Tweede Kamer gisteren [22 juni] in een debat over de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs. Met name CDA en SP hamerden op het belang van de ‘duurzame ontwikkelingshulp’ die van internationale studiebeurzen uitgaat.

De zorg van de Tweede Kamer spitst zich toe op de kennisbeurzen voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EU plus Lichtenstein, Zwitserland, Noorwegen, IJsland). Daarvoor heeft Rutte twintig miljoen euro beschikbaar, waar de Nederlandse universiteiten en hogescholen zelf studenten mee mogen werven. “Ik krijg de indruk dat het allemaal erg gericht is op het binnenhalen van absoluut toptalent”, aldus CDA-kamerlid Cisca Joldersma.

Rutte wijst er echter op dat hij wel degelijk eisen stelt aan de instellingen. “Die mogen in grote mate zelf bepalen hoe ze die studenten selecteren, maar ik ga achteraf wel kijken of ze ook geïnvesteerd hebben in studenten die voor hun eigen land belangrijk zijn. Dat is overigens niet alleen voor ontwikkelingslanden waardevol, maar ook voor onze internationale positie.”

Om Nederland voor buitenlandse studenten aantrekkelijk te maken, wordt het hoger onderwijs uitgerust met een beperkt aantal centres of excellence. Daarvoor is slechts vijf miljoen euro beschikbaar. “Ik denk vooral aan opleidingen die al erg goed zijn en die met een paar kleine aanpassingen nog beter worden”, verduidelijkte Rutte.

Daarnaast wordt het Nederlandse hoger onderwijs als merk neergezet: een soort paraplu waaronder de instellingen zich presenteren. “Vergelijk het maar met ijsjes”, legt Rutte na het debat uit. “Je hebt het ijsjesmerk Ola en dat verkoopt magnums en raketten. Wij gaan Nederland neerzetten als onderwijsmerk en daaronder hangen we dan Fontys, de Universiteit Utrecht en de Erasmus Universiteit.”

HOP, Thijs den Otter

CDA bezorgd over eenjarige masteropleidingen

Als overal in Europa masterprogramma’s worden aangeboden van anderhalf tot twee jaar, steekt Nederland daar met zijn eenjarige masters wat magertjes bij af, aldus Cisca Joldersma (CDA) woensdag 22 juni tijdens een debat over internationalisering.

Staatssecretaris Rutte wil best nog eens naar de duur van de masters kijken, maar alvorens overal tweejarige masteropleidingen eventueel toe te staan, wil hij inzicht in de studiebelasting krijgen. We moeten eerst zeker weten of de studielast wel zwaar genoeg is, aldus de bewindsman.

De financiele consequenties van een eventuele cursusduurverlenging zouden aanzienlijk zijn: er zouden alleen al duizenden studenten in aanmerking komen voor een extra jaar bekostiging en studiefinanciering.

Eerder deze week lieten de Nederlandse psychologieopleidingen nog weten dat hun internationale erkenning in gevaar komt als de masteropleidingen tot een jaar beperkt blijven.

HOP

'Selectie beter dan loting'

Zichtbaar ontspannen komt Arjan de Haan (18) uit zijn kennismakingsgesprek. "Ik was van te voren wel een beetje gestresst, maar het ging goed." Arjan is een typische gemiddelde kandidaat: hij haalde behoorlijk hoge cijfers op het vwo, is actief in commissies en buitenschoolse activiteiten en zoekt uitdaging. "Ik wil graag naar het ULC omdat studenten er samen met de docenten dieper op de stof ingaan. Ook denk ik dat het op de arbeidsmarkt helpt, zo'n College-certificaat. Het nadeel van een selectie is de onzekerheid of je wordt aangenomen. Als ik word afgewezen wil ik naar de internationale rechtenopleiding in Maastricht. Maar het is beter dan een loting. Daar gaat het alleen om geluk en hoge cijfers en dat zegt ook niet alles."

Peter Rijpkema, docent en begeleider van ULC, is bij de kennismakingsgesprekken aanwezig: "Behalve naar de cijferlijst en de motivatie om hier te komen studeren, kijken we of iemand een teamworker is. Daarnaast spelen activiteiten naast school een rol." Hij heeft al veel geschikte kandidaten voorbij zien komen: "Ik vind het nu al jammer dat we er maar 75 kunnen toelaten. Het grote aantal aanmeldingen (200) van hoge kwaliteit bewijst nu al het bestaansrecht van het College."

In september gaat het ULC van start. Het is opgericht om een einde te maken aan de anonimiteit van de rechtenopleiding. Het college gaat werken met vaste docententeams per groep van 75 studenten. Rijpkema is razend enthousiast: "Als alles goed gaat hebben we snel meer van deze groepen. Het wordt spannend universitair onderwijs met een hoop diepgang. Voor veel studenten is het haast een soort bevrijding: eindelijk zijn ze geen nerd meer als ze hogere cijfers halen en ambitieus zijn."

Nieuwe culturele impulsen met nieuw kunsthoofd

De bestuurlijke reorganisatie is ook niet aan de universitaire culturele centra voorbij gegaan. Parnassos in de binnenstad en De Uitwijk in de Uithof, vallen nu allebei onder Studenten Service (StS) en hebben sinds 1 mei Marieke van Merriënboer als overkoepelend hoofd gekregen. Parnassos had al een tijdje een ad-interim directeur en het huidige hoofd van De Uitwijk zal dit jaar vervroegd uittreden. Van Merriënboers belangrijkste taak is om één groot cultureel centrum te creëren. Het plan is om de twee centra meer te laten samenwerken. "Parnassos en De Uitwijk doen het goed, maar ze rijden nu op twee sporen. Ik wil ze op één spoor brengen."

Van Merriënboer is zeer enthousiast en weet als coördinator van de afgelopen drie universitaire culturele zondagen, wat studenten op cultureel gebied in hun mars hebben. Maar om zich goed op haar nieuwe baan voor te bereiden, heeft ze de afgelopen weken speciaal theaterstukken, concerten en een uitvoering van het USKO van studenten bijgewoond. "Als je bij zo'n enorm concert zit, besef je dat het echt geweldig is dat wij dit als Utrechtse universiteit allemaal hebben. Daarom vind ik het heel belangrijk dat je daarvoor goede faciliteiten biedt."

Van Merriënboer wil het cursusaanbod van de twee culturele centra stroomlijnen om zodoende efficiënter te werken. "Parnassos en De Uitwijk bieden elk op hun eigen gebied cursussen aan. De activiteiten overlappen elkaar en er zijn veel raakvlakken. Ik denk dat je met een aantal cursussen samen kunt gaan werken." Daarnaast denkt het nieuwe hoofd erover om de cursusinschrijvingen samen te voegen voor meer duidelijkheid naar de potentiële cursisten toe. Ook zouden de cursussen van Parnassos in De Uithof kunnen worden gegeven en vice versa. Maar hoe dit exact vormgegeven gaat worden, staat nog niet vast. Van Merriënboer: "We gaan kijken welke sterke punten er zijn en hoe we die kunnen versterken door samen te werken." Van één naam voor de twee culturele centra is voorlopig nog geen sprake: "Dat zijn wel gedachtes, maar daar zijn we nog lang niet over uit."

In de toekomst wil Van Merriënboer nog meer (culturele) voorzieningen voor studenten creëren. De Uithof speelt daarin een belangrijke rol. "Het is denk ik heel goed om Parnossos-achtige cursussen ook in De Uithof aan te bieden. Ook om de leefbaarheid daar te vergroten, iets wat de universiteit graag wil. Ik ben van het sociale en culturele, maar het geldt natuurlijke ook op andere vlakken." Een tweede doel is om in de toekomst nog meer mensen, zowel van de hogeschool als van de universiteit trekken. "Ik zie nog een duidelijke potentie binnen de Hogeschool Utrecht. Haar studenten wonen vaak nog thuis, daarom doen ze minder snel een cursus in Utrecht, maar het is een veel grotere groep dan van de universiteit."

Welke voorzieningen er op De Uithof bijkomen, is nog niet duidelijk. Een commissie die daar zorg draagt voor de leefbaarheid, heeft plannen voor een theatercafé. "Ik vind dat een goed idee. Maar zo'n plan kost geld, en het hangt er natuurlijk van af of het college van bestuur dat daarvoor ter beschikking wil stellen. Om studenten in De Uithof te houden, moet het aanbod van sociaal culturele activiteiten in elk geval groter worden, want er is daar heel weinig." Door een gevarieerd cursusaanbod en 'er vaker iets te doen' hoopt Van Merriënboer dit aanbod te vergroten. De universitaire cultuuragenda die na de zomer op de website van de UU te vinden moet zijn, moet gaan bijdragen aan de bekendheid van culturele activiteiten binnen de universiteit.

In augustus neemt Van Merriënboer pas officieel De Uitwijk over. Veel wil ze wederom nog niet over concrete plannen kwijt, maar dat De Uitwijk haar sociale functie en taak als organisator van cursussen moet behouden, staat voor haar als een paal boven water: "De Uitwijk loopt goed en ik heb de indruk dat het een hele aantrekkelijke plek is voor studenten en medewerkers om cursussen te volgen. Het zou best kunnen zijn dat ik er een iets andere dimensie aan ga geven. Maar dat ga ik eerst met het personeel bespreken. Ik heb het idee dat we een fantastisch team hebben en daar zie ik de toekomst echt heel positief mee tegemoet."

Theaterwetenschappers willen educatieve master

Willemsen en Knevel bestuderen de mogelijkheden om TFT-studenten een educatieve master te laten volgen. "Er is steeds meer interesse voor", zegt Willemsen. "In twee jaar tijd groeide het aantal studenten bij mijn cursus voor het maken van lesmateriaal voor CKV van twee naar 48. Door hun brede kennis zijn TFT-studenten hier zeer geschikt voor. Ik vind het dus heel raar dat ze geen toegang hebben tot een educatieve master."

Willemsen en Knevel pleiten voorlopig voor toegang tot de bestaande educatieve master van kunstgeschiedenis tot er een aparte master is om CKV-leerkracht te worden. Deze zou dan voor meerdere kunstvakken toegankelijk moeten worden. Ze zien goede mogelijkheden op de arbeidsmarkt: "Behalve bij scholen zoeken ook andere culturele instellingen CKV-leerkrachten. Met kunstgeschiedenis kun je misschien weinig anders, maar het is óók ons brood." Als eerst stap heeft Willemsen inmiddels het bestuur van haar 'eigen' Instituut voor Media en Representatie (IMR) benaderd.

Het Ivlos, dat de educatieve masters verzorgt, ziet weinig mogelijkheden voor een nieuwe master of toelating van TFT'ers tot de master van kunstgeschiedenis. Els Laroes van het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding: "Ten eerste staat in de wet dat CKV1 (kunstbeschouwing en culturele activiteiten ondernemen en daarop leren reflecteren, red.) alleen gegeven mag worden door docenten die een taal of kunstgeschiedenis hebben gestudeerd. Dus dan moet die wet worden veranderd. Ten tweede is er maar weinig behoefte aan leerkrachten CKV. Het weinige aantal lesuren CKV moet al worden verdeeld onder een grote groep docenten. In denk niet dat er op korte termijn een zelfstandige lesbevoegdheid voor CKV komt. Tot nog toe heeft het ministerie verzoeken hiervoor tot nog toe afgewezen."

Adi Martis, coördinator van de educatieve master van kunstgeschiedenis en lid van de toelatingscommissie, vindt de wens om toelating van de theaterwetenschappers begrijpelijk, maar legt uit dat ze niet bij hem moeten aankloppen: "Theater- film-, en televisiewetenschap is geen equivalent van kunstgeschiedenis. Zij hebben niet voldoende voorkennis om mee te kunnen draaien."

"Een beperkte visie", zo reageert Willemsen. "Zoals de master nu is, is het natuurlijk een verdieping op de bachelor kunstgeschiedenis. Maar de master zou ook iets anders ingericht kunnen worden. Dat zouden we nog beter moeten bekijken. Het zou wel het meest praktische zijn voor de korte termijn."

Volgende week gaan de officiële brieven met het verzoek voor de 'master CKV' de deur uit. Bij het IMR was niemand bereikbaar voor commentaar.

Gevaarlijke wetenschappers vs Proefdiervrij

In de radio- en televisiespotjes van Proefdiervrij worden voorbijgangers aangesproken door een man die vraagt of hij een goedje op hun huisdier mag aanbrengen 'om te kijken of het brandt'. Berry Spruijt, hoogleraar ethologie en welzijn dieren, noemt de filmpjes "misleidend". "Veel informatie wordt weggelaten. Er is inmiddels zoveel regelgeving, zoveel toetsing op dit gebied, daar wordt niets over gezegd. Ook wordt er gesuggereerd dat proefdieren gebruikt worden voor cosmetica-testen. Dat mag helemaal niet meer in Nederland."

Bovendien dragen de spotjes volgens Spruijt bij aan een ongewenste polarisatie. "Wanneer je sommige websites van dierenactivisten bekijkt, dan kun je constateren dat er een heel vervelend klimaat bestaat, waarin wetenschappers op zijn best voor rotte vis worden uitgemaakt. Maar ook bedreigingen komen voor. Dit soort filmpjes dragen bij aan die vervelende verhoudingen."

Vooral de "karikaturale weergave" van de wetenschapper "als een afgestompte persoon die niet wil weten wat dieren voelen" stuit Spruijt tegen de borst. Een opiniestuk in dagblad Trouw afgelopen woensdag, waarin hij samen met zijn collega's Hendriksen (alternatieven voor dierproeven) en Ohl (Proefdierkunde) Proefdiervrij terechtwijst, laat Spruijt met gevoel voor ironie voorafgaan door een waarschuwing. 'Deze bijdrage is geschreven door gevaarlijke en gekke mensen (onderzoekers).'

De vereniging Proefdiervrij noemt de reactie van de hoogleraren absurd. "Wij geloven niet dat er iemand is die daadwerkelijk denkt dat de man in onze spotjes een wetenschapper is", zo stelt een woordvoerder. "Het gaat ons erom mensen bewust te maken van het verschil tussen de behandeling van een huisdier en van een proefdier."

Proefdiervrij heeft aangekondigd in beroep te gaan tegen de beslissing van de Reclame Codecommissie. Uitspraken van de commissie zijn overigens niet bindend, omdat het hier gaat om ideële uitingen. Wanneer de spots vertoond blijven worden, overweegt Spruijt naar de rechter te stappen.

Raad waarschijnlijk akkoord met weggeven instemmingsrecht.

Vorige maand leek er nog veel verzet te zijn tegen de plannen die in een gezamenlijke werkgroep van college van bestuur (CvB) en enkele raadsleden waren opgesteld. Tijdens een tussentijdse rapportage in de U-raad moest collegevoorzitter Van Rooy in het defensief toen verschillende raadsleden zich keerden tegen het voornemen het instemmingsrecht op financiële stukken als de kadernota en het verdeelmodel om te zetten in een adviesrecht.

Volgens Van Rooy is de manier waarop in Utrecht na de invoering van de wet modernisering bestuur (MUB) de medezeggenschap was ingericht niet in lijn met de wet en afwijkend van de praktijk elders. De in 1997 ingevoerde wet moet volgens haar borg staan voor een slagvaardig bestuur. Daar hoort bij dat het instemmingsrecht van de raad wordt beperkt tot de strategische keuzes van de instelling. Hoe kon het dan dat de Utrechts U-raad al zeven jaar wel een beslissende stem had bij die financiële stukken? "Misschien is het verschil dat u nu een goedopgeleide staatsrechtjurist als collegevoorzitter hebt", retourneerde Van Rooy de vraag van een raadslid.

Deze week was de toon tijdens een raadscommissie veel gematigder. Alleen het studentraadslid Aliza Tekofsky bleef hameren op het belang van instemmingsrecht op het verdeelmodel. De verdeling van gelden aan faculteiten en diensten is volgens haar niet slechts een financiële handeling. Van Rooy bleef bij haar standpunt dat een verdeelmodel bepaald wordt door het Strategisch Plan, waarop de raad wel instemmingsrecht behoud.

De meeste raadsleden lijken nu de pragmatische weg te kiezen. De ervaringen met de nieuwe planning & control-cyclus, waarin getracht wordt de U-raad in een vroegtijdiger stadium bij beleidsbeslissingen te betrekken en de bespreking van belangrijke stukken door het jaar te spreiden, zijn positief. Ook is men blij met de mogelijkheid om twee maal per jaar zelf onderwerpen op de agenda te zetten, iets wat oud-collegevoorzitter Veldhuis nooit wilde.

Maar als belangrijkste waarborg tegen de afbraak van invloed, geldt het voornemen U-raad en CvB één keer per jaar te laten bepalen of het strategisch plan - dat in principe voor meerder jaren wordt vastgesteld - aanpassing behoeft. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de wens van raadsleden om jaarlijks in te kunnen stemmen met de koers van de universiteit.

Wanneer de U-raad maandag instemt met de veranderingen, is de dreiging van een geschil met het CvB uit de lucht. Collegevoorzitter Van Rooy ziet voor beide partijen grote winst. "De inbreng van de raad wordt op deze wijze veel inhoudsvoller. Daar steek ik mijn hand voor in het vuur."

UU bundelt cultuur

De agenda wordt gepubliceerd op de website van de universiteit en wordt mogelijk onderdeel van de Uitloper, de cultuurladder voor de stad Utrecht. Alle activiteiten van de koren, orkesten, theatergroepen etcetera die aan de UU verbonden zijn, staan erin gebundeld. Ook speciale activiteiten zoals de Culturele Zondagen of de lustrumviering van de UU volgend jaar, moeten in het nieuwe cultuurplan een plaats krijgen.

Het nieuwe hoofd cultuur Marieke van Merrienboer zegt in het Ublad van morgen, 23 juni, dat ze het cursusaanbod van Parnassos en De Uitwijk meer wil bundelen. Tegelijk wordt getracht de sociaal-culturele activiteiten in De Uithof te laten groeien om deze campus meer leefbaar te krijgen. Daartoe wordt tevens samenwerking gezocht met de Hogeschool Utrecht.

AH

Het hele interview met Van Merrienboer staat morgen, 23 juni, in het Ublad.

Herman Berkien overleden

‘Utereg me stadsje’ en ‘Als ik boven op de Dom sta’... menig verenigingslid kan de teksten zo meezingen. Het clublied van FC Utrecht ‘Utereg mijn kluppie’ zal ook de voetbalminnende studenten bekend voorkomen. Afgelopen nacht overleed Herman Berkien, de vertolker van deze klassiekers, aan een harstilstand.

Herman Berkien studeerde grafisch ontwerp aan de Utrechtse kunstacademie, maar werd in de jaren zeventig een succesvol cabaretier. De ras-Utrechter werkte ondermeer samen met Tineke Schouten en scoorde enkele minder bekende hits als ‘Waar is toch mijn caravan’ en ‘Retteketet, zei tante Jet’.

Herman Berkien kampte al geruime tijd met zijn gezondheid. Hij werd 63 jaar.

XB

Meer vakantiebaantjes

Volgens een woordvoerder van Tempo Team ging het de laatste vier jaar achteruit met het vakantiewerk vanwege de economische dip, maar zit het aantal beschikbare banen dit jaar weer bescheiden in de plus.

Marktleider Randstad ziet vooral het aantal administratieve vakantiebanen toenemen. Door de invoering van de nieuwe zorgwet bijvoorbeeld is er de komende maanden bij verzekeraars en gemeenten veel vraag naar tijdelijke krachten. Voor veel van die functies zoekt Randstad hoger opgeleiden.

Het kleinere uitzendbureau Studentenwerk zegt al een paar jaar in de lift te zitten. Het bureau werft op dit moment voor 280 projecten; vorig jaar om deze tijd waren dat er 220. Voor sommige projecten zijn meerdere vakantiewerkers nodig.

HOP