Tussen september 1999 en augustus 2003 sprak Van der Lee met 141 patienten die nog minder dan drie maanden te leven hadden. 32 van hen waren als gevolg van hun ziekte depressief. Uit haar proefschrift blijkt dat van deze laatste groep bijna de helft om euthanasie heeft gevraagd. Van de niet-depressieve patienten vroeg maar een minderheid hierom.
Een depressieve stemming maakt de kans op een verzoek om euthanasie dus groter, concludeert Van der Lee. Omdat minder dan de helft van de depressieve patienten om euthanasie vroeg en bijna evenveel niet-depressieve patienten dat deden, wijst een euthanasieverzoek wat haar betreft echter zeker niet per definitie op depressiviteit van de patient, zoals door tegenstanders van euthanasie nogal eens wordt gesuggereerd.
Een tweede vraag die Van der Lee wilde beantwoorden, was welke redenen patienten hebben om een officieel euthanasieverzoek te doen. Uit eerder onderzoek was namelijk bekend dat maar een derde van de patienten die euthanasie ooit als mogelijkheid met hun arts hebben besproken, er ook officieel om vragen.
Uit gesprekken met de 75 patienten in haar onderzoeksgroep die de kwestie in een eerder stadium met een arts hadden besproken, concludeert Van der Lee dat pijn het meest bepalend is voor de vraag of er ook een daadwerkelijk verzoek om euthanasie wordt gedaan. Gelovige patiënten zien er uiteindelijk juist relatief vaak vanaf.
Een derde studie van Van der Lee, die op donderdag 12 mei in Utrecht op haar onderzoek promoveert, betrof de vraag in hoeverre euthanasie een negatieve invloed had op het rouwproces van de nabestaanden. Zij constateert dat dat niet zo is. Integendeel zelfs.
Nabestaanden van patienten op wie euthanasie was gepleegd, konden hun dood gemakkelijker verwerken dan nabestaanden van patienten die een natuurlijke dood waren gestorven. Van der Lee waarschuwt dat deze bevinding niet moet worden opgevat als een pleidooi voor euthanasie. Wel ziet zij het als een aanbeveling om op een zo open mogelijke manier met terminale patienten over hun ziekte te spreken.
EH