Moedig maar moedeloos makend. Zo zou het onderzoek van de inmiddels oud-student culturele antropologie kunnen worden gekenschetst. De Vries Robbé legde onverschrokkenheid aan de dag door in de periode die hij in Paramaribo woonde, een groot aantal personen te bezoeken die zich ledig houden met illegale activiteiten of daarover wilden vertellen. Een aanslag op de gemoedsrust. "Als ik 's avonds een enge film zat te kijken dan brak het zweet me wel eens uit. 'Waar ben ik aan begonnen? Wat weet ik allemaal?' De Nederlandse ambassade waarschuwde mij wel eens, mijn Surinaamse vrienden maakten al zieke grappen over losgeld. Maar na een nachtje slapen kon ik weer relativeren. Ik was immers niet geïnteresseerd in personen en ik ben ook nooit persoonlijk bedreigd. Toch was ik enorm opgelucht dat ik het land na vijf maanden kon verlaten, hoezeer ik mijn hart ook aan het land verpand heb."
Dat er een groot grijs en zwart circuit bestaat in Suriname was De Vries Robbé bekend, ondermeer uit de omstreden rapportage 'belaste relatie' over de hulprelatie tussen Nederland en Suriname die zijn begeleider hoogleraar Kruijt vorig jaar na lang diplomatiek getouwtrek, mocht publiceren. Eenmaal in Paramaribo kon hij bovendien met eigen ogen zien dat in Suriname dure auto's over straat reden, de winkels vol lagen en tal van casino's hun deuren openden. En dat terwijl er toch zoveel armoede is. "Wat speelde zich precies af? In welke sectoren? Welke verbanden waren er met de reguliere economie? Dat wilde ik graag weten en daar was nog weinig over bekend."
De in totaal meer dan honderd interviews met personen uit alle geledingen van de Surinaamse maatschappij leidden uiteindelijk tot een verre van bemoedigend beeld. Het hele palet aan illegale en criminele activiteiten passeert in zijn scriptie de revue. Witwas-praktijken, corruptie, fraude, (mensen)smokkel, gedwongen prostitutie; het is in Suriname aan de orde van de dag. "De helft van alle activiteiten in het land kun je scharen onder de informele economie", schat De Vries Robbé, die in Groningen werd opgeleid tot econoom voordat hij aan zijn verkorte Utrechtse opleiding begon.
Vooral met zijn case study naar de goudwinning in Suriname weet de ex-student duidelijk te maken hoe groot de effecten van stilzwijgend gedoogde activiteiten zijn. "Aan de ene kant zijn er heel veel mensen die direct of indirect profiteren. Aan de andere kant wordt het winningsgebied zelf een sociaal ontwricht Wilde Westen met milieuvervuiling, malariagevaar en prostitutie. Ik denk dat je in de hout- of in de bouwsector soortgelijke mechanismen aan zou treffen.",
De Vries Robbé onderscheidt enkele factoren die Suriname mogelijk extra bevattelijk maken voor illegale en criminele activiteiten. Controlemechanismen ontbreken omdat in de relatief kleine economie iedereen elkaar kent. Cliëntèle- en patronagesystemen uit de tijd van de slavernij zijn nog in tact. Bovendien is er sprake van een steeds maar uitdijend log overheidsapparaat dat ambtenaren zeer lage salarissen uitbetaald. Het maakt hen chantabel en vindingrijk. "In Suriname spreken ze wel van 'zeven even'. Ambtenaren klokken om zeven uur 's ochtends in en rijden vervolgens een deel van de dag op hun taxi."
De econoom-antropoloog, die twee maanden geleden ook al (ex aequo) de scriptieprijs van het Utrechtse Expertisecentrum Latijns Amerika won, hoopt desondanks dat zijn afstudeeronderzoek niet leidt tot de conclusie dat Suriname een hopeloos geval is. "Ik heb het goed met het land voor. Ik heb slechts een beschrijving willen geven, geen negatief stempel willen drukken. Elk land is bevattelijk voor frauduleuze praktijken: kijk naar Nederland. Ons belangrijkste exportproduct is xtc. De Russische maffia is hier ook aan het witwassen."
De Vries Robbé komt zelfs met oplossingen voor Suriname. Voor de meeste daarvan is buitenlandse hulp gewenst. Maar naast het creëren van werkgelegenheid, het versterken van het controleapparaat en het verbeteren van het investeringsklimaat, is het vinden van positievere rolmodellen voor de jeugd van groot belang. "Nu ziet iedereen dat je rijk wordt van illegale handel en drugs. Zelfs de politieke leiders hebben zich daaraan bezondigd."
Inmiddels werkt De Vries Robbé in opdracht van het ministerie van Justitie al enkele maanden bij het Bureau voor Toegepast Veiligheidsonderzoek aan een rapportage over criminaliteit op de Nederlandse werkvloeren. "Dat zal ook wel wat publiciteit opleveren." Maar een vervolgonderzoek op zijn scriptie lonkt nog steeds. "Een promotie lijkt me wel wat, maar dan moet het wel iets zijn dat vier jaar blijft boeien. In mijn geval is dat vrijwel zeker iets met geweld of criminaliteit."