Nieuws

Studenten verruwen maar zijn niet agressief

In Utrecht zijn geen gevallen bekend waarbij docenten fysiek zijn belaagd. Wel werd twee jaar geleden een rechtendocent bedreigd door de broer van een studente. Zij was door de docent uitgesloten van verdere deelname aan zijn vak. De broer uitte telefonische bedreigingen en kwam later met drie vrienden verhaal halen bij de receptie van het onderwijsgebouw.

Volgens hoofd onderwijs- en studentenzaken Nikki Meijers hebben ernstige confrontaties tussen een student en een medewerker zich sindsdien niet meer voorgedaan. "Maar zo'n incident, net als het incident nu in Nijmegen, kan zich altijd een keer voordoen. Er kan altijd iemand flippen. Daar kun je weinig tegen doen."

Van een toename van agressie, in de zin van fysieke of verbale bedreiging, is volgens Meijers geen sprake. Wel onderschrijft zij de Nijmeegse constatering dat er sprake is van 'een verharding van het klimaat'. "Je merkt dat studenten vasthoudender en veeleisender worden." Volgens Meijers is de verharde toon van studenten vooral zichtbaar in de mailberichten van studenten. De faculteit rechten kwam enkele jaren geleden al in het geweer tegen onbeleefde mailberichten. Die worden sindsdien teruggestuurd.

Studieadviseur Huub Klein Schiphorst van de opleiding economie erkent dat studenten in mailberichten vaak "erg kort door de bocht gaan". "Studenten formuleren dwingender en willen sneller actie." Maar Klein Schiphorst wijt de ongenuanceerdheid vooral aan de tijdgeest en aan het medium e-mail. "Soms heb ik het idee dat ze op de send-knop drukken voordat ze hun eigen tekst gelezen hebben. We zijn van plan dat binnenkort nog eens bij de studenten onder de aandacht te brengen. Beschaafd communiceren hoort ook bij academische vorming." Maar verder ziet Klein Schiphorst weinig problemen in de relatie tussen docenten en studenten. "Het helpt waarschijnlijk ook dat we een kleinschalige opleiding zijn. Iedereen kent elkaar."

Martine Koppenhol, coördinator van de studentenbalie bij Sociale Wetenschappen, vindt ook dat het erg meevalt met de agressie bij studenten: "Natuurlijk reageren studenten wel eens onredelijk, als er bijvoorbeeld iets is mis gegaan met hun inschrijving bij Osiris, maar dat blijft binnen de perken. Als baliemedewerkers zich al storen aan het gedrag van studenten dan heeft dat meestal te maken met relatief onschuldige dingen, zoals studenten die hun mobiel gewoon opnemen als je net hun vraag beantwoordt. Maar over het algemeen hebben wij hele aardige en vriendelijke studenten."

Volgens Carla Kuijpers-Groensmit, directeur van het Studenten Service Centrum, zijn er geen aanwijzingen dat studenten van de Universiteit Utrecht zich agressiever zouden gedragen ten opzichte van docenten of studiebegeleiders. "Natuurlijk, de hele maatschappij verruwt, dat blijkt soms ook uit het gedrag van studenten. Maar bij mijn eigen medewerkers leidt dat vrijwel niet tot problemen en ook in de overleggen die ik heb met medewerkers van de faculteiten is een agressievere houding van studenten geen gespreksonderwerp." Wel geeft de directeur aan dat er sinds het besluit van de rechtenfaculteit om onwelgevallige mailberichten terug te sturen, ook op centraal niveau wordt nagedacht over regels voor mailcommunicatie.

Een Nijmeegse collega van Kuijpers-Groensmit maakte in Vox , het lijfblad van de Radbouduniversiteit, gewag van het voornemen een protocol op te stellen voor universitaire medewerkers. Hierin zou duidelijk moeten worden gemaakt hoe deze om moeten gaan met mensen die onwenselijk gedrag vertonen. Kuijpers-Groensmit ziet niet in een Utrechtse versie van een dergelijk protocol. "We willen geen regels opstellen naar aanleiding van een incident, zeker niet als dat elders heeft plaatsgevonden." Bovendien wordt volgens haar in trainingen van de medewerkers al aandacht besteed aan de communicatie met boze studenten.

Meijers, Klein Schiphorst en Koppenhol zien eveneens niets in protocollen. Meijers: "Protocollen veranderen geen gedrag. Wij moeten gewoon het gezonde verstand gebruiken. "Onze studieadviseurs overleggen met collega's en leidinggevenden. Zo kan bij het vooruitzicht van een moeilijk 'slecht nieuwsgesprek' worden afgesproken dat de deur openblijft."

Volgens Klein Schiphorst zou er bovendien een verkeerd signaal uitgaan van een protocol. "Met zo'n protocol zeg je toch dat er een bepaald onwenselijk klimaat is ontstaan. Naar mijn mening is dat helemaal niet zo."

Studenten verruwen maar zijn niet agressief

In Utrecht zijn geen gevallen bekend waarbij docenten fysiek zijn belaagd. Wel werd twee jaar geleden een rechtendocent bedreigd door de broer van een studente. Zij was door de docent uitgesloten van verdere deelname aan zijn vak. De broer uitte telefonische bedreigingen en kwam later met drie vrienden verhaal halen bij de receptie van het onderwijsgebouw.

Volgens hoofd onderwijs- en studentenzaken Nikki Meijers hebben ernstige confrontaties tussen een student en een medewerker zich sindsdien niet meer voorgedaan. "Maar zo'n incident, net als het incident nu in Nijmegen, kan zich altijd een keer voordoen. Er kan altijd iemand flippen. Daar kun je weinig tegen doen."

Van een toename van agressie, in de zin van fysieke of verbale bedreiging, is volgens Meijers geen sprake. Wel onderschrijft zij de Nijmeegse constatering dat er sprake is van 'een verharding van het klimaat'. "Je merkt dat studenten vasthoudender en veeleisender worden." Volgens Meijers is de verharde toon van studenten vooral zichtbaar in de mailberichten van studenten. De faculteit rechten kwam enkele jaren geleden al in het geweer tegen onbeleefde mailberichten. Die worden sindsdien teruggestuurd.

Studieadviseur Huub Klein Schiphorst van de opleiding economie erkent dat studenten in mailberichten vaak "erg kort door de bocht gaan". "Studenten formuleren dwingender en willen sneller actie." Maar Klein Schiphorst wijt de ongenuanceerdheid vooral aan de tijdgeest en aan het medium e-mail. "Soms heb ik het idee dat ze op de send-knop drukken voordat ze hun eigen tekst gelezen hebben. We zijn van plan dat binnenkort nog eens bij de studenten onder de aandacht te brengen. Beschaafd communiceren hoort ook bij academische vorming." Maar verder ziet Klein Schiphorst weinig problemen in de relatie tussen docenten en studenten. "Het helpt waarschijnlijk ook dat we een kleinschalige opleiding zijn. Iedereen kent elkaar."

Martine Koppenhol, coördinator van de studentenbalie bij Sociale Wetenschappen, vindt ook dat het erg meevalt met de agressie bij studenten: "Natuurlijk reageren studenten wel eens onredelijk, als er bijvoorbeeld iets is mis gegaan met hun inschrijving bij Osiris, maar dat blijft binnen de perken. Als baliemedewerkers zich al storen aan het gedrag van studenten dan heeft dat meestal te maken met relatief onschuldige dingen, zoals studenten die hun mobiel gewoon opnemen als je net hun vraag beantwoordt. Maar over het algemeen hebben wij hele aardige en vriendelijke studenten."

Volgens Carla Kuijpers-Groensmit, directeur van het Studenten Service Centrum, zijn er geen aanwijzingen dat studenten van de Universiteit Utrecht zich agressiever zouden gedragen ten opzichte van docenten of studiebegeleiders. "Natuurlijk, de hele maatschappij verruwt, dat blijkt soms ook uit het gedrag van studenten. Maar bij mijn eigen medewerkers leidt dat vrijwel niet tot problemen en ook in de overleggen die ik heb met medewerkers van de faculteiten is een agressievere houding van studenten geen gespreksonderwerp." Wel geeft de directeur aan dat er sinds het besluit van de rechtenfaculteit om onwelgevallige mailberichten terug te sturen, ook op centraal niveau wordt nagedacht over regels voor mailcommunicatie.

Een Nijmeegse collega van Kuijpers-Groensmit maakte in Vox , het lijfblad van de Radbouduniversiteit, gewag van het voornemen een protocol op te stellen voor universitaire medewerkers. Hierin zou duidelijk moeten worden gemaakt hoe deze om moeten gaan met mensen die onwenselijk gedrag vertonen. Kuijpers-Groensmit ziet niet in een Utrechtse versie van een dergelijk protocol. "We willen geen regels opstellen naar aanleiding van een incident, zeker niet als dat elders heeft plaatsgevonden." Bovendien wordt volgens haar in trainingen van de medewerkers al aandacht besteed aan de communicatie met boze studenten.

Meijers, Klein Schiphorst en Koppenhol zien eveneens niets in protocollen. Meijers: "Protocollen veranderen geen gedrag. Wij moeten gewoon het gezonde verstand gebruiken. "Onze studieadviseurs overleggen met collega's en leidinggevenden. Zo kan bij het vooruitzicht van een moeilijk 'slecht nieuwsgesprek' worden afgesproken dat de deur openblijft."

Volgens Klein Schiphorst zou er bovendien een verkeerd signaal uitgaan van een protocol. "Met zo'n protocol zeg je toch dat er een bepaald onwenselijk klimaat is ontstaan. Naar mijn mening is dat helemaal niet zo."

Voor kennis van water moet je in Utrecht zijn

Deze kennis is onder meer nodig voor het in goede banen leiden van bouwprojecten en bodemsaneringen. Het ministerie van VROM heeft daar te weinig grip op, zei onlangs de Rekenkamer. De kosten zijn altijd hoger, de vervuiling is altijd omvangrijker en ernstiger dan gedacht.

Hoogleraar hydrologie Marc Bierkens geeft een voorbeeld: ‘In 1998 startten in de gemeente Haarlemmermeer de voorbereidingen voor de bouw van de Vinexwijk Getsewoud. Om de grondwaterspiegel omlaag te krijgen en ter aankleding van de wijk, werd begonnen met het graven van vijvers, maar de opwaartse druk van het grondwater was zo sterk dat de vijverbodems op verschillende plaatsen openbarstten. Gevolg was een forse overstroming. Om het probleem op te lossen zijn de vijvers toen volgestort met hoogovenslakken. Het gevolg: een enorme verontreiniging en massale vissterfte. De schade bedroeg ongeveer 40 miljoen euro.’

Bierkens vertelt dit verhaal morgen in het Ublad met een mengeling van verbazing en verontwaardiging. Verbazing over het feit dat zo'n kostbare blunder nooit de landelijke media heeft gehaald; verontwaardiging omdat de gemeente Haarlemmermeer vooraf geen hydrologisch advies had ingewonnen, want dan was de zaak nooit op deze knullige manier aangepakt.

‘Als je iets wilt weten over water, moet je in Utrecht zijn’, lijkt het motto van de UU- hydrologen en hydrogeologen te zijn. Leven in Nederland is leven met water. Zijn het niet de dijken die zo nu dan overstromen, dan zijn het wel kelders die bij hevige regenval onderlopen. En zijn het geen verontreinigingen die ons drinkwater vervuilen, dan is het wel het zout in het grondwater dat de landbouw bedreigt.

AH

Voor veel meer informatie over het Utrechts wateronderzoek: zie het Ublad van morgen, 7 april

Groningen heeft beste website

Onderzoekers van Advies Overheid.nl beoordeelden de websites op onderdelen als gebruiksvriendelijkheid, informatie, toegankelijkheid en email-respons. De UU scoort vooral goed op de onderdelen ‘bestuurlijke informatie’ en ‘dienstverlening’.

Overigens behaalde de UU-site afgelopen oktober in een onderzoek naar acht universitaire sites, uitgevoerd door bureau 12B Company, nog de eerste plaats. Het bureau roemde de Utrechtse site ‘vanwege zijn overzichtelijke en rustige vormgeving, met passend gebruik van de huisstijl, van kleuren en van typografie.’ Dit bureau merkte toen ook al op dat de site van Groningen een forse inhaalslag had gemaakt.

Van de sites van de hogescholen scoort die van de Hogeschool van Utrecht het hoogst. Vorig jaar stond die op de tweede plaats. De site van de HvU is zeer gebruiksvriendelijk, en er wordt snel geantwoord op emails.

Tilburg (van de eerste naar vijfde plek) en Leiden (van vier naar elf) hebben de meest gebruiksvriendelijke websites, maar zij scoorden dit jaar matig op het beantwoorden van e-mail en ze waren technisch moeilijk toegankelijk.

HOP / AH

Zie voor de ranglijst van de universiteit:
http://advies.overheid.nl/3059/

Zie voor de ranglijst van het hbo:
http://advies.overheid.nl/3054/

Vraag naar hoger opgeleiden gaat stijgen

Dat voorspelt de Raad voor Werk en Inkomen in de Arbeidsmarktanalyse 2005. De Raad overkoepelt de voormalige arbeidsbureaus en geldt als een belangrijk adviesorgaan van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Omdat de vraag naar hoger opgeleiden stijgt en tegelijkertijd de oudgedienden met pensioen gaan, ontstaat er vanaf 2006 een tekort aan hoger opgeleiden. Daarbij komt dat veel hoger opgeleiden - vooral vrouwen - de voorkeur hebben voor deeltijdwerk, waardoor arbeidsplaatsen moeilijker te vullen zijn.

HOP

Prijs voor onderzoek naar dwangstoornis

Denys, tevens verbonden aan de faculteit Geneeskunde, constateerde in zijn proefschrift dat er een direct verband bestaat tussen klachten van patiënten met een dwangstoornis en het dopaminesysteem in de hersenen. Dwangklachten lijken een ‘verslavend’ karakter te hebben. Patiënten die onvoldoende reageren op de huidige medicijnen, vertonen in meer dan de helft van de gevallen een substantiële verbetering na behandeling met medicijnen die het dopaminesysteem remmen.

Ongeveer één op de vijftig Nederlanders lijdt aan dwanggedachten en dwanghandelingen, zoals de angst om besmet te raken, verantwoordelijk te zijn voor een verschrikkelijke gebeurtenis, een extreme behoefte aan perfectionisme, ordenen, verzamelen en het tellen van allerlei objecten.

De Ramaer Medaille wordt uitgereikt aan een beginnend wetenschapper die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de klinische psychiatrie.

AH

Extra geld voor onderwijs en innovatie

De extra miljoenen zijn toegezegd in het zogeheten Paasakkoord dat CDA, VVD en D66 sloten om de coalitie bijeen te houden na het aftreden van minister De Graaf. Naast de eenmalige investering van een half miljard krijgt het ministerie van OCW voortaan ieder jaar 250 miljoen euro extra. Dat geld wordt vooral gebruikt om de groei van het aantal studenten in het hoger onderwijs op te vangen.

Koepelorganisaties VSNU en HBO-raad reageren lauw op het extra geld. Waar het kabinet zegt 'op te rukken naar de Europese voorhoede op het gebied van innovatie', noemt een woordvoerder van de universiteiten de extra miljoenen 'een mooie eerste stap.' Bij de HBO-raad bestaat de indruk dat het kabinet toch al van plan was extra geld vrij te maken voor onderwijs.

Hoe het extra halve miljard precies wordt verdeeld, is pas duidelijk na Prinsjesdag. In de brief van de coalitiepartijen worden alleen globale toezeggingen gedaan. Financiële impulsen worden in elk geval verwacht in het vmbo, in ict-onderzoek en in nanotechnologie. Een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken weet te melden dat ook de drie samenwerkende technische universiteiten extra geld zullen krijgen.

De Tweede Kamer vindt de extra miljoenen voor onderwijs en innovatie prima, al lijken veel partijen geneigd het vmbo voorrang te geven.

HOP

De Uithof op TV

Op 23 april worden de winnaars van de Gouden Piramide bekend gemaakt. De prijs, uitgereikt door minister Dekker, bestaat uit een speciaal ontworpen trofee en een bedrag van 50.000 euro. De prijs is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van VROM, LNV, VenW en OCW.

Behalve de UU zijn projecten genomineerd in de Bijlmermeer in Amsterdam, in Leidschendam/Voorburg, in Tilburg en in Stadsdeel Westerpark te Amsterdam. De prijsuitreiking wordt ook door de AVRO op TV uitgezonden (23 april, Nederland 1, 16.30 uur).

AH

Bezwaar tegen bewaren studentengegevens

In de plannen van de staatssecretaris worden de gegevens van niet-afgestudeerden tot maximaal twintig jaar na beëindiging van de laatste inschrijving bewaard bij instellingen en de IB-Groep, die ook de beurzen verstrekt en collegegelden en studieschulden int. Mocht iemand na een aantal jaar een afgebroken studie weer op willen pakken, dan kan de IB-Groep de gegevens snel aan een hogeschool of universiteit verstrekken. Bovendien kan uit de gegevens blijken dat oud-studenten nog voor bekostigde leerrechten in aanmerking komen en bij hervatting van een opleiding dus minder hoeven te betalen.

Het College vraagt zich af hoe vaak mensen na jaren hun afgebroken studie weer oppakken en of dergelijke gevallen rechtvaardigen dat dergelijke informatie twintig jaar op een instelling of bij de beurzenverstrekker blijft liggen

Normaal gesproken heeft een instelling alleen toestemming om persoonlijke gegevens te bewaren als studenten onderwijs volgen. Is dat niet het geval, dan is er geen sprake van een relatie en moeten de persoonsgegevens worden gewist. Overigens blijven diploma’s wel in het archief achter.

HOP

Maastricht en UvA groeien

Dat staat in de vooraanmeldingscijfers van de Informatie Beheer Groep. Begin april telde Utrecht vorig jaar 3068 vooraanmeldingen, dit jaar zijn dat er 3224. In absolute aantallen kan de UU daarmee rekenen op het grootste aantal eerstejaars.

De cijfers geven een ruwe indicatie van de uiteindelijke verdeling van eerstejaars over de verschillende opleidingen. Aankomende studenten lijken zich ieder jaar later te melden. Toch is het aantal vooraanmeldingen bij de universiteiten nu al met drie procent gestegen. Aan de hogescholen tekent zich juist een sterke daling met elf procent af.

In de opleidingskeuzes van de aankomende studenten valt vooral de belangstelling voor psychologie en rechten op. Die toch al massale opleidingen trekken momenteel respectievelijk nog eens twintig en dertien procent meer studenten.

HOP

Universiteit Maastricht +20%
Universiteit van Amsterdam +19%
Universiteit Twente +12%
Vrije Universiteit Amsterdam +10%
Universiteit Utrecht +5%
Rijksuniversiteit Groningen +4%
Radboud Universiteit Nijmegen +2%
Erasmus Universiteit Rotterdam -2%
Universiteit van Tilburg -4%
Wageningen Universiteit -5%
TU Eindhoven -7%
TU Delft -8%
Universiteit Leiden -13%
Totaal +3%