Nieuws

Aarzeling bij selectie-experimenten

De Kamer is vooralsnog niet enthousiast over de meerwaarde van de goedgekeurde experimenten. Regeringspartij CDA heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze weinig heil verwacht van experimenten met selectie aan de poort en het heffen van meer collegegeld. Woordvoerder Joldersma waarschuwde staatssecretaris Rutte deze week nog eens dat de huidige 22 universiteiten en hogescholen die meedoen aan deze experimenten beslist niet de indruk moeten krijgen dat ze meedoen aan een gelopen race. "Als de experimenten niet voor beter hoger onderwijs zorgen, moeten we er niet mee doorgaan."

Ook van de kant van de PvdA klonk kritiek. Weliswaar is de grootste oppositiepartij positiever over de experimenten, maar woordvoerder Tichelaar wil wel garanties. Instellingen die meer collegegeld vragen, maar de veronderstelde 'meerwaarde' niet blijken te bieden, moeten hun studenten schadeloos stellen. De staatssecretaris ging met dit voorstel akkoord.

Vakbonden aarzelen over ontslagvolgorde

Al sinds jaar en dag geldt in universitair Nederland het principe dat bij gedwongen ontslagen diegenen die het laatst zijn aangenomen het eerst weer afvloeien. Eind vorig jaar heeft Sociale Wetenschappen aangegeven van dat principe te willen afwijken. Die 'primeur' hangt samen met het feit dat de reorganisatie van de faculteit niet alleen ingegeven is door financiële problemen, maar ook door de behoefte om ruimte te scheppen voor het werven en behouden van jong talent. Dat doel kan echter alleen worden bereikt als recent aangestelde medewerkers straks niet als eersten de dupe worden van de reorganisatie. Vandaar het verzoek van het faculteitsbestuur om de uitzonderingsclausule in de CAO te mogen toepassen.

In de faculteitsraad zorgde dat verzoek aanvankelijk voor enige discussie. De raad onderschrijft echter het uitgangspunt van de reorganisatie. Daarom stemde hij in december na enige aarzeling in met het opnemen van de gewijzigde ontslagvolgorde in het sociaal plan. In het Lokaal Overleg, het beraad van het college van bestuur met de bonden, bleken de vertegenwoordigers van de vier ambtenarenbonden vorige week sceptischer. Zij vrezen voor een uitholling van de rechten van medewerkers met een lang vast dienstverband, en besloten de goedkeuring van het reorganisatieplan van Sociale Wetenschappen minstens een maand op te schorten. Om zicht te krijgen op de stemming in de faculteit organiseren de bonden op 10 februari een openbare hearing voor hun leden bij Sociale Wetenschappen.

Herkenbare identiteit voor Utrechtse bèta's

Het bètaplan is het sluitstuk van een vierluik over de huisvesting van de Universiteit Utrecht. Vorig jaar werden de drie andere plannen bekend voor de Utrechtse binnenstad, het Uithof-centrumgebied en de zogeheten ABC-as van Geneeskunde en Diergeneeskunde. Dat het laatste deel zo lang op zich heeft laten wachten, komt onder meer door de ontdekking van asbest in het Wentgebouw en bij Aardwetenschappen waardoor in september 2004 een drastische koerswijziging nodig werd.

Aanvankelijk zou alleen het Wentgebouw worden afgestoten, nu wordt ook het Kruytgebouw verkocht. Een tweede reden voor de vertraging is dat het plan moest wachten op de voorstellen voor de vorming van één Utrechtse bètafaculteit. Pas toen de contouren van die nieuwe faculteit duidelijk werden, kon de keuze voor concentratie van al het bètaonderwijs in en rond het Minnaertgebouw worden gemaakt.

Voor wie de berichtgeving rond de huisvesting de afgelopen tijd heeft gevolgd, bevat het bètaplan niet heel veel nieuws. De lezer vindt er de bevestiging dat in 2014 nieuwbouw zal zijn gerealiseerd met een oppervlak van in totaal bijna 30.000 vierkante meter, tweederde van het huidige oppervlak van Kruyt en Went (inclusief het daaraan vastgehouden onderwijsgebouw). De besparing wordt vooral bereikt door een afname van de ruimte voor onderwijs, kantoren en de bibliotheek. De hoeveelheid laboratoriumruimte blijft nagenoeg gelijk. De besparing op onderwijs is mogelijk, omdat in en rond het Minnaertgebouw een onderwijscentrum voor alle Utrechtse bètastudenten wordt gecreëerd. Met nadruk wordt in het plan gestipuleerd dat ook studenten aardwetenschappen en fysische geografie van dit onderwijscentrum gebruik gaan maken.

Doel van het plan is om de Utrechtse bèta- en geoclusters genoeg ruimte te geven en ook om het hele gebied ten westen van het Centrumgebied aantrekkelijker te maken. De operatie moet zorgen voor een betere uitstraling die de aantrekkelijkheid van Utrecht voor bètastudenten vergroot en die bovendien een aantrekkelijk vestigingsklimaat creëert voor bedrijven en onderzoeksinstituten. Hiervoor wordt ook het asfalt tussen de gebouwen aangepakt al laat het plan nog in het midden hoe precies.

KADER

De meest saillante punten uit het plan:

-Al het bacheloronderwijs in de bètahoek - met uitzondering van de practica - wordt vanaf september 2006 geconcentreerd in een aaneengesloten onderwijsgebied, dat bestaat uit het Minnaertgebouw, de onderste drie verdiepingen van het Buys Ballotlaboratorium en het onderwijsdeel van het gebouw van Aardwetenschappen. Ook bachelorstudenten aardwetenschappen en fysische geografie krijgen hier onderwijs. Het Minnaertgebouw wordt de kern van dit onderwijsgebied. Omdat de huidige entree van dit gebouw ongeschikt is om grote groepen studenten te verwerken, wordt voor de drie gebouwen samen één nieuwe hoofdingang ontworpen.

- Het FSB-onderwijsgebouw naast het Wentgebouw blijft in tegenstelling tot het Wentgebouw zelf nog tot 2014 in gebruik voor chemische practica. Pas daarna wordt het afgestoten.

- Er komen twee nieuwe laboratoriumgebouwen die in 2009 het Wentgebouw en in 2014 het Kruytgebouw gaan vervangen. Nog niet duidelijk is of er sprake zal zijn van twee geschakelde gebouwen op één locatie of van twee aparte gebouwen op twee verschillende plekken. De meest waarschijnlijke locatie voor nieuwbouw is volgens het plan de parkeerplaats ten westen van het Kruytgebouw, maar een besluit daarover moet nog worden genomen. Ook nog niet bekend is wat er na 2009 resp. 2014 met het Went- en het Kruytgebouw gaat gebeuren.

- In of in de buurt van het bètacluster komt plaats voor de nieuw te vormen 'School of Education'. In dit expertisecentrum op het gebied van onderwijsontwikkeling gaan het Instituut voor de Lerarenopleiding IVLOS, het Centrum voor Bètadidactiek en het Freudenthal Instituut voor het wiskundeonderwijs samenwerken.

- De proefdiervoorzieningen van Biologie en Farmaceutische Wetenschappen verhuizen naar het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium

- De bibliotheken in het Kruytgebouw en het Buysballotlaboratorium verhuizen naar de nieuwe UB. De bibliotheken van Wiskunde en Aardwetenschappen blijven in de Noordwesthoek.

- De ruimte tussen de verschillende gebouwen wordt aangepakt, zodat er een aantrekkelijker verblijfsgebied ontstaat. Dat zal voor een deel ten koste gaan van de huidige parkeerplaatsen.

'Ik ben helemaal voor het bètagevoel, daarom ben ik tegen één faculteit'

'De Universiteitsraad komt naar U toe', is de nieuwe leuze van het hoogste universitaire medezeggenschapsorgaan. Dat dat geen loze kreet is, bleek maandag in de kantine van het Minnaertgebouw, waar meer dan vijftig belangstellenden zich bogen over drie stellingen rond de nieuw te vormen bètafaculteit. In de wandelgangen klinkt steeds luider de vraag of die megafaculteit wel zo'n goed idee is en de discussie spitste zich dan ook vooral op die vraag toe.

Dat meer inhoudelijke samenwerking tussen de bèta's een goede zaak is, daarover bestond ook in het Minnaertgebouw geen verschil van mening. Maar moet dat per se in één faculteit en in één onderwijsgebouw, is een vraag die steeds nadrukkelijker in de vijf faculteiten wordt gesteld. Ja, dat moet, was het antwoord van enkele studenten, want in één faculteit kun je gemakkelijk met elkaar samenwerken en in één gebouw kom je elkaar sneller tegen.

Die argumenten waren echter niet besteed aan de talloze tegenstanders van de bètaplannen. "Wij zitten al jaren in één faculteit met de informatici", schamperde een wiskundige, "maar dat heeft ons tot nu toe 0,0 opgeleverd. Van kruisbestuiving was nauwelijks sprake, terwijl we met de natuurkundigen, die in een andere faculteit zitten, juist heel goed samenwerken. Waarom zouden we dan alles overhoop gaan gooien. Never change a winning team, zou ik zeggen."

Dat je elkaar in één gebouw gemakkelijk zou tegenkomen? Vergeet dat maar, riep een informaticus cynisch uit. "Ik ben bang dat je in zo'n massaal gebouw zelfs de mensen die je zou willen tegenkomen, niet meer tegenkomt."

Naarmate de discussie vorderde, kregen de voorstanders van één faculteit en één gebouw het steeds moeilijker. Alleen U-raadslid Sjors Apeldoorn hield voet bij stuk. Een teken aan de wand, vond de sterk acterende spreekstalmeester Wil Hildebrand, dat een rechtenstudent hier de enige voorstander is van één gebouw voor de bèta's. Ook op de vraag aan de zaal naar voorstanders van één faculteit kreeg Hildebrand niet of nauwelijks respons. "Ik ben helemaal voor het bètagevoel, daarom ben ik tegen één faculteit", demonstreerde een natuurkundestudent zijn kennis van logische paradoxen. Gezien de reacties van de aanwezigen, stond hij niet alleen in die mening.

Behalve op de plannen zelf is er in de vijf bètafaculteiten ook veel kritiek op de manier waarop zij buiten alle inspraak om tot stand zijn gekomen. Het lijkt wel of de decanen niet geïnteresseerd zijn in onze mening, is een regelmatig terugkerende klacht. Door aanwezig te zijn en de opponenten met inhoudelijke argumenten om de oren te slaan, hadden Van Koten en zijn vijf vakdecanen althans dat vooroordeel kunnen wegnemen. Maar zowel de federatievoorzitter als drie van de vijf decanen schitterden maandag door afwezigheid. Dat de twee wel aanwezige decanen zich volledig buiten de discussie hielden en vooral met elkaar converseerden, maakte des te duidelijker hoe in bestuurlijke kringen over inspraak en de waarde van het debat wordt gedacht.

Fiscale beloning voor levenslang leren

Volgens de premier vergrijst Europa in een dusdanig hoog tempo dat er alle aanleiding is voor wat hij - verwijzend naar het vroegere arbeidskostenforfait - een kenniskostenforfait noemt. "Het probleem zit hem straks immers niet meer in de vraag naar werk, maar in de kwaliteit van het aanbod van werk. 'Levenslang leren' wordt daardoor nog belangrijker."

Een fiscale tegemoetkoming voor het volgen van cursussen zou volgens Balkenende ook een geweldige stimulans zijn voor de kennisindustrie. Bovendien zou het de marktkansen van hoger-onderwijsinstellingen vergroten.

HOP

'Zoek kansen in games-industrie'

"De games-industrie is een veelbelovende sector", vindt de staatssecretaris. Ze wil graag met bètafaculteiten, technische universiteiten en hogescholen praten. Ze heeft het idee dat de instellingen kansen laten liggen.

In de loop van dit jaar zal het subsidieprogramma kennisexploitatie (SKE) van start gaan om beginnende innovatieve ondernemers een zetje in de rug te geven. Naar verwachting zullen ook nieuwe bedrijfjes uit de 'creatieve industrie' daar gebruik van maken.

In de wereld van de computerspelletjes gaan miljarden om. Wereldwijd geven mensen meer uit aan games dan aan films. Er valt nog veel te vernieuwen in de spelletjeswereld. Niet alleen zijn de animaties steeds gedetailleerder, maar de personages worden ook intelligenter. Dat stelt hoge eisen aan de software.

HOP

Studenten schenken zonnekoker aan Cambodja

Het LHUMP is een vereniging van en voor studenten die zich inzet voor duurzame ontwikkeling. De vereniging heeft zijn zonnekoker meegegeven aan een van zijn leden die deelneemt aan het project. Een zonnekoker is een metalen schaal van anderhalve meter doorsnee waarin zonnestralen reflecteren. Via die reflectie is het mogelijk te koken met uitsluitend zonlicht als energiebron.

Hout is in Cambodja momenteel de belangrijkste brandstof. Negentig procent van de totale Cambodjaanse energiebehoefte komt uit hout en het grootste deel daarvan wordt benut voor de bereiding van eten. Het hout is niet duurzaam geproduceerd. De kap van bomen zorgt voor problemen als erosie, met als gevolg verhoogde kans op overstromingen. Bovendien putten bewoners door onduurzame houtkap hun eigen energievoorraad uit. Ook zorgt de kap van bossen voor vermindering van de biodiversiteit.

AH

Voorlichting rondom masters slecht

Volgens voorzitter Madelein Hofmijster is het logisch dat hbo’ers het meest kritisch zijn, omdat zij voor de lastigste keuze staan. “Een student die zijn wo-bachelor binnenheeft, gaat vaak verder met een doorstroommaster. Maar een hbo-bachelor moet kijken waar hij terecht kan, wat voor instroomeisen er gelden, en dan blijken allerlei zaken slecht geregeld.”

De driehonderd ondervraagden lieten zich verder kritisch uit over de flexibiliteit van de programma’s. “Er zou meer uitwisseling komen met het buitenland, maar er moet nu eerst een commissie aan het werk die de diplomavergelijking gaat regelen. Dat moet dus echt beter”, aldus de ISO-voorzitter.

HOP

Eredoctoraten voor filosoof en biomedicus

Prof.dr. Jean-Luc Marion (1946) is hoogleraar filosofie aan de Sorbonne in Parijs en gasthoogleraar aan de University of Chicago. Marion wordt gezien als een van de belangrijkste kenners van de filosofie van Descartes en het Cartesianisme. Volgens erepromotor prof.dr. Theo Verbeek sluit Marions werk nauw aan bij onder meer de Utrechtse historische studies naar de conflicten die Descartes had met de Utrechtse theologen.

Prof.dr. Kamil Ugurbil (1949) is verbonden aan de Universiteit van Minnesota en sinds kort ook aan het Max Planck Instituut van Tübingen. Ugurbil heeft de nauwkeurigheid van MRI’s van hersenactiviteit verbeterd. Unieke resultaten bij het meten en visualiseren van functionele, fysiologische en metabole hersenprocessen waren daarvan het gevolg.
Zijn erepromotor is prof.dr.ir. Max Viergever.

AH

U-raad sceptisch over bètafaculteit

De twijfels van de commissieleden worden ingegeven door het snel groeiende verzet op de werkvloer tegen de vorming van een megafaculteit. Eind vorig jaar maakte de huidige federatieraad al duidelijk niet gelukkig te zijn met de plannen; maandagmiddag liet ook een ruime meerderheid van de meer dan vijftig aanwezige medewerkers en studenten bij een openbaar debat geen twijfel bestaan over hun afkeer van de komende faculteit.

In de discussie in de raadscommissie passeerde maandagmiddag een groot aantal bezwaren tegen de nieuwe faculteit de revue. Unaniem was echter de ergernis dat de U-raad en de faculteitsraden meer dan een jaar lang op informatie hebben moeten wachten en nu op de valreep nog even snel hun zegje mogen doen.

Inhoudelijk richtte de kritiek zich vooral op de door het college van bestuur afgedwongen eenhoofdige leiding en op de gigantische omvang die de nieuwe faculteit zal krijgen. In een dergelijke faculteit is de menselijke maat zoek, aldus verschillende sprekers. Neem wat meer tijd om naar alternatieven te kijken, was het verzoek aan collegevoorzitter Van Rooy.

De collegevoorzitter maakte duidelijk daar niets voor te voelen. Naar haar zeggen heeft de discussie al veel te lang geduurd. Dat de decanen er na bijna twee jaar nog steeds niet in waren geslaagd om met een gezamenlijk plan te komen, maakte wat haar betreft meer dan duidelijk dat de nieuwe faculteit geen bestuursteam nodig heeft maar een decaan die knopen kan doorhakken. Omdat de concurrentie niet stilzit, moet die decaan (en zijn faculteit) er zo snel mogelijk komen.

Na ruim een uur praten zat de discussie nog muurvast. Daarom besloten de twee partijen om dinsdag 25 januari in besloten kring verder te praten om een uitweg uit de impasse te zoeken. Die uitweg moet voor 7 februari gevonden worden. Op die datum moet de Universiteitsraad namelijk beslissen of zij bereid is de bètafaculteit te erkennen door haar in het Bestuurs- en Beheersregelement van de UU op te nemen.

EH