Het bètaplan is het sluitstuk van een vierluik over de huisvesting van de Universiteit Utrecht. Vorig jaar werden de drie andere plannen bekend voor de Utrechtse binnenstad, het Uithof-centrumgebied en de zogeheten ABC-as van Geneeskunde en Diergeneeskunde. Dat het laatste deel zo lang op zich heeft laten wachten, komt onder meer door de ontdekking van asbest in het Wentgebouw en bij Aardwetenschappen waardoor in september 2004 een drastische koerswijziging nodig werd.
Aanvankelijk zou alleen het Wentgebouw worden afgestoten, nu wordt ook het Kruytgebouw verkocht. Een tweede reden voor de vertraging is dat het plan moest wachten op de voorstellen voor de vorming van één Utrechtse bètafaculteit. Pas toen de contouren van die nieuwe faculteit duidelijk werden, kon de keuze voor concentratie van al het bètaonderwijs in en rond het Minnaertgebouw worden gemaakt.
Voor wie de berichtgeving rond de huisvesting de afgelopen tijd heeft gevolgd, bevat het bètaplan niet heel veel nieuws. De lezer vindt er de bevestiging dat in 2014 nieuwbouw zal zijn gerealiseerd met een oppervlak van in totaal bijna 30.000 vierkante meter, tweederde van het huidige oppervlak van Kruyt en Went (inclusief het daaraan vastgehouden onderwijsgebouw). De besparing wordt vooral bereikt door een afname van de ruimte voor onderwijs, kantoren en de bibliotheek. De hoeveelheid laboratoriumruimte blijft nagenoeg gelijk. De besparing op onderwijs is mogelijk, omdat in en rond het Minnaertgebouw een onderwijscentrum voor alle Utrechtse bètastudenten wordt gecreëerd. Met nadruk wordt in het plan gestipuleerd dat ook studenten aardwetenschappen en fysische geografie van dit onderwijscentrum gebruik gaan maken.
Doel van het plan is om de Utrechtse bèta- en geoclusters genoeg ruimte te geven en ook om het hele gebied ten westen van het Centrumgebied aantrekkelijker te maken. De operatie moet zorgen voor een betere uitstraling die de aantrekkelijkheid van Utrecht voor bètastudenten vergroot en die bovendien een aantrekkelijk vestigingsklimaat creëert voor bedrijven en onderzoeksinstituten. Hiervoor wordt ook het asfalt tussen de gebouwen aangepakt al laat het plan nog in het midden hoe precies.
KADER
De meest saillante punten uit het plan:
-Al het bacheloronderwijs in de bètahoek - met uitzondering van de practica - wordt vanaf september 2006 geconcentreerd in een aaneengesloten onderwijsgebied, dat bestaat uit het Minnaertgebouw, de onderste drie verdiepingen van het Buys Ballotlaboratorium en het onderwijsdeel van het gebouw van Aardwetenschappen. Ook bachelorstudenten aardwetenschappen en fysische geografie krijgen hier onderwijs. Het Minnaertgebouw wordt de kern van dit onderwijsgebied. Omdat de huidige entree van dit gebouw ongeschikt is om grote groepen studenten te verwerken, wordt voor de drie gebouwen samen één nieuwe hoofdingang ontworpen.
- Het FSB-onderwijsgebouw naast het Wentgebouw blijft in tegenstelling tot het Wentgebouw zelf nog tot 2014 in gebruik voor chemische practica. Pas daarna wordt het afgestoten.
- Er komen twee nieuwe laboratoriumgebouwen die in 2009 het Wentgebouw en in 2014 het Kruytgebouw gaan vervangen. Nog niet duidelijk is of er sprake zal zijn van twee geschakelde gebouwen op één locatie of van twee aparte gebouwen op twee verschillende plekken. De meest waarschijnlijke locatie voor nieuwbouw is volgens het plan de parkeerplaats ten westen van het Kruytgebouw, maar een besluit daarover moet nog worden genomen. Ook nog niet bekend is wat er na 2009 resp. 2014 met het Went- en het Kruytgebouw gaat gebeuren.
- In of in de buurt van het bètacluster komt plaats voor de nieuw te vormen 'School of Education'. In dit expertisecentrum op het gebied van onderwijsontwikkeling gaan het Instituut voor de Lerarenopleiding IVLOS, het Centrum voor Bètadidactiek en het Freudenthal Instituut voor het wiskundeonderwijs samenwerken.
- De proefdiervoorzieningen van Biologie en Farmaceutische Wetenschappen verhuizen naar het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium
- De bibliotheken in het Kruytgebouw en het Buysballotlaboratorium verhuizen naar de nieuwe UB. De bibliotheken van Wiskunde en Aardwetenschappen blijven in de Noordwesthoek.
- De ruimte tussen de verschillende gebouwen wordt aangepakt, zodat er een aantrekkelijker verblijfsgebied ontstaat. Dat zal voor een deel ten koste gaan van de huidige parkeerplaatsen.