Nieuws

Studenten maken film over Wim Eggink

De verenigingen streven ernaar om eind 2005 klaar te zijn met de 50 minuten durende film. Dirk van de Pol, die al eerder toneelstukken van Drift '66/VUGS regisseerde, tekent ook nu voor de regie. Eind 2005 wordt de film in een aantal voorstelling aan het publiek getoond en uitgebracht op DVD. Voor het maken van de film hebben de faculteit Geowetenschappen, het K.F. Heinfonds en het U-fonds al subsidies toegezegd.

In januari 2005 beginnen de studenten met het aanvragen van vergunningen om te kunnen filmen en met het zoeken naar geschikte locaties. Er is al contact gelegd met de studievereniging van Film- en Theaterwetenschappen voor technische ondersteuning.

Het is de bedoeling om het verhaal van Wim Eggink in een modern jasje te vertellen. Eggink leidde in oorlogstijd het studentenverzet in Utrecht en was tevens twee jaar voorzitter van de VUGS. Onder zijn leiding werd ondermeer het verzetsblad Sol Justitiae uitgebracht. In april 1945 overleed hij op 24 jarige leeftijd, in een tuchthuis in Hameln nadat hij was opgepakt door de Duitsers.

Het verhaal zal zich afspelen in de tegenwoordige tijd en in dromen en flashbacks refereren aan het verleden en Wim Eggink. Op deze manier pogen de studenten het hedendaagse studentenleven neer te zetten in combinatie met de idealen die zestig jaar na de oorlog nog steeds gelden: vrijheid en solidariteit. Ook thema's als liefde en vertrouwen zullen de film dragen.

AH

Oud UU-medewerker maakte Afrika-fietstocht

Eind februari 2003 vloog Van de Beek naar Johannesburg (Zuid-Afrika), met als doel om in zijn eentje van Kaapstad via Kenia, Malawi, Tanzania, Uganda, Ethiopië en Sudan naar Egypte te fietsen. In totaal heeft hij ruim 26.000 km gefietst. De reis verliep zonder noemenswaardige ongelukken. Vooral de Afrikaanse hitte en de slechte staat van de wegen hebben Van de Beek parten gespeeld.

Ook de laatste etappe door Europa legt hij fietsend af. Zijn laatste mailbrief heeft hij verstuurd vanuit Mainz: “Sinds mijn laatste reisupdate vanuit Praag, heb ik Duitsland van oost naar west doorkruist, grotendeels via de voormalige DDR. Het was grauw en ijskoud, met miezerbuien overgaand in sneeuw, en soms zo glad dat ik moeite had om niet onderuit te gaan, maar dat waren dan ook de enige problemen.”

AH

Voor de reisverslagen van Peter: ga naar http://www.avaghon.nl/AvaghonPetervandeBeek.htm

Actie voor behoud pianoconcours

Het lot van het pianoconcours kwam maandag ter sprake tijdens de behandeling van de universitaire begroting 2005 door de Universiteitsraad. In die begroting kondigt het college onder meer een bezuiniging aan op culturele activiteiten. De subsidie voor het Festival Oude Muziek wordt lager, de financiering van het pianoconcours wordt beëindigd.

Hoewel de U-raad verder weinig moeite had met de begroting, maakte woordvoerder Hans Goedemans op dit punt een uitzondering. Namens de hele raad vroeg hij het college om het concours te handhaven. Collegevoorzitter Van Rooy gaf toe dat zij ‘dit mooie juweeltje’ graag voor Utrecht wil behouden, maar kondigde aan eerst naar sponsors te gaan zoeken om het concours in de lucht te houden.

Na deze discussie accepteerde de U-raad de begroting verder zonder slag of stoot. Meer moeite hadden de raadsleden met de meerjarenprognose 2006-2009. Weliswaar blijkt uit dat stuk dat de UU haar exploitatie in 2009 netjes op orde heeft, maar dat lukt alleen door bijna 200 miljoen euro te lenen. Dat geld is nodig voor nieuwbouw voor de bètafaculteiten en voor het onderhoud van de bestaande gebouwen.

De studentleden Appeldoorn en Hitzert vonden deze schuld een te groot financieel risico voor de universiteit en stemden niet in met de meerjarenprognose. De overige raadsleden hadden wél voldoende vertrouwen in het nieuwe strenge beleid van het college van bestuur. Op voorwaarde dat het college van bestuur de vinger de komende jaren zorgvuldig aan de financiële pols blijft houden, ging de raad met twintig tegen twee stemmen akkoord met het voorgenomen meerjarenbeleid.

EH

College van bestuur moet nu durven 'doorpakken'

"Dat wij de afgelopen drie jaar zoveel problemen met de meerjarenprognose hadden, kwam omdat het college ons maar niet kon overtuigen van het feit dat het serieus bezig was om de universiteit uit de rode cijfers te halen. Dit jaar hebben wij voor het eerst het gevoel dat de tering echt naar de nering wordt gezet."

Hoezo? Voor verbouwingen en nieuwbouw moeten we tot 2009 wel bijna 200 miljoen lenen!

"Dat is inderdaad een zorgelijk punt. Lenen is op zich geen probleem als je maar zeker weet dat je die lening kunt aflossen. Twee studenten in de raad vonden dat die zekerheid in de prognose niet wordt gegeven en stemden daarom tegen. Nu hebben ze gelijk, maar de nieuwe aanpak van het college geeft mij voldoende vertrouwen dat we over een aantal jaar wél zover zijn. Bovendien was het alternatief nog verder bezuinigen op onderwijs en onderzoek. Dat vond ik helemaal onverantwoord."

U hebt vertrouwen in het college, maar u bent niet blij dat het CvB een paar noodlijdende faculteiten toestemming heeft gegeven om minder aios'aan te stellen.

"Dat klopt. Het college heeft de noodlijdende faculteiten dit najaar de pin op de neus gezet en geëist dat zij kiezen voor een verdere profilering en versterking van hun onderzoek. Dan ben je verkeerd bezig als je toelaat dat ze minder aio's gaan aanstellen, zoals Scheikunde van plan is. Want aio's zijn de levensader voor het onderzoek. Ik vind dat het college van bestuur dat bij alle faculteiten zou moeten afdwingen. Op dit punt heeft men nog steeds te weinig durf."

Maar waarom heeft de U-raad dat dan niet geëist?

"Dat hadden we moeten doen. In dit opzicht hebben we het college maandag niet hard genoeg aangepakt."

Twee jaar geleden heeft de U-raad wel hard ingegrepen door te eisen dat de huisvestingskosten niet meer dan 12,5 procent van de universitaire inkomsten mogen bedragen. Dat beleid lijkt effect te hebben."

"Ja, en ik ben nog steeds bij dat we dat toen hebben geëist. Ik hoorde regelmatig zenuwachtige geluiden in het Bestuursgebouw, zodra het erop leek dat men boven die grens dreigde uit te komen. Mede daardoor hoeven we de komende jaren 'maar' 200 miljoen te lenen."

U raadde uw opvolgers aan om het college scherp op de vingers te blijven kijken, waarom?

"We hebben een aantal voorwaarden aan onze goedkeuring verbonden die er eigenlijk allemaal op neerkomen dat we verwachten dat het college nu 'doorpakt' en de gewenste profilering van de UU als een brede universiteit met een aantal duidelijke interdisciplinaire speerpunten tot stand brengt. Dat kan alleen als er keuzes worden gemaakt, dus als er ook onderzoek wordt afgestoten. Ook het aantal masterprogramma's is op dit moment veel te groot. Op zich heb ik nu wel vertrouwen in de daadkracht van het college, maar het kan geen kwaad het college nauwlettend op de vingers te blijven kijken."

Is de daadkracht van het college te danken aan de komst van Yvonne van Rooy als voorzitter?

"Absoluut. Dat erkennen de twee andere collegeleden in de wandelgangen trouwens ook."

Het enige concrete advies dat u het college meegaf, is om het schrappen van de subsidie voor het internationale pianoconcours ongedaan te maken. Verwacht u dat dat advies wordt overgenomen?

"Ik kan me nauwelijks voorstellen van niet. Ik vind dat concours heel waardevol voor de UU en om hoeveel geld gaat het nou helemaal? In de raad heb ik het college de parabel verteld van de vader die zijn kind geen geld voor snoepgoed wilde geven, omdat hij zijn Mercedes dan niet meer kon betalen. Ik mag toch aannemen dat het college die boodschap heeft begrepen."

EH

Prins Bernhard en de Universiteit Utrecht

Dat zegt voormalig collegevoorzitter Jan Veldhuis, lid van het stichtingsbestuur van deze prijs. Stichting het Spaans, Portugees en Ibero-Amerikaans Instituut zag het licht in 1951 toen de prins en zijn dochter Irene zich bij professor Van Dam schoolden in het Spaans en werd gesteund door het bedrijfsleven. Vanaf 1991 verleent de stichting in nauwe samenwerking met de Universteit Utrecht jaarlijks een scholarship aan een getalenteerde jeugdige onderzoeker. De uitreiking daarvan was steeds op paleis Soestdijk, tot enkele jaren geleden door prins Bernhard zelf en de laatste jaren door zijn prins Carlos, de zoon van Irene.

De idealen van de prins met betrekking tot de natuurbescherming vonden in het Utrechtse hun neerslag in een wisselleerstoel voor natuur en natuurbescherming bij de faculteit Biologie. Bernhard kreeg deze leerstoel bij gelegenheid van zijn 75ste verjaardag in 1986 en sindsdien hebben gerenommeerde wetenschappers de stoel bezet.

De prins was verschillende keren te gast bij de Utrechtse universiteit, bijvoorbeeld in zijn hoedanigheid van Utrechts eredoctor. Het eredoctoraat in de Rechtsgeleerdheid ontving Bernhard in 1946 in de Domkerk voor zijn bijdragen aan de bevrijding van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Niet alleen de prins zelf, maar heel 'Soestdijk' had een speciale band met Universitair Medisch Centrum Utrecht, waar de prins vorige week is overleden. Natuurlijk kwamen ze er als patiënt maar de prins vezorgde bijvoorbeeld jarenlang namens 'De Catharijne Stichting' de uitreiking van de Catharijneprijs. Met die prijs en een daarbij behorende conferentie wordt tweejaarlijks een UMC-medewerker voor zijn voltallige oeuvre in het zonnetje gezet. Onder meer de hoogleraren Clevers en Viergever ontvingen deze prijs. Enkele jaren geleden heeft prinses Margriet deze taak van Bernhard overgenomen.

AH

Vrouw eist toegang tot diergeneeskunde met hongerstaking

Hagenaars zegt midden jaren negentig te zijn ingeloot voor de studie Diergeneeskunde. Haar vwo-diploma had echter niet het juiste vakkenpakket, daarom deed Hagenaars voor schei- en natuurkunde "minstens twintig keer" staatsexamen. Ze slaagde niet door een groeiende examenvrees.

De vrouw neemt het de universiteit en de faculteit Diergeneeskunde zeer kwalijk jarenlang geen luisterend oor voor haar te hebben gehad. "Ik wilde hulp. Ik vind scheikunde en natuurkunde leuke vakken en mijn kennis is ruim voldoende. Dat heb ik op meerdere manieren aangetoond. Maar de druk bij de examens werd steeds groter, waardoor ik het niet haalde."

Volgens directeur De Vries, die woensdagochtend een gesprek had met Hagenaars, is de geestelijk nood van de vrouw pas sinds twee maanden bij de faculteit diergeneeskunde bekend. Hagenaars stuurde diergeneeskunde toen een kopie van een dossier dat ze naar de IB-Groep had gestuurd. Daarin dreigde ze al met een hongerstaking. "Voor die tijd heeft deze mevrouw ons wel benaderd met verzoeken voor informatie. Maar dat doen honderden mensen. En die staan we allemaal goed te woord."

De Vries benadrukt dat de faculteit niet kan afwijken van de toelatingsprocedure. "Studenten moeten voldoen aan de ingangseisen. In dit geval is dat niet zo. En wij zijn niet in de positie om examenvrees op te lossen."

Hagenaars zegt niets liever te willen dan diergeneeskunde studeren. Ze noemt het onrechtvaardig dat haar examenvrees, die ze al jaren door middel van trainingen de baas probeert te worden, haar ambitie in de weg staat. Toelating tot de studie zou haar bovendien uit een uitzichtloze situatie van werkeloosheid halen. Hagenaars had woensdagmiddag een gesprek met een studentenpsycholoog van de universiteit.

XB

Twintig procent studenten haakt af bij hoog collegegeld

De studentenorganisatie wilde weten wat haar achterban vindt van de wijzigingen in de bekostiging die staatssecretaris Rutte door de Tweede Kamer wil loodsen. Die behelzen onder meer een drie maal hoger collegegeld voor iedere student die meer dan anderhalf jaar vertraging oploopt. Voor één op de vijf studenten zou die maatregel aanleiding zijn de studie voor de feitelijke afronding te staken. Bovendien zegt 18 procent niet aan een masteropleiding te beginnen als de studietijd beperkt is.

Onder de geënquêteerden bestaat weinig begrip voor de voorstellen van Rutte. Slechts 11 procent billijkt een collegegeldverhoging met duizend euro, terwijl 4 procent een collegegeld van 4500 euro acceptabel vindt.

De ondervraagden zien zichzelf nauwelijks gebruik maken van de mobiliteit die Rutte met zijn nieuwe voorstel vergemakkelijkt. 70 procent verwacht niet over te zullen stappen naar een andere instelling als het eigen onderwijs niet voldoet.

HOP

Van Rooy doet beroep op 'sense of urgency' bèta's

Als iets afgelopen maandag kenmerkend was voor de sfeer in de vergadering van de bèta federatieraad, dan was het wel deze korte dialoog tussen natuurkundestudent Michiel Bouwhuis en federatievoorzitter Gerard van Koten. Aan de orde was het vorige week gepubliceerde plan om de vijf huidige bètafaculteiten te laten opgaan in één nieuwe faculteit met één decaan die alle touwtjes in handen heeft. Tijdens het vooroverleg hadden de raadsleden nog duidelijk laten weten allesbehalve gelukkig te zijn met onderdelen van het plan en met de gevolgde procedure. Maar tijdens het debat met het federatiebestuur bleef vuurwerk uit.

Hoewel Van Koten op nogal wat vragen antwoordde met een dooddoener ("wijsheid zal moeten duidelijk maken wat er gaat gebeuren") of met een verwijzing naar de toekomst ("op dit moment kan ik u niet meer helderheid geven", "ik zie heel wat voor me, maar dat ga ik u nu niet vertellen"), liet de raad maar incidenteel een voorzichtig kritisch geluid horen. Terwijl de federatievoorzitter minzaam antwoord gaf op de vele informatieve vragen, deden de vijf zwijgende bètadecanen vergeefse pogingen om hun verveling te verbergen.

Eerder die ochtend, toen de raad zonder bestuur vergaderde, was de toon aanzienlijk feller. Verschillende leden uitten hun ergernis over het feit dat het college van bestuur het plan zonder enig voorafgaand overleg met de vijf faculteitsraden de wereld had ingestuurd. "Alle regels zijn hier overtreden", aldus Paul van Ekeren van Scheikunde. "In feite is ons zo het adviesrecht ontnomen."

Ook de almacht van de nieuwe bètadecaan beviel de vergadering maar matig. Net als hun faculteitsdecanen zien zij meer heil in een collegiaal bestuur van vakdecanen, zoals een informele peiling duidelijk maakte. Als dat bij Geowetenschappen kan, waarom dan niet in onze zoveel grotere faculteit, aldus de raad. En dan was er ook nog de vrees voor een extra bestuurslaag, nu er naast vakdecanen ook vice-decanen komen en naast de faculteitsdirecteur ook zes bedrijfsvoerend managers.

Babbelen

Toen het college van bestuur om half tien arriveerde, zat de stemming er dan ook goed in. Maar met haar ruime bestuurlijke ervaring wist collegevoorzitter Van Rooy de angel snel uit het debat te trekken. "Zij erkende volmondig dat het college het voorstel van de bètadecanen voor een collegiaal bestuur van tafel had geveegd, maar verwierp het verwijt dat de inspraak zou zijn gepasseerd. "Dit is niet meer dan een concept-besluit dat nu aan de U-raad wordt voorgelegd. Ook u kunt trouwens nog meepraten, mits wij uw mening uiterlijk 17 december hebben ontvangen."

Streng reageerde Van Rooy op vragen naar het hoge tempo dat het college de bèta's opdringt. "Die vragen verbazen mij. Ik ga ervan uit dat u volgt wat er buiten Utrecht gebeurt. Internationaal is de competitie moordend en dat eist dat wij ons in hoog tempo positioneren als universiteit met een sterk bètacluster. Ik mag toch hopen dat die 'sense of urgency' ook bij u aanwezig is. Zo niet, dan is dat een punt van zorg, want dan staat u niet met beide benen in de buitengewoon bedreigende realiteit van dit moment."

De reprimande van Van Rooy liet de vergadering zo verbluft achter dat de strijdlust op slag was verdwenen. In het besef dat gedane zaken geen keer nemen en dat het er nu om gaat een vitale bètafaculteit tot stand te brengen, ging de discussie verder vooral over zulke concrete zaken als de organisatie van de masters, de te verwachten nieuwbouw en de gevolgen voor het personeel. Omdat er nog een lange weg te gaan is, kon Van Koten op veel vragen geen antwoord geven. Wel zegde hij toe een nulmeting te zullen houden naar de op dit moment aanwezige ondersteuning. Over twee jaar kan dan worden bezien of de nieuwe faculteit de efficiency inderdaad heeft bevorderd.

Ook decaan De Ruijter van Natuur- en Sterrenkunde adviseerde zijn faculteitsraad een dag later om de blik nu verder vooruit te richten. "Het college van bestuur vond het door ons voorgestelde bestuursmodel niet slagvaardig genoeg. Vandaar dat men er een centralistischer opzet voor in de plaats heeft gesteld. Wij vinden dat jammer, maar geen breekpunt. Dat het college de zaak in een stroomversnelling heeft gebracht, vind ik terecht. We waren inmiddels wel erg lang aan het babbelen. De gang van zaken verdient misschien geen schoonheidsprijs, maar het is nu zaak om ons te concentreren op de kansen die de nieuwe faculteit ons kan bieden."

EH

Grootste UU'er bekend!!

Het Ublad organiseerde dit najaar deze verkiezing, waarbij studenten en medewerkers via de website van het Ublad hun stem konden uitbrengen. Ruim 800 stemmers deden mee; dat is 2,8 procent van de totale UU-populatie (ter vergelijking: aan de verkiezing van de Grootste Nederlander nam 0,3 procent van de Nederlandse bevolking deel).

Dat Buys Ballot winnaar is, wekt geen bevreemding. Als oprichter van het KNMI wordt heel Nederland nog dagelijks, aan het einde van het Journaal, met zijn nalatenschap geconfronteerd. Verrassender is de eerste plek van de relatief onbekende verzetsheld uit de tweede wereldoorlog, Wim Eggink. Als pleitbezorger van een onafhankelijke, vrije meningsuiting die respect als hoogste waarde beschouwde, is zijn nalatenschap echter méér dan actueel.

Het Ublad van morgen, 9 december, bevat over de beide winnaars een uitgebreide biografie, evenals de Top-20 van Grootste UU'ers. Historisch-deskundigen ten slotte geven hun oordeel over deze Ublad-verkiezing en de uitkomst ervan.

AH

Universiteit betekent veel voor de stad

Van Ginkel was van 1986 tot 1997 rector en vervult die functie nu aan de United Nations Univerity in Tokyo. Hij doet zijn uitspraak in het boek 'Makelen en schakelen' van Kees Visser, dat afgelopen dinsdag werd gepresenteerd ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de afdeling Economische Zaken van de gemeente Utrecht.

De bijdragen van studenten aan de bedrijvigheid in de stad is belangrijk, beweert de rector. Hij noemt onder meer de Jaarbeurs en de horeca: "Dat soort bedrijven profiteert daarvan; studenten kunnen tijdelijk worden ingezet, ze zijn meestal slim en ook vaak handig, dus je hoeft ze niet zoveel uit te leggen."

Volgens Van Ginkel sluiten de UU-opleidingen sterk aan op een concrete beroepsuitoefening. "Er zijn relatief veel hoger opgeleiden in Utrecht. Er komen dan ook nogal wat kleine jonge bedrijfjes voort uit de Utrechtse universiteit. De universiteit kan de positie van Utrecht nationaal verankeren waar het gaat om innovatieve bedrijvigheid."

Van Ginkel wijst er ook op dat de keuze van de UU om naar De Uithof uit te wijken een goede is geweest: "Toen dat in 1960 is besloten, waren er 6000 studenten. In 2000 hadden Letteren en Rechten die in de binnenstad zijn gebleven, samen alleen al 10.000 studenten. Dus als de hele universiteit in de stad was gebleven, had het stedelijk weefsel dat helemaal niet kunnen opvangen."

Die twee faculteiten behouden voor de binnenstad, geconcentreerd rondom Domplein en Janskerkhof, was ook een goede keus: "Het bedrijfsleven had die panden nooit kunnen invullen, wij konden die monumentale panden wel in stand houden." Anderzijds was een overheveling naar De Uithof van de natuurwetenschappelijke en medische faculteiten vanwege hun laboratoria en milieu-eisen ook al noodzakelijk.

AH