Het geneeskundeonderwijs is de afgelopen zeven jaar in snel tempo gemoderniseerd. Er vindt een verschuiving plaats van grootschalig, frontaal onderwijs, naar kleinschalig en probleemgeoriënteerd groepsonderwijs. De docent krijgt daarin veel meer een begeleidende rol. Nederland heeft op didactisch gebied inmiddels een voorsprong op veel Europese landen, maar of dat zo blijft is de vraag.
De vernieuwingen vragen om meer docenten. De toegenomen instroom als gevolg van de verhoging van de numerus fixus maakt dat extra noodzakelijk. Afgelopen collegejaar lieten de geneeskundeopleidingen samen 2850 nieuwe studenten toe; een verdubbeling sinds 1992. De visitatiecommissie stelt dat de verworvenheden hierdoor ernstig onder druk staan. Daar komt nog bij dat ziekenhuizen, huisartsen en specialisten steeds minder tijd hebben voor co-schappers.
De onderlinge kwaliteitsverschillen tussen de opleidingen zijn sinds de vorige visitatie duidelijk kleiner geworden, constateert de commissie tevreden. Opvallend is de comeback van de Utrechtse opleiding, die in 1997 nog een zeer slechte beoordeling kreeg. Met het nieuwe curriculum CRU'99 heeft de Utrechtse geneeskunde veel werk gemaakt van modernisering van het onderwijs. De invoering van co-schappen in een vroegtijdig stadium van de studie geeft de opleiding zelfs een voortrekkersfunctie.
Nijmegen, Groningen en Maastricht krijgen de beste beoordeling van de commissie. Maastricht scoort nog altijd goed met het uitstekende studierendement van haar studenten. “Grote moeite” heeft de commissie ermee dat Maastricht de oriënterende stage in de propedeuse heeft stopgezet. De meeste onvoldoendes krijgt de geneeskundeopleiding van de VU. De commissie vindt dat de opleiding haar glans wat verloren heeft; het verouderde curriculum en de organisatie van de opleiding zijn hard aan verbetering toe. In 2005 zal het nieuwe curriculum aan de VU worden ingevoerd.
HOP/XB