Nieuws

Economie zit in de kou

De Utrecht School of Economics (USE) heeft begin december vijftien kacheltjes moeten kopen om hun pand in Hoog Catharijne warm te krijgen. Tijdens de kortstondige vorstperiode bleek de verwarming niet voor zijn taak berekend.

Volgens een medewerker van de universitaire dienst huisvesting worden de problemen veroorzaakt door achterstallig onderhoud van de koelings- en de verwarmingsinstallatie. Bovendien bleken de installaties in weerwil van een eerder gemaakte afspraak al enige tijd niet te zijn schoongemaakt. Dat probleem is inmiddels verholpen, terwijl bovendien nieuwe filters in het ventilatiesysteem zijn geplaatst. Ook kunnen de ramen op de werkkamers nu open. In feite is het pand naar zijn mening echter zo oud dat alleen vervanging van de installaties echt soelaas zou bieden. Omdat het deel van Hoog Catharijne waarin economie is gevestigd, over enkele jaren wordt gesloopt, zit dat er echter niet in.

Op dit moment wordt de verwarming onder handen genomen. Interimdecaan De Gijsel van de USE verwacht dat de problemen na het kerstreces zijn verholpen. Dan resteert alleen nog de aanhoudende muizenplaag in het pand, dat volgens De Gijsel in veel andere opzichten wél voldoet. "De ligging is prima en de werkkamers zijn uitstekend. Zo goed krijgen we het nergens meer." De Utrechtse economen kunnen nog vier jaar van hun onderkomen genieten. Daarna gaan zij verhuizen. Het is nog onduidelijk of de USE naar het Kromhoutterrein gaat of in de binnenstad blijft.

EH

Kwaad & Erger

Halloooooo!

"We maakten ons aanvankelijk weinig zorgen over het gesprek, omdat het ons een heel slecht rapport scheen; methodologisch niet sterk en vol met feitelijke onjuistheden. Het 'gesprek' bleek echter een monoloog van vijftien minuten. Voor het SSC was er kennelijk reden genoeg tot het volledig intrekken van de subsidie.

"Ik snap niet dat een ingrijpend besluit zo eenzijdig kan worden genomen. Er is geen advies gevraagd aan welke studentenorganisatie dan ook. En aan het OER zelf is nog het minste gevraagd.

"We hebben vervolgens een alternatief plan opgesteld, dat ook gesteund wordt door USF Studentenbelangen en door de Universiteitsraad, waarin we met veel minder geld onze werkzaamheden voort zouden kunnen zetten. Van het SSC hebben we echter gehoord dat er simpelweg geen structurele subsidie meer is en dat dit plan dus te laat komt.

"Als ik deze gang van zaken toets aan enige fatsoensnormen, concludeer ik dat dit echt niet door de beugel kan. Nooit is er enige indicatie geweest dat het college van bestuur of SSC meenden dat het OER aan relevantie had ingeboet of dat zij de kosten ervoor te hoog achtten. Verder is nooit gezocht naar oplossingen, zeker niet in overleg met ons.

"Deze universiteit schildert zich graag af als een universiteit waar de student centraal staat, maar wat de besluitvorming betreft, merken wij daar bar weinig van. Hallo grote bazen! Bij iets dat studenten zó aangaat, willen wij ook worden gehoord! Hallooo!"

De krant wordt een magazine

De vier meest gestelde vragen over de U-blad vernieuwing

Dit is het laatste U-blad in krantenstijl en de laatste keer dat Umagazine verschijnt. Na de kerstvakantie, op 15 januari, verschijnt er een geheel vernieuwd Universiteitsblad in de vorm van een magazine. Vanaf die datum zal er ook meer nieuws te vinden zijn op de website van het U-blad.

De redacties van Umagazine en het U-blad maken vanaf januari samen nog maar één blad. De naam wordt Ublad, zonder streepje. Gekozen is de naam van het blad te behouden, omdat hij al zo'n lange geschiedenis heeft en een begrip is geworden binnen en buiten de Utrechtse universiteit. Het blad wordt iets kleiner van formaat dan het huidige U-blad, het bevat 32 pagina's en is fullcolour. Ook het karakter gaat geleidelijk iets veranderen. Zo zal er meer aandacht uitgaan naar achtergronden en diepgang dan naar nieuws. De redactie gaat haar website (www.ublad.uu.nl) gebruiken om nieuws dagelijks te verspreiden.

De krant op tabloid-formaat voldeed toch behoorlijk? Is zo'n forse ingreep wel nodig?

De dienst U-blad moet bezuinigen. Méér nog wellicht dan andere onderdelen van de universiteit, omdat een substantieel deel van de inkomsten van het U-blad uit advertenties komen, en die markt is de afgelopen jaren vrijwel ingestort. Twee bladen uitgeven is kostbaar en de redactie vroeg zich af of daarop te bezuinigen valt. Zeker als gekeken wordt naar de resultaten van een groot lezersonderzoek dat vorig jaar is gehouden. Daaruit bleek dat de meeste lezers niet goed snappen waarom ze wekelijks twee bladen krijgen. Het onderscheid tussen het U-blad voor onafhankelijke journalistiek en Umagazine voor de bedrijfsjournalistiek, was kennelijk voor vele lezers óf niet helder óf geen issue. Twee bladen uitgeven is dus niet alleen kostbaar, maar bleek ook nog eens verwarrend. Daarbij komt dat de redactie graag nieuws wil brengen op het moment dat het nieuws zich aandient. Met de komst van de digitale media is dat mogelijk geworden. Nieuws kan via de website acuut verspreid worden waardoor het weekblad zich meer kan richten op de achtergronden van het nieuws.

Blijft het nieuwe Ublad journalistiek onafhankelijkheid?

Ja. Dat zijn redactie, redactieraad en college van bestuur al in een vroeg stadium van deze vernieuwingsoperatie overeengekomen. Idee daarachter is dat het Ublad er is voor zowel studenten en medewerkers als het college van bestuur. Medewerkers, zeker in een academische setting, moeten open met elkaar en met hun superieuren kunnen debatteren, en dus zonder remmingen op de hoogte gebracht kunnen worden van wat er zoal speelt. Dat geldt temeer daar de besluitvorming binnen deze universiteit eerder gebaseerd is op draagvlak dan geschied via directieven. Tegelijk echter wil de redactie in haar kolommen ook ruimte bieden voor berichten die per se gecommuniceerd moeten worden. Ten behoeve daarvan wordt onder meer een nauwe samenwerking met universitaire onderdelen gezocht.

Dus universitaire onderdelen krijgen ruimte in het blad?

In het Ublad is een aantal pagina's gereserveerd voor faculteitsberichten; die blijven. Daarnaast zijn er twee servicepagina's ingeruimd waar onderdelen korte berichten op kwijt kunnen, met minimale tussenkomst van de redactie. Voor de wat grotere onderwerpen kan ten allen tijden redactionele aandacht gevraagd worden. De redactie heeft een protocol opgesteld waarmee dat soort aanvragen behandeld wordt en waardoor het voor iedereen transparant is waarom een onderwerp wel of geen aandacht krijgt. De redactie zal zich dus inspannen een mooi, kritisch en universitair herkenbaar blad te maken.

AH

Yvonne laat van zich horen

Wie verwacht had dat met Jan Veldhuis ook de regel- en bemoeizucht uit het Bestuursgebouw zouden verdwijnen, lijkt zich te hebben vergist. Als er ook maar iets waar is van de reputatie die zijn opvolger Yvonne van Rooy inmiddels vooruit is gesneld, dan heeft de nieuwe Utrechtse collegevoorzitter zeker zo’n sterke neiging om de puntjes op alle denkbare i’s te zetten als haar illustere voorganger. 'Nou ja', was de gedachte onder Utrechtse decanen en directeuren, 'voorlopig hebben we nog even rust want Van Rooy maakt pas op 1 februari haar opwachting in Utrecht.'

Dat was dus een misvatting. Tot hun niet geringe verbazing ontvingen de hoogste universitaire functionarissen begin deze maand via het bestuurssecretariaat al post van hun nieuwe baas. En wat voor post. Of zij zo snel mogelijk hun telefoonnummer wilden doorgeven. Niet hun toestelnummer op de universiteit, nee, hun privénummer. Nog nauwelijks van hun verbazing bekomen lazen zij in een volgend mailtje dat Van Rooy ook een goed lijkende pasfoto van hen wilde hebben. Dan kon zij de universitaire bovenbazen vast een beetje leren kennen. Dat weer een paar dagen later óók nog werd gevraagd om een bondige beschrijving van de faculteit of de dienst, met inbegrip van de sterke en de zwakke punten, wekte toen al lang geen verbazing meer.

Navraag bij een aantal geadresseerden leert dat er een soort geamuseerde waardering bestaat voor het doortastende optreden van de nieuwe voorzitter. 'Zorg je voor een foto, waar je een beetje leuk opstaat?', kregen verschillende betrokkenen van hun medewerkers te horen. "Ach", lacht een decaan, "mijn foto staat op de facultaire website en mijn telefoonummer staat in het telefoonboek. Die kan ze krijgen, daar is niks geheims aan."

Slechts één functionaris had er uit privacyoverwegingen moeite mee om zijn telefoonnummer prijs te geven. Maar daar stond de directeur tegenover voor wie het verzoek van Van Rooy lang vervlogen romantische gedachten deed herleven. 'Goh, word ik misschien toch nog een keer door een vreemde vrouw gebeld.' Je kunt het je bijna voorstellen: Van Rooy gezellig voor de open haard met een goed glas wijn en al die foto's voor zich op het tapijt: 'Wat een spetters, wie zal ik eens bellen?'

EH

Zestig studiepunten gelijkstellen aan propedeuse

Instellingen zouden behaalde ECTS-punten eenmalig moeten omzetten in een propedeusediploma. Zo kunnen studenten die van plan zijn mee te loten voor een andere studie toch profiteren van een hogere lotingskans.

De IBG heeft studenten voorafgaand aan het lopende collegejaar toegezegd, dat het behalen van zestig ECTS-punten hetzelfde voorrecht zou geven als een propedeuse. Daarop werd de IBG door het ministerie teruggefloten, omdat er wel degelijk sprake moet zijn van een echte propedeuse. Het ISO vraagt zich in de brief af of de IBG een ernstige fout heeft gemaakt bij de voorlichting. De studentenorganisatie wil voor de huidige eerstejaarsstudenten een overgangsmaatregel, zodat zij toch profiteren van het propedeuse-effect als zij zestig ECTS-punten hebben gehaald.

De Utrechtse studentendecaan Anton van den Hoeven noemt het ISO-voorstel om instellingen eenmalig propedeusediploma's uit te laten reiken "het schieten met een kanon op een mug. In onze reglementen kennen wij geen propedeuse meer. Het gaat om een relatief kleine groep studenten. Het ligt veel meer voor de hand dat de IB-Groep vanwege de gewekte verwachtingen een jaartje coulant is."

HOP/XB

Universiteit helpt Oost-Europese studenten

Ook volgend jaar wonen er Oost-Europese studenten op het University College-terrein. Fortis Nederland besloot eerder om een sponsorcontract voor die groep niet te continueren. Het universitair bestuur neemt nu maatregelen.

Sinds de start van het University College in 1998 hebben zo'n zestig studenten uit Oost-Europa met een beurs van Fortis in Utrecht gestudeerd. De financiële instelling had voor een periode van zeven jaar iets meer dan anderhalve ton euro per jaar beschikbaar gesteld voor deze groep. Gesprekken tussen het college en Fortis over een verlenging van het contract liepen eerder dit jaar op niets uit.

Het University College en het college van bestuur menen dat de Oost-Europese studenten waarvan slechts een enkeling een studie in Utrecht kan betalen een helpende hand moeten worden toegestoken, temeer daar het vaak om zeer goede studenten gaat. Volgens directeur P.Hermans van het College ligt het gemiddelde eindcijfer van deze groep enkele tienden hoger dan dat van de overige studenten. "Het zijn keiharde werkers, die van huis uit gewend zijn gedisciplineerd te studeren."

De voornemens met betrekking tot de Oost-Europese studenten maken overigens deel uit van verdere plannen om meer excellente doch minder draagkrachtige internationale studenten in staat te stellen naar Utrecht te komen. De bedoeling is dat prof.dr. H. van Himbergen, Dean International Graduate Studies en toekomstig Dean van het University College, een beleid gaat opstellen voor het aanboren van interne en externe bronnen waarmee deze groep studenten kan worden geholpen.

XB

Psychologiestudentes opvallend vermoeid

Twintig procent van de eerste- en tweedejaars psychologiestudentes in Utrecht heeft last van vermoeidheidsklachten. Op dit opmerkelijke feit stuitten twee Utrechtse studenten tijdens hun afstudeeronderzoek bij de capaciteitsgroep gezondheidspsychologie.

"In de media wordt veel gesproken over vermoeidheid en daar zijn onze resultaten zeker niet mee in tegenspraak", vertelt Huijbregts. Onder vermoeidheid verstaat het onderzoeksstel iets anders dan het gevoel dat je hebt na intensief sporten. "Ik noem dat gevoel wat je na het sporten hebt, eerder moe", zegt Veringmeier. Huijbregts vult haar aan: "Vermoeidheid betekent voor mij het gevoel dat je hebt aan het einde van de dag, wanneer je heel druk bent geweest. Maar dat is natuurlijk heel persoonlijk."

Wie denkt dat Huijbregts en Veringmeier ook onderzoek hebben gedaan onder jongens, heeft het mis: "We hebben gekozen voor vrouwelijke studenten psychologie, omdat die groep nou eenmaal de grootste onder de psychologiestudenten is. Het was dus een beetje uit noodzaak. Wil je onderzoek tussen vrouwen én mannen, dan moet je onderzoeksgroepen hebben van min of meer gelijke grootte. Die vind je niet zo snel bij psychologie."

Volgens de onderzoekers zijn de resultaten geen reden tot bezorgdheid: "We hebben slechts cijfers van vermoeidheidsklachten die de studentes in één week hebben ervaren. We kunnen dus niet spreken van chronische vermoeidheid. Ook lijken de studentes geen echte last van hun klachten te hebben. Ze functioneren normaal gezien het feit dat de studentes tijdens college zijn ondervraagd.

Volgens Caroline Smulders, studieadviseur bij psychologie, is er vooralsnog niets te merken aan de studentes: "Vermoeidheid is hier geen item. Alleen in combinatie met persoonlijke problemen komt het wel eens voor. Ik kan zelfs geen uitspraak doen over de vermoeidheidsklachten onder studenten van nu en vijf jaar geleden. Dergelijke klachten zijn mij nou eenmaal niet bekend."

Huijbregts en Veringmeier kunnen over hun afstudeeronderzoek niet veel meer vertellen dan ze nu bekend maken, dit om de resultaten van hun vervolgonderzoek niet te frustreren.

FT

Horkerig door goed onderwijs

De brief hierover van de studentleden van de faculteitsraad Rechten aan het faculteitsbestuur, maakte duidelijk in welk duivels dilemma de schrijvers zitten. Geen zinnig mens of hij vindt dat mailtjes waarin wordt gegooid met ziektes of geslachtsdelen niet kunnen. Dat die mails worden teruggestuurd met een verzoek om herformulering, is terecht, erkennen de raadsleden. Maar alsof ze schrokken van hun eigen toegeeflijkheid, vormt de rest van hun brief één lange en scherp geformuleerde aanval op het bestuursbesluit.

Studenten hebben toch het wettelijk recht om te klagen, stellen de juristen in spe. Aan welke bepaling ontleent de onderwijsdirecteur dan eigenlijk het recht om niet te reageren op een klacht? Ja oké, de formulering mag niet onbeschoft zijn. Maar wat is wel en niet onbeschoft en wie bepaalt dat? De raadsleden schrijven: "Sinds wanneer wordt een extern werkende beoordeling aan de hand van duistere criteria overgelaten aan de subjectieve beoordeling en dus de willekeur van ambtenaren? Wij constateren hier een flagrante strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur."

Zo, die kan het rechtenbestuur in zijn zak steken. En het opmerkelijke is dat het ook nog eens allemaal zijn eigen schuld is. Want hoe komt het dat studenten dubieuze mailtjes sturen? Dat is de schuld van de goede docenten die het bestuur aanstelt. "Dankzij onze docenten zijn wij in staat juridisch perfecte brieven te schrijven met (indien nodig) een zeer scherpe toon", aldus de raadsleden. "Zo scherp dat velen het niet zelden als arrogant zullen beschouwen. Mag dat voortaan niet meer?" De conclusie lijkt duidelijk: het bestuur moet horkerige mailtjes niet terugsturen, het moet er blij mee zijn, want ze tonen aan dat wij in Utrecht goed onderwijs krijgen. Benieuwd hoe decaan Dorrestein zich hieruit gaat redden.

EH

Beta-federatie is een feit

Als de faculteitsraden van de vijf Utrechtse bèta-faculteiten ‘ja’ zeggen, kan de lang verwachte bèta-federatie op 1 januari van start gaan. Vorige week bereikten de decanen met het college van bestuur overeenstemming over de manier waarop hun faculteiten zullen gaan samenwerken.

Lange tijd toonden beide partijen zich onvermurwbaar. Een concessie van de decanen bleek vorige week echter goed voor een doorbraak. Zij schrapten de voor het college van bestuur onaanvaardbare passage dat het primaat binnen de federatie bij de faculteiten ligt. Die handreiking was voor het college voldoende om op zijn beurt niet langer aan te dringen op de vorming van een aparte bestuursdienst voor de federatie.

Decaan De Ruijter van Natuur- en Sterrenkunde, die met zijn collega Van Leeuwen de afronding voorbereidde, toont zich ingenomen met het akkoord. "We hebben die scherpe kantjes uit de tekst gehaald die niet wezenlijk waren voor de toekomstige samenwerking. Maar we hebben overeind gehouden dat we een federatie vormen van vijf zelfstandige faculteiten met een eigen begroting en een eigen budget. Het belangrijkste is dat we nu eindelijk aan de slag kunnen om ons gezamenlijke strategische beleid vorm te gaan geven. Dat is het hoofddoel van de federatie en daarover heeft nooit verschil van mening bestaan."

EH

Klokkenluider beschuldigt hogeschool van smaad

Peter de Jong, de man die de HBO-fraude openbaarde, dreigt met juridische stappen tegen Saxion Hogescholen. 'Aperte onjuistheden' in het rapport over de malversaties van de instelling zouden zijn naam beschadigd hebben.

Toen pas begonnen volgens De Jong de 'schokkende praktijken' waar Hendrikx in zijn eindverslag van spreekt. De instelling liep uiteindelijk tegen de lamp met de vervalsing van 42 inschrijvingsformulieren voor buitenlandse studenten. Het strafrechtelijk onderzoek naar deze zaak loopt nog. De Jong ruimde in 2001 het veld. Volgens Hendrikx ging dat gepaard met een afkoopsom. Ook dat is volgens de klokkenluider onjuist.

Begin november stuurde De Jong een brief op poten naar Jan Hendrikx, commissaris van de koningin in Overijssel en voorzitter van de commissie die de praktijken van Saxion onderzocht. Hendrikx wilde inhoudelijk niet reageren 'omdat de commissie ontbonden is'. Bovendien had De Jong de uitnodiging om voor de wijze mannen te verschijnen afgeslagen. De Jong werd doorverwezen naar de Raad van Toezicht van Saxion. Ook die zou niet thuis hebben gegeven.

Saxion Hogescholen was gisteren niet voor commentaar bereikbaar.

HOP