Nieuws

Manpower biedt Utrecht positieve leerstoel aan

In haar voorstel aan de faculteit Sociale Wetenschappen wijst de stichting op het feit dat veel onderzoek op het terrein van de organisatiepsychologie zich richt op disfunctionerende werknemers. Het is volgens de stichting hoog tijd voor onderzoek naar de psychologische kenmerken van werknemers die wel goed functioneren. De zo opgedane kennis van positief organisatiegedrag zal niet alleen zorgen voor betere prestaties van bedrijven en instellingen, maar ook voor meer tevreden en gezondere medewerkers.

Om haar doel te verwezenlijken heeft Manpower de faculteit Sociale Wetenschappen via de Stichting Human Results Company gevraagd om voor één dag in de week een bijzondere leerstoel in Utrecht te mogen vestigen. Opmerkelijk is dat zij toezegt niet alleen het salaris van de aan te stellen hoogleraar voor die ene dag te betalen. Voor de overige vier dagen zal diens huidige salaris worden aangevuld tot hoogleraarsniveau.

Uit die laatste formulering kan worden afgeleid dat de uitzendorganisatie al een kandidaat op het oog heeft, maar decaan Koops van Sociale Wetenschappen bestreed die suggestie vorige week in de faculteitsraad ten stelligste. "Wij vestigen eerst de leerstoel en gaan dan pas op zoek naar een kandidaat." Koops zag overigens wel een ander gevaar in het aanbod: "In Delft kreeg een onderzoeker onlangs problemen met kritiek op Prorail, omdat hij een dag in de week als bijzonder hoogleraar door die organisatie werd betaald. Die situatie moeten wij hier vermijden. Als de nieuw aan te stellen hoogleraar de andere vier dagen onderzoek doet in opdracht van Human Results Company, dan mag dat alleen onder verantwoordelijkheid van een andere hoogleraar."

Onder die voorwaarde en in de wetenschap dat de wereldwijde Manpower organisatie veel geld in onderzoek steekt, ging de faculteitsraad unaniem accoord met het voorstel.

EH

Wiskundige Duistermaat Akademiehoogleraar

Het vorig jaar gestarte programma 'Akademiehoogleraren' vormt het sluitstuk van een serie persoonsgerichte subsidies, waartoe ook de Veni-, Vidi- en Vicibeurzen en de Spinozapremie van onderzoeksorganisatie NWO behoren. Het Akademiehoogleraarschap is bedoeld voor excellente hoogleraren van 55 jaar en ouder. Voorwaarde voor toekenning is dat de faculteit met het vrijvallende salaris van de Akademiehoogleraar tenminste één jonge talentvolle opvolger aanstelt.

Met de benoeming van Duistermaat, die maandag 1 maart door president Levelt van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen werd bekendgemaakt, is een bedrag van 200.000 euro per jaar gemoeid. Dat geld (deels salaris, deels onderzoeksbudget) mag de Utrechtse hoogleraar zuivere en toegepaste wiskunde tot aan zijn emeritaat in december 2007 volledig naar eigen inzicht besteden.

In een korte toespraak maakte Levelt duidelijk dat Duistermaat zijn benoeming te danken heeft aan zijn veelzijdige bijdrage aan de ontwikkeling van de wiskunde. De in 1974 in Utrecht aangestelde hoogleraar geldt als een van 's werelds belangrijkste experts op het gebied van differentiaalvergelijkingen. Naast fundamenteel onderzoek verricht hij ook meer toegepast werk, vaak op gebieden die ver buiten de grenzen van zijn eigen specialisatie liggen.

Duistermaat reageerde verrast op zijn uitverkiezing. Hij zei zichzelf nooit te hebben beschouwd als een 'kanon' op zijn vakgebied. Zelfs van zijn specialismen zei hij niet het gevoel te hebben die echt te beheersen. Voor zijn veelzijdigheid had hij een originele verklaring: "Als ik een tijd met een bepaald onderwerp bezig ben geweest, krijg ik claustrofobie. Dan probeer ik elders wat te vinden en tot mijn verbazing lukt dat af en toe."

Naast Duistermaat werden dit jaar nog vier Nederlandse hoogleraren tot Akademiehoogleraar benoemd. Tijdens de eerste benoemingsronde werd vorig jaar onder meer de Utrechtse theoretisch fysicus Gerard ’t Hooft Akademiehoogleraar.

Voor meer informatie zie: www.knaw.nl

EH

Studenten draaien restaurant voor Albanië

Happietaria aan de Oudegracht 32 (de sociëteit van SSR-NU) is open van 2 tot 20 maart, elke avond van 7 uur tot half 11. De studenten zorgen voor de bediening; professionele koks maken de maaltijden belangeloos klaar.

"Studenten willen meer doen dan een girootje invullen, ze willen tijd en creativiteit geven aan medemensen", zegt Arend Wesdijk, voorzitter van het 'managementteam' van het restaurant.

Met het verdiende geld realiseert Happietaria een aantal watersystemen onder leiding van de hulporganisatie Stichting Dorcas. Dorcas werkt al meer dan tien jaar in de regio Korça, in het zuidoosten van Albanië. Het hoofddoel van alle activiteiten is het verbeteren van de levensomstandigheden van de bevolking, met name in de afgelegen bergdorpjes.

Iedere euro die het restaurant verdient, wordt via premies en subsidies van de stichting Wilde Ganzen en ICCO verdriedubbeld. Happietaria is erin geslaagd de kosten laag te houden dankzij bijdragen van verschillende bedrijven, in geld of in natura.

Onder de vlag van Stichting Happy Gift zijn ook in andere studentensteden gelijke initiatieven genomen.

AH

Schizofrene patiënten kunnen beter niet blowen

De resultaten van het onderzoek, uitgevoerd binnen het Rudolf Magnus Instituut, zijn op 27 februari op de site van the American Journal of Psychiatry gepubliceerd.

Een mogelijke verklaring voor dit fenomeen is dat cannabis de eerste psychose bij schizofrenie vervroegt. Een andere verklaring is dat cannabis schizofrenie veroorzaakt bij patiënten die genetisch kwetsbaar zijn, maar de ziekte zonder cannabisgebruik niet hadden gekregen.

In ieder geval lijkt er een verband te zijn tussen cannabisgebruik en het ontstaan van schizofrenie op jongere leeftijd. Het onderzoek is van groot belang omdat het verloop van schizofrenie bij een vroege ontstaansleeftijd ongunstiger is.

De onderzoeksgroep bestond uit 133 patiënten met schizofrenie. Zowel bij de patiënten als bij een familielid werd een uitgebreid interview afgenomen over de symptomen van schizofrenie en over het gebruik van cannabis.
De gemiddelde leeftijd van de eerste psychose was voor cannabisgebruikers 23 jaar en voor niet-gebruikers 30 jaar.
AH

Roeier Rom Colthoff niet in Olympische Acht

Rom Colthoff viel deze week af na trainingen en testmomenten in Spanje en Nederland. Hij wil nu met drie andere afvallers proberen zich in de vier-zonder stuurman alsnog te kwalificeren voor Athene. Dat zal uiteindelijk moeten gebeuren tijdens het kwalificatietoernooi in Luzern in juni. Ook de mannen acht moet zich daar nog bewijzen.

Op Rom Colthoff is alle Utrechtse roeihoop gevestigd nadat Orca-roeier Geert Cirkel dit najaar besloot het toproeien vaarwel te zeggen om zich helemaal op zijn geneeskundestudie te kunnen storten. Dat Rom Colthoff dit jaar op topniveau acteert mag overigens een wonder heten. In een interview met het Ublad eerder dit jaar vertelde hij over de burn-out die ervoor zorgde dat hij vorig jaar geruime tijd uit de running was.

xb

Utrechtse conferentie constateert olifantenplaag

In sommige Afrikaanse landen is de groei van het aantal olifanten alarmerend, zo concludeerden in november de aanwezigen bij de conferentie 'control of wild elephant populations' in Beekbergen. De ecosystemen en bio-diversiteit in die landen lopen groot gevaar door de veelvraten. Om die reden wordt opgeroepen tot actie. Op korte termijn is transporteren van de olifanten een optie. Maar aan het afschieten van olifanten kan waarschijnlijk niet worden ontkomen. Op lange termijn moeten methoden van anti-conceptie tot oplossingen kunnen leiden.

De expertmeeting in Beekbergen was een initiatief van de Nederlandse multimiljonair Paul Fentener van Vlissingen, die zelf een natuurpark in Zuid-Afrika heeft. Voorzitter was de Utrechtse hoogleraar Colenbrander. Het Prins Bernard Natuurfonds betaalde voor de bijeenkomst. Vandaag ging een website in de lucht waar de verslagen en conclusies zijn terug te vinden.

Natuurbeschermingsorganisaties die de afgelopen decennia de olifant aan een hoge aaibaarheidsfactor hebben geholpen ontvingen de bevindingen vorige maand, maar hebben nog niet gereageerd.

xb

website van expertmeeting:
http://elephantpopulationcontrol.library.uu.nl

Studenten moeten meer uren maken

De universitaire commissie die de evaluatie uitvoerde pleit in het rapport 'op weg naar actief studeren' voor het stellen van hogere eisen aan studenten. Deze geven immers aan veel minder uren aan hun studie te besteden dan de 35 tot 40 uur per week die gevraagd wordt. De meesten komen niet verder dan 27 uur. De commissie concludeert dat door het invoeren van meer verplichtingen in het onderwijs de vrijblijvendheid is teruggedrongen, maar dat het stimuleren van studenten minder ver gevorderd is. Nieuwe uitdagende werk- en toetsvormen zijn daarvoor eerder de oplossing dan het opleggen van nieuwe verplichtingen. Niveauverschillen binnen een cursus moeten bovendien niet moeten worden geschuwd, zo vindt de commissie die pleit voor het 'opschudden van de gelijkheidsdeken'.
Naar aanleiding van deze vaststelling heeft het college van bestuur vandaag in een brief aan de universiteitsraad voorgesteld een meetbare inspanningseis van 15 tot 20 uur per cursus op te nemen in de universitaire richtlijn bachelor-master. Studenten die twee cursussen volgen voldoen dan aan het gewenste aantal studie-uren.

Terwijl studenten minder uren zijn gaan maken, is de onderwijslast van docenten veel hoger geworden door het intensieve karakter van het bama-onderwijs, zo constateert de commissie. In de brief vandaag stelt het college van bestuur een 'evaluatie over de balans tussen onderwijs en onderzoek' in het vooruitzicht. Mede gezien de bezuinigingsnoodzaak is meer informatie over de omvang en kosten van het onderwijs volgens het college zeer gewenst. In haar rapport stelt de commissie al dat veel medewerkers door de onderwijsbelasting problemen hebben te voldoen aan hun onderzoekstaak.

Het college van bestuur concludeert naar aanleiding van de brede bama-rapportage van de commissie dat 'het schip op koers is'. Grote wijzigingen zijn dan ook niet gewenst. Duidelijk is dat verdere ontwikkeling van het tutoraat en portfolio en de verdere integratie van academische vorming in het onderwijs nog meer aandacht behoeven. Ook de onderwijsorganisatie moet efficiënter gaan opereren, enerzijds om de gewenste keuzevrijheid van studenten te garanderen anderzijds om het werk van docenten te faciliteren.

Naar aanleiding van het door de commissie opgeworpen probleem van de recidivisten, die tot frustratie van docenten en mede-studenten cursussen vele malen overdoen, geeft het college aan veel te zien in een universiteitsbrede invoering van het bindend studieadvies. Het voorstel van de commissie om onvoldoendes te laten staan op de cijferlijst bij het bachelordiploma wordt afgewezen. Dit zou Utrechtse bachelors benadelen bij hun entree op de arbeidsmarkt.

xb

Brief aan u-raad:
http://www.ublad.uu.nl/specials/brief.pdf

Evaluatie bama-commissie:
http://www.ublad.uu.nl/specials/bijlage.pdf

Balkenende pareert kritiek op innovatieplatform

De kritiek op het Innovatieplatform is de laatste tijd niet mals. “Laten we het in vredesnaam nooit meer hebben over kenniseconomie. En het Innovatieplatform? Zo snel mogelijk opheffen dat ding.” Zo besluit economieredacteur Frank Kalshoven zijn vernietigende column in de Volkskrant van 21 februari, waarin hij de vloer aanveegt met Frans Nauta van Nederland Kennisland (secretaris van het Innovatieplatform) en zijn ‘opportunistische fellowtravellers’.

Met die laatste doelt hij op ‘kamerleden, politieke partijen, ministers, een premier, wetenschappers, topbestuurders van grote ondernemingen, ambtenaren en universiteitsbestuurders’. De ironie wil dat degenen die op het Innovatieplatform aandrongen, voortdurend tamboereerden op het credo ‘geen woorden maar daden’. Nu zij zelf in het platform zitten, krijgen ze dezelfde aansporing te horen.

Maar volgens Balkenende timmert het platform wel degelijk aan de weg. Hij noemt de inhoudelijke bijdrage aan het Wetenschapsbudget, waarin het kabinet eind 2003 zijn visie op het wetenschappelijke onderzoek formuleerde. Zo heeft het Innovatieplatform geadviseerd over de verdeling van de extra 185 miljoen euro voor kennis en innovatie.

Ook bij de introductie van de TechnoPartner-regeling en het Deltaplan bèta/techniek heeft het Innovatieplatform een belangrijke rol gespeeld, evenals bij de formulering van het innovatiebeleid in de zogeheten Innovatiebrief van de ministeries van EZ en OCW.

Balkenende geeft het Innovatieplatform ook de credits voor de doorbraak in de discussie over snellere toegang tot ons land van buitenlandse kenniswerkers. Er komt één loket, één procedure en één document, én verlaging van de leges.

Twee weken geleden heeft het Innovatieplatform gepleit voor meer uitwisseling van onderzoekers tussen bedrijven en kennisinstellingen, bijvoorbeeld in de vorm van stages of promotieplaatsen. Het platform beveelt aan om hiervoor eerst een experiment te starten. Balkenende zegt toe dat de ministers van EZ en OCW hierop spoedig met een reactie komen.

Om aan de kritiek op de onzichtbaarheid tegemoet te komen, zal de website van het Innovatieplatform nog deze maand eindelijk online gaan. Ook zullen leden van het platform en medewerkers van het projectbureau de komende tijd gesprekken voeren met uiteenlopende groepen uit de samenleving. De brief noemt daarbij onder anderen scholieren, docenten, studenten en onderzoekers.

HOP

Einde aan Letterenblad De Marge

Letterendirecteur Middelberg heeft na de eerdere ervaringen met De Marge geen vertrouwen in het plan van de twee redactieleden. "We vinden het eigenlijk wel mooi geweest. We gaan er een punt achter zetten."

In december maakte Middelberg al bekend de subsidie voor De Marge stop te willen zetten, nadat een nieuw nummer van De Marge maanden op zich liet wachten. De faculteit had eerder met de redactie afgesproken dat naar aanleiding van dat nieuwe nummer beslist zou worden over de voortzetting van De Marge. Het blad dat naar de mening van het letterenbestuur te ver van de faculteit af stond zou een nieuwe koers gaan voeren. De nadruk moest minder komen te liggen op sociaal-culturele onderwerpen en meer op faculteitsnieuws.

De redactie beloofde in een reactie dat uiterlijk in februari een nieuw blad in de letterengebouwen zou liggen. Deze week werd echter duidelijk dat twee redactieleden weinig vertrouwen hebben in het verschijnen van een nieuw nummer. Er zijn problemen met vormgevers. Bovendien was de kopij voor het nieuwe blad van dien aard dat deze waarschijnlijk niet op de goedkeuring van het faculteitsbestuur zou kunnen rekenen. Een van de onderdelen van het blad zou een verhalenwedstrijd rondom het onderwerp 'sex' zijn. Middelberg: "Dat is meestal niet het goede thema om een discussie zoals wij die wilden voeren te openen."

De studenten, Lo Luijten en Ingmar van de Beld, dienden daarop een verzoek in bij de directeur om een nieuw blad te mogen gaan maken. Middelberg reageert daar nu dus negatief op.

xb

Sociëteiten tijdens UIT op maandag dicht

Volgens de commissie heeft de sluiting van de sociëteiten op de eerste dag van de UIT dit jaar goed gewerkt. Op die dag staat groepsvorming onder de aanstaande studenten centraal en dat doel wordt het best bereikt met een programma dat zoveel mogelijk deelnemers samenbrengt. Daar staat volgens de commissie tegenover dat de verontwaardiging van de verenigingen over de programmering door de introductiecommissie van de film ‘Van God los’ op 'hun' dinsdagavond niet helemaal ongegrond was. De klacht dat zij hierdoor leden zijn misgelopen wordt weliswaar niet gestaafd door de realiteit, maar toch adviseert de commissie de nieuwe introductiecommissie om nog eens goed naar de dubbele programmering op dinsdagavond te kijken.

Over de hele linie is de adviescommissie tevreden over de gang van zaken tijdens de UIT 2003. Dat gold trouwens ook voor de 2950 deelnemers en de 500 mentoren die de Utrechtse vierdaagse respectievelijk een 8,3 en een 7,8 als rapportcijfer geven. 87 procent van de ondervraagden is voldoende aan de weet gekomen over stad en universiteit, nog twee procent meer zou zelfs zo weer aan de UIT meedoen. Ook bij de mentoren overheerst tevredenheid, al geven zij aan dat er wel erg veel nadruk lag op het leren van liedjes.

Al met al concludeert de adviescommissie dat de opzet van de UIT dit jaar zo goed als ongewijzigd kan blijven. Dat geldt zeker voor de relatief beperkte inbreng van de gezelligheidsverenigingen. Wel moet worden gezorgd voor een beter programma op maandagmiddag. De gelijktijdige programmering van activiteiten door de verenigingen en de introductiecommissie is geen bezwaar en kan als gevolg van de concurrentie zelfs leiden tot kwaliteitsverbetering. Het college van bestuur heeft de aanbevelingen van de adviescommissie intussen integraal overgenomen.

EH