Verfbeurt

Oké

UUR-debat

Loopbrug

Na maanden van moeizame onderhandelingen zijn de bonden het met universiteitenvereniging VSNU eens geworden over een nieuwe cao voor universitair personeel. Zo krijgen jonge onderzoekers een forse salarisverhoging en oudere werknemers een betere seniorenregeling.

Begin april liepen de onderhandelingen vast op het inschalen van assistenten in opleiding in schaal 10 met een beginsalaris van 2136 euro (nu 1500 euro). De VSNU weigerde akkoord te gaan waarop de bonden uit het overleg stapten. Nu gaat de VSNU toch akkoord maar het beginsalaris wordt 1831 euro bruto per maand. De VSNU: “We hebben aan schaal 10 een treetje lager toegevoegd.” De verhoging zal voor de huidige promovendi in drie stappen verlopen. Per 1 september 2005 moeten alle jonge onderzoekers in de juiste schaal zitten.

Keijzer van de VSNU verzekert dat de salarisverhoging voor aio’s niet betekent dat er minder promovendi worden aangesteld. “De afspraken passen binnen de loonruimte die het kabinet heeft vastgesteld.”

Hoewel hij nog maar net kennis heeft genomen van het bereikte akkoord, plaatst rector-magnificus Gispen van de UU vraagtekens bij de verzekering van Keijzer dat de salarisverhoging voor aio’s geen consequenties zal hebben voor het aantal promotieplaatsen. “Vanuit macro-perspectief gezien mag daar misschien geld voor zijn, maar gezien de grote problemen waarvoor wij in Utrecht staan, kan ik niet garanderen dat deze nieuwe CAO in al onze faculteiten ‘aio-neutraal’ kan worden ingevoerd.”

Voor de overige universitaire medewerkers zijn de partijen een gematigde loonontwikkeling overeengekomen, van in totaal twee procent (0,9 procent op 1 september en 1,1 procent op 1 maart 2004). Het akkoord voorziet ook in een maatregel om het probleem van de vergrijzing tegen te gaan. De komende jaren dreigt via vervroegde pensionering in hoog tempo veel kennis te verdwijnen. Daarom krijgen werknemers van 59 jaar en ouder de mogelijkheid korter te werken met behoud van salaris. Verder is afgesproken dat ondersteunend personeel flexibelere werktijden krijgt. Tenslotte is er ook nog goed nieuws voor personeel met een I/D-baan (voorheen ‘Melkertbaan’). Afgesproken is om 35 procent van deze gesubsidieerde betrekkingen om te zetten in reguliere banen.

Zeven studentenhuisvesters willen tweehonderd miljoen euro investeren om de kamernood aan te pakken. Afgelopen week presenteerden ze een actieplan aan de Tweede Kamer.

Op de korte termijn hebben de vele duizenden kamerzoekenden in die steden daar nog weinig aan. Als tijdelijk onderdak moeten er 3000 kamers komen in sloopwoningen, oude bejaardentehuizen, kantoren of prefab-eenheden. In Utrecht, met 38.000 voltijdstudenten is er een tekort van 2000 kamers. Door de aanzwellende stroom buitenlandse studenten zijn nog eens duizend eenheden nodig. De SSH Utrecht is van plan om 1600 nieuwe kamers te bouwen. In 2005 kunnen 550 bewoners terecht in het nieuwe complex Uithof II. Met de aankoop van panden moeten er nog eens 540 eenheden bij komen. Bovendien stelt de stichting tot en met 2010 jaarlijks 1600 tijdelijke eenheden ter beschikking.

Bij de presentatie van het actieplan deed kenniscentrum studentenhuisvesting Kences een beroep op de politiek om te zorgen dat ook kamerbewonende studenten recht op huursubsidie krijgen. Daardoor zouden de nieuwbouwplannen sneller, betaalbaar en rendabel worden. Toen dit onderwerp eind vorig jaar in de Tweede kamer ter sprake kwam, legde toenmalig minister Kamp (VROM) de wens van de Kamer naast zich neer. In het regeerakkoord van Balkenende is er geen letter over te vinden.

Als de huursubsidie voor kamerbewoners er niet komt, heeft Kences een ander plan achter de hand: de bouw van meer zelfstandige eenheden waar wel huursubsidie voor te krijgen is. Kences-directeur G. Mul rekent voor dat als alle Nederlandse studentenhuisvesters de komend vijf jaar 15.000 eenheden bouwen waarvan tachtig procent uit zelfstandige woonruimte bestaat dat de overheid twaalf miljoen euro aan subsidie gaat kosten. Met huursubsidie voor studenten doen de stichtingen het precies andersom: twintig procent zelfstandig, de rest kamers. "Daarmee bespaart de overheid 2,8 miljoen euro", aldus Mul.

Zelf geven de huisvesters de voorkeur aan de bouw van kamers boven zelfstandige flats. Mul: "Vooral in het begin van de studie willen studenten de voorzieningen delen vanwege de sociale contacten. Een student wil in de keuken kunnen uithuilen over een niet gehaald tentamen."

Het ziet er naar uit dat Utrecht komend studiejaar in de meeste faculteiten ongeveer evenveel studenten zal trekken als dit jaar. De belangstelling voor economie en Duits blijft fors achter. Dat blijkt uit de jongste vooraanmeldingscijfers.

Opvallend is de toegenomen interesse voor de harde bèta-richtingen. Voor Wis-, natuur- en sterrenkunde hebben zich 10 procent meer studenten ingeschreven. Scheikunde trekt landelijk zelfs 16 procent aan. Zorgelijk is de situatie voor een aantal kleine letterenrichtingen. De vooraanmeldingen voor Muziekwetenschap, Frans, Spaans en Italiaans loopt met een derde terug. Voor Duits hebben zich zelfs pas zestien studenten aangemeld, van wie twee in Utrecht. Vorig jaar om deze tijd had Utrecht elf van de in totaal veertig aanmeldingen binnen.

In Utrecht doen geschiedenis, sociologie en Portugees het goed. De belangstelling voor economie loopt opmerkelijk terug. Vorig jaar meldden zich al 153 aanstaande economiestudenten, op dit moment staat de teller pas op 100. Met uitzondering van de Universiteit van Amsterdam loopt ook elders de interesse voor economie terug.

Binnen de UU blijft de belangstelling voor studierichtingen met een numerus fixus groeien. Voor de 312 plaatsen bij Geneeskunde hebben zich al 931 belangstellenden aangemeld - honderd meer dan vorig jaar. Ook de interesse voor de negentig plaatsen bij bestuurs- en organisatiewetenschap nam fors toe.

De cijfers van de IBG moeten overigens met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Aankomende studenten kunnen nog voor een andere instelling kiezen, terwijl aan de grote groep twijfelaars nog druk wordt getrokken met open dagen voor de late beslissers.

Decaan W. Koops van Sociale Wetenschappen en derdejaars studente I. Versteegt hebben een extern deskundige om een oordeel gevraagd over de collegestof van een inmiddels vetrokken docent psychologie. Volgens Versteegt was de collegestof racistisch van aard.

Nadat in de faculteitsraad van Sociale Wetenschappen vragen over de kwestie waren gesteld, heeft de decaan Versteegt alsnog uitgenodigd voor een gesprek, dat volgens beide partijen in een goede sfeer is verlopen. Afgesproken is dat de zaak niet heropend zal worden, maar dat de omstreden collegestof zal worden voorgelegd aan een deskundige van buiten de universiteit. Op verzoek van Versteegt wordt ook het landelijk bureau racismebestrijding om advies gevraagd. Behalve een oordeel over dit ene, specifieke geval is de twee instanties ook gevraagd om een meer algemene aanbeveling over de manier waarop onderwijsgevenden dit soort omstreden theorieën aan de orde moeten stellen. De adviezen van de deskundigen zullen door Koops en Versteegt in een gezamenlijke verklaring naar buiten worden gebracht.

U-CCER BV, het bedrijf van de Utrechtse theoloog prof.dr. D. van der Plas, is failliet. De vraag naar cd-roms met afbeeldingen van Egyptische schatten in Europese musea was onvoldoende om het bedrijf uit de rode cijfers te halen.

Uit de jaarrekening van de holding van de Universiteit Utrecht blijkt dat U-CCER in 2002 voor het vierde achtereenvolgende jaar verlies leed. In totaal was het tekort opgelopen tot ruim een half miljoen euro. Omdat de vooruitzichten op de cd-rom markt niet rooskleurig zijn en ook de verkoop via Internet geen soelaas bood, vroeg Van der Plas dit voorjaar surséance van betaling aan. Kort daarop verklaarde de rechtbank U-CCER failliet. De universiteit schiet er als gevolg van het faillissement ongeveer een kwart miljoen euro bij in.

Uit het jaarverslag van de holding blijkt dat 2002 voor meer Utrechtse BV's een moeilijk jaar is geweest. Vorig jaar meldde het U-blad al het faillissement van Glaucus, het bedrijf van farmacie-hoogleraar Humphery-Smith. Naar nu blijkt heeft ook U-CAT, dat werd opgericht rondom enkele patenten van emeritus-hoogleraar scheikunde Geus, zijn langste tijd gehad. Het bedrijf dat mikte op de ontwikkeling van een nieuw soort katalysator, heeft de hooggespannen verwachtingen niet kunnen inlossen, stelt directeur Van Strien van de holding. Besloten is daarom de patenten te verkopen en het bedrijf te liquideren. Datzelfde lot bedreigt een andere veelbelovende loot aan de Utrechtse stam, te weten Upither BV, dat zich richt op de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voor auto-immuunziekten zoals reuma en MS. De activiteiten van Upither liggen stil en onduidelijk is of een doorstart mogelijk is.

Ondanks deze tegenvallers is Van Strien niet ontevreden. Een aantal andere bedrijven presteerde wel bevredigend met als gevolg dat de holding in 2002 in totaal anderhalf miljoen euro winst maakte. Dat was voor een belangrijk deel te danken aan het succes van de octopus, het door de Utrechtse chirurg Borst ontwikkelde apparaat dat bij hartoperatie de hart-long machine overbodig maakt. In gevolge eerder gemaakte afspraken heeft de holding de winst en een deel van de bedrijfsreserve in de vorm van een dividend van twee miljoen euro aan de universiteit uitgekeerd.

Studenten moeten dit jaar erg veel moeite doen om vakantiewerk te vinden. Uit een rondgang langs de Utrechtse uitzendbureaus blijkt dat het aanbod van werk deze zomer veel kleiner is dan in voorgaande jaren. Uitzendbureaus wijten deze daling aan de verslechterde situatie van de economie: "Bedrijven laten hun vaste werknemers liever wat harder lopen, dan dat ze een vakantiekracht inhuren."

Het grote aanbod van beschikbare studenten wordt volgens van Diejen niet veroorzaakt door een toename van het aantal inschrijvingen: "Er zijn dit jaar niet méér studenten bij ons langsgekomen dan in voorgaande jaren. De ruimte op de markt voor bijbaantjes komt echt doordat bedrijven minder vakantiekrachten inhuren, niet doordat meer studenten een baantje willen." Ook in Utrechtse vestigingen als Vedior, Susa Student Uitzendburea en Content is het aantal inschrijvingen dit jaar gelijk gebleven. "Dat is het eigenlijk al jaren."

Uitzendbureau Vedior verwacht dat het aantal vakantiebanen deze zomer gemiddeld opnieuw vijftien tot twintig procent lager zal liggen dan vorig jaar. Toen was het aanbod ook al met twintig procent gedaald in vergelijking met 2001. Deze cijfers komen overeen met de resultaten uit het tweejaarlijks onderzoek van MKB-Nederland (Midden- en Kleinbedrijf). Hieruit bleek dat er in de zomer van 2001 nog plaats was voor ruim een miljoen vakantiekrachten, tegen minder dan 800.000 in 2002.

Deze weinig bemoedigende cijfers stroken met de ervaringen van de student Cognitieve Kunstmatige Intelligentie Menno van Elk. Al weken gaat hij de Utrechtse uitzendbureaus af, maar heeft nog steeds geen geschikt vakantiewerk gevonden. "In voorgaande jaren had ik binnen een dag een leuk baantje, maar nu is er echt niets fatsoenlijks te krijgen." Tot nu toe kon hij alleen een paar uur per week aan de slag als schoonmaker of vakkenvuller, maar dat leek de student niets. "Er moet uiteindelijk toch wel iets beters te vinden zijn?"

Moeilijke tijden

•Creyf's ASA Student: "Er zijn wel wat baantjes te vinden voor studenten, maar dat zijn niet de leukste. Het zijn moeilijke tijden."

•Content: "Bedrijven besparen geld door geen vakantiekrachten te nemen, waardoor wij dus ook veel minder werk hebben dan in andere jaren."

•Dactylo: "In vergelijking met vorig jaar is het aanbod heel schaars. De kans dat je hier na één bezoekje al met een functie de deur uitloopt, is nu heel klein."

•Students for Students: "Er zijn momenteel veel meer mensen op zoek naar een baan dan dat er vacatures zijn. En wij kunnen ze ook niet helpen."

•Susa Studenten Uitzendbureau: "Er is minder werk, terwijl de inschrijvingen wel doorlopen. De slechte economie werkt overal in door."

•Tempo Team: "Het aanbod is wel minder, maar het is ook nog vroeg in het seizoen. Misschien komen de vacatures nog?"

•Allure Uitzendbureau: "Wij kunnen helaas ook niet iedereen aan een baan helpen op dit moment. Er is veel minder werk dan vorig jaar. Hoe dat komt? Door de economie, hè. Een uitzendkracht inhuren is toch vrij duur."

Het college van bestuur is vooralsnog niet van zins de universitaire richtlijn voor het bachelor-masterstelsel te veranderen. Een werkgroep van de universiteitsraad had hierop aangedrongen. Wel overweegt het college de slogan 'inschrijven=meedoen=halen' zoveel mogelijk te vermijden.

Niet zelden werd bij een cursus een strikte aanwezigheidsplicht ingevoerd. In dat rigide beleid kon één keer spijbelen aan het begin van een cursus tot uitsluiting leiden. Een werkgroep van de U-raad wilde daarom graag in de richtlijn vastleggen dat alleen naar aanleiding van een feedback-gesprek halverwege de cursus door de docent mag worden vastgesteld of een student al dan niet aan de gestelde verplichtingen voldoet.

Het college erkent dat de gebruikte slogan tot misverstanden heeft geleid en onderschrijft de mening dat uitsluiting van een cursus alleen op redelijke gronden kan gebeuren. het CvB stelt echter dat klachten hieromtrent in eerste instantie aan de orde moeten komen op opleidingsniveau. De richtlijn is volgens het college bedoeld om de grote lijnen aan te geven.

Om dezelfde reden weigert het college te tornen aan de gestelde norm van acht contacturen tussen student en docent per cursus. Volgens het college gaat het slechts om een indicatie van het aantal uren dat docenten aan begeleiding van studenten moeten besteden. Volgens de werkgroep is het aantal van acht te veel.

Het college van bestuur sluit een aanpassing van de vorig jaar opgestelde richtlijn op termijn overigens niet uit. Dit zal echter pas gebeuren nadat

de Universitaire Commissie Bachelor-Master verslag heeft uitgebracht van een gespreksronde met alle opleidingen.

Het besluit van het college niet in te gaan op de wensen van de commissie van de U-raad werd woensdag besproken. Te laat voor dit nummer van het U-blad om er nog verslag van te doen.

Eind 2005 moet De Uithof een stuk veiliger zijn. Volgens plannen die de gemeente vorige week bekendmaakte moet de busbaan op de Heidelberglaan dan gereed zijn. Opvallend is dat de Heidelberglaan maar één halte krijgt.

In de plannen wordt eveneens voorzien in een aansluiting van de Heidelberglaan/Padualaan op een toekomstige hov-baan via de Weg tot de Wetenschap. Met deze route 'om de Zuid' moet De Uithof via twee snelle busverbindingen met de binnenstad worden verbonden.

Uit het nieuwe ontwerp blijkt dat er sprake is van twee rijstroken die door een verharde middenberm worden gescheiden. Deze zijn ten opzichte van de huidige situatie ook nog eens versmald. Hierdoor zullen de bussen minder hard gaan rijden en wordt inhalen onmogelijk.

Verder wordt duidelijk dat de Padualaan verlegd wordt. De weg zal vlak langs het Kruytgebouw komen te liggen. Dit vooral om de veiligheid rondom de busbaan te vergroten, aldus de gemeente. Hier zal ook een eerste halte in De Uithof komen te liggen. Een tweede halte ligt tussen het Van Unnik- en Bestuursgebouw. De laatste halte is vanzelfsprekend het UMCU.

Wat betreft de busbaan valt tenslotte op dat oorspronkelijke plannen om de kruising tussen Heidelberglaan en Bolognalaan ongelijk te maken van tafel zijn. De nieuwe plannen voorzien wel in een nieuwe inrichting van de drukke kruising.

Bekend was al dat een fietspad aangelegd wordt aan de zuidkant van de hov-baan. Nu ligt de fietsroute juist aan de noordkant.

De gemeente heeft inmiddels een inspraakprocedure gestart. Tot 3 juli kan er gereageerd worden op de plannen. Het ontwerp ligt onder meer ter inzage bij het DOBI op de begane grond in het Bestuursgebouw.

De faculteit Diergeneeskunde gaat bij de rechter in beroep tegen de uitspraak van het College van Beroep voor Examens. Het CBE vindt dat een eerstejaars, die via decentrale selectie is aangenomen, mag switchen naar het populaire studiepad 'gezelschapsdieren en paard'.

De decentrale selectie bestaat sinds het studiejaar 2001-2002. Studenten die zich hiervoor aanmelden en worden aangenomen moeten het studiepad LH/VV volgen. Zij komen niet in aanmerking voor het populaire studiepad 'gezelschapsdieren en paard' (GD/P) waarvoor een loting geldt. Switchen van LH/VV naar GD/P behoort daarom niet tot de mogelijkheden.

Diergeneeskunde wil de student die kiest voor decentrale selectie houden aan de gemaakte afspraak. En niet in de laatste plaats omdat dit ook wrevel oproept bij studenten die via loting zijn toegelaten tot de opleiding. Bovenal is de decentrale selectie in het leven geroepen om te voldoen aan de maatschappelijke vraag naar dierenartsen met de specialisatie LH/VV. "Het gaat ons om de procedure, die volgens ons solide is", aldus onderwijscoördinator J. Haarhuis.

In eerste instantie gaat Diergeneeskunde in beroep bij de rechtbank, met de mogelijkheid in hoger beroep te gaan bij de Raad van State. De officiële tegenpartij is het univerisitaire College van Beroep, maar de betrokken student Maarten van de Wal kan opgeroepen worden als belanghebbende.

Op dit moment houdt diergeneeskunde zich aan de uitspraak van het CBE. Dit betekent dat de student Maarten van de Wal kan switchen naar zijn gewenste studiepad LH/VV. Volgens Haarhuis is dit echter onder voorbehoud, want als de rechter in het voordeel van de faculteit beslist, kan de student alsnog teruggeplaatst worden naar LH/VV.

Diergeneeskunde is de eerste faculteit die in beroep gaat tegen het universitaire College van Beroep voor Examens. Het komt wel vaker voor dat een student na een uitspraak naar de rechter stapt.