UHSK-symposium over de toekomst van de Navo
Is het nou een gedateerd bondgenootschap dat zo snel mogelijk moet worden afgeschaft of is een militair pact broodnodig voor een veilige toekomst van Europa? Het is maar wie je aan het woord laat over de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo). Dat bleek afgelopen vrijdag op het symposium 'De Navo na de Koude Oorlog' van de Utrechtse Historische Studentenkring, bij gelegenheid van het 77-jarige bestaan van de UHSK.
Met deze recente ontwikkelingen moet een dag over dit onderwerp wel actuele en spetterende debatten opleveren, zou je zeggen. Helemaal met oud-minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen op de sprekerslijst. En spannend was het misschien ook wel geworden, als de VVD'er, inmiddels weer doodgewoon kamerlid, niet meteen na zijn lezing al weg had gemoeten. In een goedgevulde aula van het Academiegebouw liet de politicus zijn licht schijnen over de rol van Nederland in Navo-verband.
Hij leek vooral te willen aantonen dat ons land af en toe heus wel tegengas durft te geven tegen de Verenigde Staten, de grote speler in het bondgenootschap. En dat Nederland lang niet altijd keurig aan de leiband van de grote bondgenoot loopt. Hiermee impliciet de kritiek parerend dat de houding van de huidige demissionaire regering, waarvan zijn eigen partij immers deel uitmaakt, veel te slaafs is ten opzichte van de VS.
Niet iedereen was het met zijn verhaal eens. Doordat de VVD'er geen tijd had om deel te nemen aan de discussie 's middags, konden de andere sprekers hem, tot hun spijt, daarop niet aanspreken. De vragen uit de zaal, waarvoor wel ruimte was na zijn rede, konden dat niet verhelen.
Dat je ook anders tegen de verdragsorganisatie kunt aankijken, was die ochtend al gebleken. Emeritus hoogleraar Von der Dunk, ook in de zaal, vergeleek toen de toestand van het bondgenootschap nu met die van kerkgebouwen: "Een mooi gebouw, maar een achterhaalde functie. Toch houden we die gebouwen in stand. Dat is precies hetzelfde met de Navo, die ook geen functie meer heeft."
Het bondgenootschap is geboren aan het begin van de Koude Oorlog in 1949. De VS, Canada en tien West-Europese landen sloten toen een pact. De kern ervan is de militaire bijstandsverplichting: als een lidstaat wordt aangevallen, schieten de anderen te hulp. Dit allemaal met de dreiging van aartsvijand Sovjet-Unie in het achterhoofd.
Het is een eigenaardige speling van het lot dat de Navo pas na het eind van de Koude Oorlog voor het eerst militair in actie komt, en wel in de Golfoorlog. Artikel 5, 'een aanval op één is een aanval op allen', heeft zelfs pas zeer recent voor het eerst betekenis gekregen, na de aanslagen op 11 september. Toen toonde het bondgenootschap zich eensgezinder dan ooit.
Evengoed heeft de Navo met de val van de muur haar oorspronkelijke bestaansgrond verloren, aldus hoogleraar Internationale Betrekkingen Duco Hellema in zijn lezing. Wat ze dan wel moet, is nog niet helemaal duidelijk. "Als nieuwe kerntaken zijn migratie en de aanpak van de drugshandel genoemd. Maar de discussie ligt nog steeds open." De houding van de VS, die zich nu weer eens niets aantrekt van de transatlantische partners, en dan weer wel, vindt de hoogleraar een probleem: "Nu de vanzelfsprekendheid van de Europees-Amerikaanse alliantie is weggevallen, dreigt de Navo een militaire supermarkt te worden van de VS."
Maar dan dient het terrorisme zich aan. Senior docent-onderzoeker Bob de Graaff, gespecialiseerd in de buitenlandse politieke geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw: "Na 11 september leek het internationale terrorisme de nieuwe vijand die de Navo sinds eind jaren tachtig ontbeerde." De partners blijken al snel zo hopeloos verdeeld over de te volgen strategie, dat de oorspronkelijke eensgezindheid snel verdwenen is. Waar de Europese landen kiezen voor de weg van diplomatie en overleg in de internationale politiek, staan de Amerikanen veel sneller klaar om geweld te gebruiken. Alle sprekers op het UHSK-symposium wijzen op deze essentiële verschillen in zienswijze als oorzaak van de breuk.
Een te grote verwijdering tussen Amerika en Europa is niet zonder gevaren, aldus De Graaff. Evengoed kan hij zich voorstellen dat de Navo het niet bolwerkt: "Een bondgenootschap is misschien wel onhoudbaar voor Europa als een groot deel van je bevolking ervan overtuigd is dat je belangrijkste bondgenoot het grootste gevaar voor de wereldvrede vormt."
Definitieve duidelijkheid over de toekomst van de Navo bracht het symposium niet. De kans dat Amerika in eerste instantie op eigen houtje op oorlogspad gaat, en daarna organisaties zoals VN en Navo betrekt bij de wederopbouw, is volgens de sprekers echter niet ondenkbeeldig. Dan is de Navo niet veel meer dan de knecht die de rotzooi achter de Amerikaanse militairen op kan ruimen.
Femke van Zeijl