Nieuws

Medicijnen bedreigen ongemerkt rijvaardigheid

Verster's aanbevelingen zijn helder: "Nu staat op veelbijsluiters 'Dit geneesmiddel kan het reactievermogen verminderen:denk aan autorijden, bedienen van machines, spelen opstraat'.Vooral het woordje 'kan', is onduidelijk. Mensen denken dandat hun zwakke broertje daar wel last van zal hebben, maar zijniet. Die waarschuwing moet dus veel duidelijker. Verder zoudennieuwe medicijnen standaard getest moeten worden in eenrijvaardigheidstest in het normale verkeer, dat staat het dichtstbij de werkelijkheid."

Een en ander concludeert de psycholoog uit zijnpromotie-onderzoek. Hierin vergelijkt Verster de prestaties vanproefpersonen in het laboratorium met hun rijvaardigheid op de wegin een honderd kilometer lange autorit van Utrecht naar Arnhem. Detesten op de computer meten onder andere reactievermogen, snelheid,aandacht en cooerdinatie. Maar de uitslagen van de computertestenbleken maar voor 33 procent de rijvaardigheid op de weg - constantesnelheid en recht rijden - te voorspellen. "Dat viel vies tegen",zegt Verster.

In veel landen mogen geneesmiddelen niet getest worden metproefpersonen die echt de weg op gaan. Als gevolg daarvan zijn debijsluiters alleen gebaseerd op lab-testen. Verster onderzochtdaarom alcohol, pijnstillers, slaapmiddelen, hooikoortsmedicijnenen psychiatrische medicijnen in het lab en in de auto. Veel vandeze stoffen hebben een desastreus effect op rijvaardigheid. Dertigprocent van de proefpersonen die Alprazolam gebruikten, een middeltegen angst en paniekaanvallen, vielen bijvoorbeeld in slaaptijdens de autorit.

Wat Verster verder zorgen baart, is dat mensen soms helemaalniet door hebben dat ze zo slecht presteren. "Voordat deproefpersonen in de auto stapten, hebben we hen gevraagd hoe alertze zich voelden. Ook als ze zich goed voelden, reden ze vaak heelslecht. Dat betekent dat je voor je gevoel fris achter het stuurstapt en dat je er op de snelweg achter komt dat het eigenlijk nietgaat."

Rinze Benedictus

Tentamenlocatie De Vechtsebanen

Echo's weerklonken. De ijshal in Zuilen houdt de gemoederen inacademisch Utrecht immers al jaren bezig. Rechtenstudenten en totvoor kort ook studenten sociale wetenschappen en letteren gruwenvan de tentamens in de kille betonnen bak en de traditionelebusexpeditie die eraan vooraf gaat.

Eind 1999 nam het college van bestuur, daartoe aangezet door deslechte score van de UU in allerleistudententevredenheidsonderzoeken, harde maatregelen. Tentamens inde Vechtsebanen waren voortaan ten strengste verboden. Een halfjaar later werd het veto echter alweer ingetrokken. De faculteitRechten zag geen mogelijkheid een andere plek te vinden voor degrote tentamens.

Toch stond het college ferm. Een jaar en geen dag langer mochtende rechtenstudenten nog naar het barre noorden worden gestuurd.Inmiddels twee jaar verder blijkt uit de vragen van Stoffele datvan de mooie toezeggingen opnieuw niets is terechtgekomen.Studenten zaten onlangs gewoon weer in Zuilen en nu ook nog eensmidden in het bouwverkeer van een renoverende sporthal. "Zingendebouwvakkers, radio's , betonboren. Dit kon echt niet", klaagdeStoffele.

Collegelid Kardux toonde zich onder de indruk. Hij beloofde dezaak zo spoedig mogelijk met de rechtenfaculteit aan te kaarten.Kardux zag de bui blijkbaar weer hangen. Want tja ... deElsevierenquete komt deze week weer uit en daarin beoordelenstudenten de kwaliteiten van hun universiteit. Want wellicht isUtrecht weer gezakt in de universiteiten top-dertien dankzij dieduivelse tentamenlocatie.

XB

'Hoger onderwijs reageert te afwachtend op globalisering'

onderwijs op een volwassen manier inspeelt opglobalisering.

Universiteiten en hogescholen moeten zichzelfstandiger

profileren en minder aan de hand van de overheidlopen.

Die boodschap viel bij het congres Internationalisering inhet

hoger onderwijs te beluisteren uit de mond van Frans vanVught,

rector magnificus van de Universiteit Twente en oprichtervan

hoger-onderwijsdenktank CHEPS.

Volgens Van Vught wordt het hoger onderwijs -de publieke

bekostiging ten spijt- zeker niet in de eerste plaatsgestuurd

door overheden, maar door de instellingen zelf. Universiteitenen

hogescholen zullen dus zelf het initiatief moeten nemen als

reactie op de ontwikkelingen in het hoger onderwijs.

Er staat spanning op de markt. Internationaal moeten de

instellingen zich gaan profileren als commercieel product.

Nationaal moeten ze er met minder overheidsmiljoenen voorzorgen

dat het hoger onderwijs toegankelijk blijft. Bovendien: moethet

hoger onderwijs het straks met name in de mastersgrotendeels

zonder overheidsbekostiging doen?

Wat de instellingen nog meer schrik aanjaagt, is degroeiende

concurrentie op de thuismarkt. De overheid koerst aan opmeer

marktwerking door vraagsturing met 'vouchers' en dat speeltde

lonkende buitenlandse concurrentie in de kaart. "Wat gebeurter

als je ineens te maken krijgt met een grote speler uit de

Verenigde Staten? Krijgt die straks ook Nederlandsesubsidie?",

vraagt Van Vught zich af.

Toch is het een kwestie van perspectief. Nederlandseinstellingen

kunnen in de toekomst net zo gevaarlijk zijn voorbuitenlandse

instellingen als omgekeerd. "Hoger onderwijs kan ook worden

geexporteerd. Zodoende komt een universiteit of hogeschool

vanzelf weer in balans."

Daarbij is het van levensbelang dat er een goed Europeesprofiel

wordt neergezet. En dus is het zaak dat afspraken over

vergelijkbaarheid en waardering van diploma's worden nagekomenen

waar nodig aangescherpt. Het Europese hoger onderwijs kandaarmee

een belangrijke speler worden op de wereldmarkt, die kan

wedijveren met de Verenigde Staten. De verschillendeculturen

zijn daarbij geen struikelblok, maar juist een meerwaarde.

HOP, Thijs den Otter

Onderzoek beent studenten niet bij

Het stijgend aantal studenten Sociale Wetenschappenzorgt voor een scheefgroei tussen onderwijs en onderzoek. Om deverhoudingen weer recht te trekken, wil decaan Rispens een numerusfixus instellen en door middel van ingrijpende maatregelen hetonderzoek uit de rode cijfers trekken.

Met die sombere boodschap opende decaan Rispens de eerstezitting van de faculteitsraad in het nieuwe studiejaar. Descheidende decaan, die op 1 januari wordt opgevolgd doorontwikkelingspsycholoog Koops, sprak met name zijn zorg uit over de'langzamerhand niet meer te beheersen spanning' in zijn faculteittussen onderwijs en onderzoek.

Het sterk groeiende aantal studenten dwingt SocialeWetenschappen tot het aanstellen van nieuwe docenten, voor wie bijgebrek aan een navenant groeiend onderzoeksbudget geenonderzoeksgeld beschikbaar is. Gevolg is dat de voor academischonderwijs vereiste koppeling tussen onderwijs en onderzoek steedsverder uit zicht raakt.

Omdat het onderwijs zo'n groot beroep doet op de financielemiddelen, is het onderzoek inmiddels in de rode cijfers terechtgekomen. Rispens hield de raad voor dat als gevolg van de'kolossale financiele scheefgroei' verschillende vacatures met eenonderzoekscomponent, onder meer die voor een hoogleraarpsychologie, bij gebrek aan geld niet vervuld kunnen worden.

De decaan kondigde aan dat, tenzij het college van bestuur opkorte termijn met extra geld over de brug komt, ingrijpendemaatregelen onvermijdelijk zijn. Deze week zal Rispens in navolgingvan Scheikunde en Farmacie, bij het universiteitsbestuur extrasteun bepleiten. Ongeacht de uitkomst van dat gesprek kondigde hijvoor dit najaar een pakket maatregelen aan met vrij vergaanderepercussies om het onderzoek uit de rode cijfers te halen. Diemaatregelen zullen harde keuzes impliceren over de te stellenprioriteiten op onderzoeksgebied.

Een andere maatregel om de scheefgroei tegen te gaan, is watRispens betreft een instroombeperking voor populaire studies zoalspsychologie. Met een dergelijke maatregel hoopt de faculteit tevensde capaciteitsproblemen te kunnen voorkomen die dit cursusjaar bijde start van het onderwijs voor forse problemen zorgden. Bijpsychologie moesten dit jaar ruim zestig studenten op eenwachtlijst worden geplaatst. Inmiddels zijn de meeste van diestudenten overigens alsnog in een werkgroep geplaatst.

EH

Extra alertheid na nieuwe aanranding

Een 24-jarige vrouw uit Bunnik liep afgelopen dinsdagmiddag opde Marsdijk in Bunnik toen zei rond half drie een man werdvastgepakt. De vrouw wist na een worsteling te ontkomen aan haarbelager. De aanrander ging er vandoor toen hij twee mannen zagnaderen die op het geschreeuw van de vrouw afkwamen.

Direct na de melding startte de politie een grote zoekactie metvijftig agenten, politiehonden en een helikopter. Hierbij werd eengebied van twaalf vierkante kilometer afgesloten. Aan het eind vande middag werden twee mannen aangehouden die voldeden aan het doorde vrouw opgegeven signalement. Na verhoor zijn zij weervrijgelaten. Zij bleken niets met de aanranding te maken tehebben.

De politie trok alle registers open, omdat hier sprake was vaneen aanranding in het gebied waar de Utrechtse serieverkrachtervorige herfst ook slachtoffers maakte. De serieverkrachter, die nogsteeds op vrije voeten is, opereerde vorige herfst in Utrecht -Oosten sloeg meestal toe in de schemering. In dit geval denkt depolitie niet dat de aanrander de serieverkrachter is, omdat erweinig overeenkomsten zijn in werkwijze en signalement.

Hoewel de herfst zijn intrede heeft gedaan en deserieverkrachter nog vrij rondloopt, is de politie niet van planhaar surveillance rondom De Uithof op te voeren. Dit integenstelling tot de Uithof Security. Cooerdinator L. van Kuijkspreekt van verhoogde paraatheid; dat betekent dat er continu tweewagens van zijn dienst op De Uithof rondrijden. Ook worden debeveilingsmensen vaker per fiets of scooter op pad gestuurd.

Eerder waarschuwde de politie al waakzaam te zijn nu het weervroeger donker wordt. Om diezelfde reden gaat het pendelbusje vanOlympos aanstaande maandag weer rijden. De bus blijft in gebruiktot en met mei 2003. Dit om sporters veilig van en naar de bushaltebij het ziekenhuis te brengen. Fietsers wordt bovendien geadviseerdniet alleen op pad te gaan in het donker. Studenten en medewerkersvan universiteit en hogeschool kunnen een fietsmaatje vinden op dewebsite www.fietsmaatjes.hvu.nl. De 'maatjes' kunnen elkaaropwachten bij de zes verschillende fietspoolpunten op De Uithof diebijna allemaal door middel van een noodknop in verbinding staan metSecurity.

CN/KE

Keuzes in onderzoek zijn onvermijdelijk

'Een niet meer te beheersen spanning tussen onderwijsen onderzoek, een kolossale scheefgroei die maatregelen metvergaande repercussies nodig maakt.' De toekomstvisie die decaanRispens van Sociale Wetenschappen de faculteitsraad vorige weekvoorschotelde, loog er niet om. Wat ging er mis bij deogenschijnlijk zo succesvolle gamma's?

Na een dip in de jaren negentig trekken de studenten sinds kortweer massaal naar de sociale wetenschappen. Dit studiejaar melddenzich zelfs bijna 200 studenten meer in het Van Langeveldgebouw danvorig jaar september. Ook het gamma-onderzoek bloeit in Utrecht alsnooit tevoren. In de Vernieuwingsimpuls, de jaarlijksesubsidieronde voor jonge onderzoekers die tegenwoordig onder defraaie naam Veni, Vidi, Vici door het leven gaat, scoorde SocialeWetenschappen het best van alle Utrechtse faculteiten. En delaatste nieuwe Utrechtse pionier, prof.dr. Frans Verstraten, heeftzijn thuisbasis in de psychonomie. Alle reden dus voor eenopgewekte stemming, zou je zeggen. In de toespraak, waarmee hij hetnieuwe vergaderjaar opende, stond decaan Jan Rispens dan ookuitgebreid stil bij deze successen. Maar zoals wel vaker zat hetvenijn van het verhaal in de staart, want legde Rispens deraadsleden uit, "succes heeft zijn schaduwkant en dat geldt helaasook in ons geval."

Vacaturestop

Die schaduwkant bestaat in het geval van Sociale Wetenschappenuit een toenemend financieel tekort op het gebied van hetonderzoek. "De reden daarvoor is dat in het verleden steedsgemengde aanstellingen (lees: docent-onderzoeker) zijngerealiseerd", aldus Rispens. "Er was toen, in de pre-MUBse tijd,veel minder dan nu sprake van een strikte scheiding tussenonderwijs en onderzoek. Vakgroepen, die over het geld beschikten,maakten van die scheiding dan ook niet zo'n punt. Dat betekendedus, dat onderzoek in die tijd mede werd gefinancierd uitonderwijsgeld om te bewerkstelligen dat docent-onderzoekeraanstellingen konden worden gerealiseerd in de gebruikelijkeverhouding veertig procent onderzoek en zestig procentonderwijs.

"De MUB, met zijn strikte scheiding tussen onderzoek enonderwijs, heeft in mijn faculteit zichtbaar gemaakt dat ermiddelen van onderwijs naar onderzoek werden overgeheveld. Omdatwij het onderwijs willen verbeteren, moeten we van die overhevelingaf. Maar dat betekent een probleem voor de onderzoekscentra. Diehebben nu niet genoeg geld meer om het zittend personeel tebetalen."

Om dit probleem op te lossen is een paar jaar geleden eenvacaturestop ingesteld. Gemengde aanstellingen, in geval vanvacatures, komen zo goed als niet meer voor. Dat betekent dat alser een vacature is voor een docent-onderzoeker, wel hetonderwijsgedeelte kan worden bezet, maar niet hetonderzoeksgedeelte. Dit probleem wordt des te nijpender nu destudentaantallen blijven stijgen. Omdat in het universitairebekostigingssysteem het onderzoeksdeel vast ligt en niet meefluctueert met het aantal studenten, staat tegenover het toenemendaantal studenten dus geen toename van het onderzoeksbudget. "Het istoch wel heel cynisch dat een faculteit als Sociale Wetenschappenmet 1100 eerstejaars net zo veel onderzoeksgeld van het college vanbestuur krijgt als Scheikunde met veertig eerstejaars", zuchtRispens.

Een bijkomend probleem is het feit dat ook in ruil voor hetrelatief grote aantal docenten dat jaarlijks door het UniversityCollege wordt ingehuurd, alleen een compensatie voor het door hengegeven onderwijs wordt ontvangen. Bovendien staat hetonderzoeksbudget nog extra onder druk omdat een deel ervan moetworden ingezet om subsidies van externe instanties te 'matchen',aldus Rispens. "Het binnenhalen van de pioniersubsidies voor FransVerstraten en Albert Postma, waarmee wij uiteraard heel blij zijn,kostte ons bijvoorbeeld drie ton uit ons onderzoeksbudget omdat NWOals voorwaarde stelde dat de laboratoria van Verstraten en Postmawerden aangepast. Ook dat geld kon dus niet worden gebruikt vooronderzoeksaanstellingen."

Fataal

Al met al zit Sociale Wetenschappen nu zo krap in zijnonderzoeksgeld, dat zelfs een aantal essentiele onderzoeksvacaturesniet vervuld kan worden. Meest in het oog springend is de vacaturevoor een hoogleraar klinische psychologie, terwijl zowel bijpsychologie als bij culturele antropologie en pedagogiek een aantalplaatsen voor docent-onderzoekers noodgedwongen zijn bezet doordocenten zonder onderzoeksaanstelling.

Omdat die groeiende groep docenten op hun beurt weer moetenworden begeleid door de relatief kleine groep aanwezigedocent-onderzoekers en hoogleraren, krijgen ook die laatsten steedsminder gelegenheid om zich aan hun onderzoek te wijden.

Om deze fatale neerwaartse spiraal te doorbreken en om hetonderzoek uit de rode cijfers te halen, is een pakket vergaandemaatregelen in voorbereiding, waarschuwde Rispens zijn gehoorvorige week. Om de wassende studentenstroom in te dammen, noemdehij een instroombeperking onvermijdelijk. Maar daarnaast zal defaculteit ook keuzes moeten maken in het onderzoek. "Dat is heelvervelend", stelt Rispens, "want na eerdere reorganisaties hebbenwe in de faculteit eigenlijk alleen nog maar goed onderzoek. Tochzullen we in de komende tijd een profileringsslag moeten maken enmoeten bepalen welk onderzoek we binnen de faculteit wel en nietgaan bevorderen."

In de faculteitsraad kondigde de decaan aan rond 1 december meteen voorstel te zullen komen voor de ingrijpende maatregelen dienodig zijn om de scheefgroei een halt toe te roepen. Het wordenspannende tijden voor de Utrechtse gamma's.

Erik Hardeman

Open universiteit sluit studiecentra

"Het totale budget voor de studiecentra blijft gelijk", zegtwoordvoerder Miranda de Kort. "We gaan de ICT verbeteren, hetmeubilair aan de arbo-normen aanpassen, de openingstijden verruimenen het niveau van de begeleiding en het mentoraat verbeteren."

Er staan in totaal 22.000 studenten bij de centra ingeschreven.Vijfhonderd van hen wonen straks op meer dan tachtig kilometerafstand van het dichtsbijzijnde studiecentrum of ze moeten meer dananderhalf uur reizen.

De OU hoopt dat de meeste van de vijfhonderd studenten zicheroverheen kunnen zetten. "We geven tenslotte onderwijs opafstand", zegt De Kort. "Gemiddeld komen studenten een keer in devijf, zes weken naar een studiecentrum. En dan rekenen we allesmee: begeleiding en tentamens, maar ook feestelijke bijeenkomstenof afspraken met medestudenten."

De centra die gesloten worden, zijn Den Bosch (793 studenten),Deventer (661 studenten), Emmen (273 studenten), Leeuwarden (725studenten), Venlo (285 studenten) en Vlissingen (512studenten).

HOP, Bas Belleman

Studenten en medewerkers onderworpen aan gedragscode

De afgelopen jaren heeft de faculteit Natuur-en Sterrenkundeherhaaldelijk problemen gehad met computerinbraken. Zo zijn erpogingen geweest om bij vertrouwelijke informatie over tentamens tekomen. Ook zijn er bewust e-mails rondgestuurd met foutieveinformatie.

Decaan H. Rudolph benadrukt dat dit niet aan de lopende bandgebeurt. Toch is hij van mening dat een 'code of honor' ofwel eengedragscode nodig is, zodat iedereen ervan doordrongen wordt watwel en wat niet kan op de faculteit. Deze code moet door iederestudent en medewerker ondertekend worden.

In Amerika, waar volgens Rudolph elke universiteit een 'code ofhonor' heeft, is het idee er achter dat studenten en medewerkersniets mogen doen ten nadele van medestudenten en collega's. Daarbijworden ze geacht misdragingen te melden. Als ze dat niet doen,worden ze vervolgens als medeplichtig beschouwd.

Zo ver willen ze bij Natuur- en Sterrenkunde niet gaan. Door degedragscode te ondertekenen, verklaren studenten en medewerkers deregels van de faculteit te kennen. Deze regels zijn overigens nietnieuw, want regels aangaande computergebruik en fraude zijn nureeds opgenomen in het ICT- en Onderwijsreglement.

Rudolph zou een algemene universitaire gedragscode toejuichen,maar stelt dat de faculteit Natuur-en Sterrenkunde daar niet opgaat zitten wachten. "We willen graag een beetje pro-actiefzijn."

Op dit moment buigt een commissie zich over de tekst van degedragscode. Vervolgens zal de faculteit het concept van degedragscode juridisch laten toetsen. De bedoeling is dat degedragscode per volgend collegejaar ingevoerd gaat worden.

CN

Einde aan oneindige inschrijfperiode cursussen

"Italiaans kende dit jaar aanvankelijk twintig studenten. Bij deeerste cursussen kwamen echter meer dan honderd studenten opdagen.De druk op de talenpractica wordt te groot", zegt prof. P.Coopmans, directeur van het Instituut Vreemde Talen.

Talen als Italiaans en Spaans hebben een relatief klein aantalvroege inschrijvers. De ervaring leert dat daar vanuit anderestudies op het laatste moment nog nieuwe kandidaten bijkomen.Coopmans bepleit een meer gereguleerde vorm van inschrijving. "Wijhebben behoefte aan inzicht in studentenstromen."

Ook decaan Bertens vraagt om duidelijkere inschrijfprocedures.Volgens hem is die noodzaak des te groter nu de nadruk opkeuzevrijheid in het nieuwe bachelor-masterstelsel een prijs blijktte hebben. De planning van het onderwijs is mede gezien de eis vanbeperkte groepsgrootte zeer ingewikkeld geworden. De faculteitgeschiedenis heeft in een brief aan het college van bestuur alduidelijk gemaakt moeilijk tegemoet te kunnen komen aan alle wensenvan studenten. Bertens: "Aan Amerikaanse universiteiten geldt bijcursusinschrijving vol is vol. Ik ben er geen voorstander van, maarsommige onderdelen zitten echt aan hun grens."

Het college van bestuur heeft aangegeven gevoelig te zijn voorde argumentatie vanuit de letterenhoek. De verwachting is dat hetcollege ook vanwege de problemen met de grote toestroom bijpsychologie inderdaad over zal gaan tot aanpassingen van deinschrijfprocedure. Mogelijk kan dit enige beperkingen met zichmeebrengen voor de keuzevrijheid van studenten.

XB

Wetenschappelijke publicaties moeten op Internet

Wetenschappelijk publiceren moet sneller, makkelijker engoedkoper, vindt een groep wetenschappers en uitgevers. Op hetInternet is vreemd genoeg nog geen goed georganiseerd netwerk voorwetenschappelijke publicaties. Het Figaro-project wil daarverandering in brengen.

Figaro laat zich nog het best omschrijven als een soort archipelvan wetenschappelijke tijdschriften op internet. Deachtergrondondersteuning wordt gegeven vanuit de UniversiteitUtrecht, de publicaties kunnen van allerlei onderzoekers komen.

Het project komt onder meer voort uit onvrede met de hogeabonnementskosten van grote wetenschappelijke tijdschriften en demonopoliepositie van hun uitgevers. In wetenschappelijke kringen issympathie voor het initiatief. Professor T. Maschmeier van deuniversiteit Delft: "Ik krijg wekelijks ongeveer acht paperstoegestuurd van een pagina of dertig. Ik print ze uit, lees ze,beoordeel ze en stuur alle weer op naar het tijdschrift. Dat kosttijd en geld. De commerciele tijdschriften betalen er niets voor.Dan krijg je wrevel."

Ziet Maschmeier brood in het initiatief? "Het gaat erom druk tezetten", zegt hij. "De muzieksite Napster veranderde demuziekwereld. Die invloed kan Figaro ook hebben. Maar het probleemis de 'peer review'. Ik krijg zeker een keer in de maand eenartikel toegestuurd van iemand die een antizwaartekrachtmachineheeft gebouwd, of zoiets. Ik moet alles geheim houden, zeggen ze,want de CIA zit hen op de hielen. Zulke gekken zitten ook opInternet en die moet je zien te weren."

Elsevier Science is ook bezig met publiceren op Internet.Directeur marktontwikkeling J. Regazzi: "De vraag bij initiatievenals Figaro is uiteindelijk hoe de financiering rondkomt."

PR-medewerkster J. Smith kan over de financiele toekomst nogniets zeggen. Ze sluit niet uit dat uiteindelijk ook groteuitgeverijen als Elsevier een front office kunnen worden, "want hetstaat niet vast wie de front offices kiest als we na debeginperiode verder uit gaan breiden." De Europese Commissiesubsidieert het project met een som van 1,4 miljoen euro. Figaroloopt tot oktober 2004. Dan moet het systeem op eigen krachtverder.

HOP, Bas Belleman