Carrierekansen aan universiteiten binnen tien jaar beter:'Grijze prop' nadert pensioen
Uit het nog niet openbaar gemaakte jaarverslag van de verenigingvan universiteiten (VSNU) blijkt dat de universiteiten in hoogtempo vergrijzen. De leeftijdscategorie 55- tot 59-jarigen is nu degrootste in de personeelbestanden. Bijna twintig procent van alleuniversitair werknemers in Nederland behoort hiertoe. Meer daneenderde van alle hoogleraren in Nederland is ouder dan 55.
Uit het jaarverslag van de Universiteit Utrecht dat deze week isbijgevoegd bij het 'U-blad' blijkt dat 42 procent van de Utrechtsewetenschappers ouder is dan vijftig. Dat percentage stijgt nogsteeds met enkele procenten per jaar. De gemiddelde leeftijd van deUU-wetenschappers is 48 jaar. Van de Utrechtse hoogleraren is 46procent ouder dan 55.
De VSNU concludeert dat 'de bult' nu in de hoogsteleeftijdscategorieen is aangekomen. Dit betekent dat het komendedecennium de carriereperspectieven aan de universiteit zullenverbeteren. Tegelijkertijd waarschuwt de VSNU voor de gefrustreerdewetenschappers die op dit moment nog niet dat vooruitzicht hebben.Verder is er volgens de vereniging op sommige plekken een gapendgat ontstaan onder het hooglerarenniveau. Hoewel minister Hermansvele miljoenen investeerde in academische verjonging kondenuniversiteiten weinig ruimte vinden om talentvolle onderzoekers tewerven en klaar te stomen. Bij massale uitstroom zou dat totproblemen kunnen leiden.
Voormalig Utrechts collegelid Lieteke van Vucht Tijssen weestwee jaar geleden in het rapport 'Talent voor de toekomst' al opdat doorstroomprobleem. Om het gevaar van een kennis- encapaciteitskloof te ondervangen ondernam de UU de afgelopen jarenstappen om emeriti betrokken te houden bij het universitaironderzoek. Ook zijn er aanzetten tot een differentiatie van hethooglerarenbestand, waarbij tijdelijke aanstellingen mogelijkworden.
Toch vormen die aansluitingsgebreken in Utrecht niet hetgrootste probleem, aldus de analyse die de UU maakte. Het vindenvan nieuwe capabele hoogleraren is bij technische universiteitenlastig, in Utrecht valt dat erg mee. Volgens de UU zitten degevaren in Utrecht niet zozeer aan de top, maar meer onderin. Datheeft vooral te maken met een ander probleem dat Van Vucht Tijssenaanstipte: het slechte imago van een wetenschappelijke carriere.Het binnenboord houden van aio's en postdocs heeft daarom deafgelopen jaren veel aandacht gekregen. Ook werd gewerkt aan hetaantrekkelijker maken van het universitaire bedrijf voor vrouwen.Een deel van de ministeriele gelden werd daarom aangewend voor deAspasia-beurzen.
XB
De ranglijst
De vijf jongste faculteiten*
1. Wiskunde & Informatica 23%
2. Rechten - 25%
3. Geneeskunde - 26,5% **
4. Diergeneeskunde - 32,5%
5. Natuur- en Sterrenkunde - 36%
De vijf oudste faculteiten*
1. Wijsbegeerte - 77%
2. Biologie - 63%
3. Scheikunde - 60%
4. Ruimtelijke Wetenschappen - 59%
5. Godgeleerdheid - 48%
* Percentage hoogleraren en senior docent/onderzoekersvan 55 jaar en ouder.
** Voor Geneeskunde zijn gegevens uit 1999gebruikt
Bron: Bureau Controller, gegevens uit het jaar2000.