Tegenwoordig eindigt een op de vier huwelijken in eenechtscheiding. Sociologe Anne-Rigt Poortman, die morgen promoveert,interviewde ongeveer 1300 vrouwen en duizend mannen die tussen 1943en 1997 trouwden en vroeg hen naar de sociaal-economische oorzakenen de gevolgen van een scheiding. Conclusie: hoe meer de vrouwwerkt, hoe groter de kans is op een echtscheiding.
Gehuwde vrouwen die fulltime werken lopen dertig procent meerkans op een scheiding dan niet-werkende getrouwde vrouwen. "Detraditionele taakverdeling is gunstig voor het huwelijk",concludeert Poortman. "Maar het is wel zo dat dit vooral geldt voorhuwelijken die voor 1970 gesloten zijn. Bij recentere huwelijkenneemt het effect af."
De vraag is natuurlijk waar dat hoge percentage scheidingenvandaan komt. Poortman toetste twee vaak geopperde ideeen. Teneerste zouden vrouwen het zich tegenwoordig kunnen 'veroorloven' omte scheiden, omdat ze steeds vaker werken en financieelonafhankelijk van hun man zijn. De andere hypothese is dat als manen vrouw werken, ze niet genoeg tijd met elkaar kunnen doorbrengenom het huwelijk goed te houden. Voor beide hypothesen vond Poortmangeen aanwijzingen in haar interviews. Maar wat is dan wel deoorzaak? Poortman: "Vanaf hier moet ik gaan speculeren, maar ikdenkt dat het ligt aan de toegenomen arbeidsparticipatie vanvrouwen. De trend is dat werkende vrouwen tegenwoordig minderscheiden dan vroeger. Dat zou kunnen komen omdat het nu normaler engeaccepteerder is dat vrouwen werken."
Het 'ongewone' van een werkende vrouw in een huwelijk van voor1970 zou dan tot zoveel echtscheidingen geleid hebben. Poortman isdan ook optimistisch over de stellen die nu het bootje instappen."Huwelijken worden tegenwoordig onder andere verwachtingen gestart;er is meer ruimte voor de carriere van de vrouw."
In het tweede deel van haar proefschrift onderzocht Poortman degevolgen van een echtscheiding voor beide partners. Vrouwenondervinden meer schade van een scheiding dan mannen. Ze gaan ervaker en meer op achteruit in inkomen en levensstandaard enbelanden nogal eens onder het sociaal minimum. Sterker nog: delevensstandaard van vrouwen gaat er na een scheiding 31 procent opachteruit, terwijl die van mannen vier procent stijgt. "Vrouwenwerken minder vaak, krijgen vaak de kinderen mee, hebben eengrotere huishouding en hebben daardoor minder geld te besteden",verklaart Poortman. "Wat ik zelf een opmerkelijke resultaat vindt",zegt Poortman, "is dat alleenstaande gescheiden vrouwen steedsvaker een baan hebben, terwijl alleenstaande gescheiden mannen inde loop van de tijd steeds vaker werkloos zijn. Het is speculatie,maar het zou kunnen dat mannen met een baan steeds makkelijkerhertrouwen dan werkloze mannen. Dat zou goed passen bij de vindingdat getrouwde werkloze mannen meer kans hebben om te scheiden danwerkende mannen."
Rinze Benedictus