Nieuws

Biologie handhaaft kwaliteit in roerige tijden

Dat zegt een commissie die het Nederlandse biologie-onderzoekkeurde. Net als haar voorgangers, vijf jaar geleden, schetst decommissie een rooskleurig beeld. "Over het geheel genomen scoorthet biologisch onderzoek in dit land duidelijk boven hetwereldgemiddelde", schrijft ze.

Vanzelfsprekend is dat niet, want er is de afgelopen jaren veelveranderd. Door een pensioengolf is een generatie onderzoekersbezig te verdwijnen, juist nu op een aantal terreinen doorbrakentot stand worden gebracht. Maar het Nederlandse onderzoek past zichgoed aan, stelt de commissie.

De lof van de beoordelingscommissie strekt zich uit tot vrijwelalle vakgebieden binnen de biologie. Niet alleen een vak alsmicrobiologie, altijd al sterk in Nederland, doet het goed. Ook eendiscipline die vijf jaar geleden nog bedolven werd onder kritiek,plantensystematiek, staat er nu goed voor.

Geheel zorgeloos ziet de toekomst van de Nederlandse biologie erdesondanks niet uit. Alleen als er geïnvesteerd wordt in stafen apparatuur, kan het onderzoek zijn kwaliteit behouden. Met nameop het gebied van de neurobiologie dreigt Nederland nu al achteropte raken, omdat gentechnologie hier nog niet of nauwelijks wordttoegepast.

De commissie liet onderzoeksprogramma's onder de paraplu vanmedici, chemici en diergeneeskundigen buiten beschouwing. Van de 93programma's die zij wel onder de loep nam, krijgen er vier dehoogst mogelijke cijfers. Het gaat om onderzoek onder leiding vande hoogleraren Baas (Leiden), Harder en Konings (beiden Groningen)en Koorneef (Wageningen). Dat is niet alleen van de hoogstekwaliteit, maar ook zeer productief, van groot belang en voor detoekomst veelbelovend.

Slechts één programma (diersystematiek in Wageningen)levert volgens de commissie onvoldoende kwaliteit. Meer twijfelszijn er over de vraag of onderzoek op den duur levensvatbaar is.Bij tien procent van alle beoordeelde programma's is datonvoldoende het geval.

Het Utrechtse biologie-onderzoek krijgt van de commissie goedecijfers. Gemiddeld scoren de Utrechters een 7,7 voor geleverdekwaliteit. Het kan beter, merkt de commissie echter ook op.Gelukkig weten de biologen datzelf ook, want er wordt gestudeerd opeen reorganisatie. De tot nu toe genomen beslissingen (fusies vangroepen, nieuwe hoogleraren) geven aan dat Utrecht op de goede wegis.

HOP, HO


De ranglijst

Universiteit Leiden...... 8,7

Rijksuniversiteit Groningen..... 8,4

Universiteit van Amsterdam..... 7,8

Wageningen Universiteit..... 7,8

Universiteit Utrecht...... 7,7

Vrije Universiteit...... 7,6

Katholieke Universiteit Nijmegen..... 7,6

Gemiddelde cijfers voor kwaliteit, NIET gewogenvoor omvang per groep (omdat het rapport die cijfers nietbevatte)

Bron: onderzoeksbeoordeling biologie, VSNU1999

Racisme op anonieme studentensite

Spinoza-premie (f. 3 miljoen) voor Plasterk

De drie andere laureaten van dit jaar zijn prof. dr. C.W.J.Beenakker, hoogleraar theoretische natuurkunde in Leiden, prof.dr.ir. R. de Borst, hogleraar toegepaste mechanica in Delft enprof. dr. E.A. Cutler, hoogleraar vergelijkende taalpsychologie inNijmegen en directeur van het Nijmeegse Max Planck Instituut voorpsycholingüistiek. Cutler is de eerste vrouw die deSpinoza-premie in de wacht sleept.

Meer hierover in U-blad nr. 10 (28 oktober1999)

OV-kaart geen invloed op auto-gebruik

Headlines

Last week Tuesday, for Nobel Prize winner Gerard 't Hooft lifechanged course. He is still driven by the same thing, though: "Iwant to know how the laws of nature work, that's what I gofor."

On 12 October, a Tuesday morning, the audience in a Bologneseconference room who had just been listening to a lecture by 'tHooft applauded for a long time: "They kept on applauding longerthan usual", 't Hooft says. "I wasn't aware of anything untill Iturned around and saw an Internet page from Stockholm projectedonto the wall. Then I understood their enthousiasm. My firstthought at that moment? The beginning of a new age for me."

The prize winner will be talking about his work to one reporterafter an other in the next few days. The Utrecht UniversityGoverning Body (college van bestuur) organised a VIP-reception atSchiphol - including a quick departure through a side exit - toprevent him from falling into the hands of the press immediatelyupon his arrival. "The strangest request I received up till now wasfor my wife to participate in a television show called `Man bitesdog'. She was asked to tell the audience what it was like to bemarried to such an odd prize winner. She refused."

But: "I gave a lecture as usual on Wednesday. For fear of a lotof outsiders turning up we had moved to a larger lecture room to beon the safe side, but there were no more people than usual and Ieven had the time to discuss his study results with a student. Ijust happened to be lecturing on the Yang-Mills theory for whichthe Nobel Prize was awarded, so that was a very topicallecture."

't Hooft has high hopes of the stimulus the prize will be forhighly talented pupils to go for a career in bèta research."It is not at all clear to me why so few people feel attracted tothe subjects that try to find the keys to the secrets of nature andwhich offer so many things to discover. Aren't they extremelyfascinating?"

Over the past week the press has paid a great deal of attentionto the fact that the breakthrough in the theory for which 't Hooftwas awarded the Nobel Prize was already made about thirty yearsago. Will he still be able to make innovative contributions?"Sometimes I think that innovative thoughts only come to the youngin this field", he answers. "I ask questions just as I have alwaysdone and as I think they should be asked, but it doesn't get me anyfurther. Perhaps it's up to the younger generation now. They areresearching the string theory and ask questions in an entirelydifferent way. They find answers I cannot find, and don't know whatto do with right now either."

Meer eerstejaars dan verwacht

Grote groeiers zijn Wijsbegeerte (bijna dertig procent),Godgeleerdheid (bijna 55 procent), Sociale Wetenschappen (bijnatwintig procent) en Letteren en Rechtsgeleerdheid (beide ruimachttien procent). Ook bij de 'harde bèta's, waar deAdviesraad voor Wetenschap en Technologie zich onlangs nog zopessimistisch over uitliet, is er in Utrecht sprake van een toenamevan eerstejaars-aantallen: bij Natuur- & Sterrenkunde met 11,6procent, bij Scheikunde met 8,8 procent en bij Wiskunde &Informatica met 13,8 procent. Daarbij groeide wiskunde meer daninformatica.

Wat de studierichtingen binnen de 'grote' faculteiten Letterenen Sociale Wetenschappen betreft: het gaat slecht met Italiaans,kunstgeschiedenis, muziekwetenschap, Portugees en vooral Duits (eenhalvering). Maar het gaat daarentegen weer érg goed bijAlgemene Letteren, Nederlands, Frans, Geschiedenis en vooralTheater-, Film- en Televisiewetenschap (een groei van ruim zeventigprocent).

In de sociale faculteit zitten alle vakgroepen in de lift.Grootste groeiers zijn sociologie, dat zijn aantalpropedeusestudenten zag verdubbelen, en psychologie waar een kwartméér eerstejaars aantrad.

Ondanks de groei van het totaal aantal eerstejaars met 10,8procent (in 1998: 4.178 ten opzichte van 4.631 in 1999) is hettotaal aantal ingeschrevenen aan de UU licht gedaald met 0,3procent (21.439 vorig jaar tegenover 21.370 dit jaar).

AH

Eerstejaars-aantallen

Faculteit 1998 1999

Aardwetenschappen 43 47

Biologie 198 191

Diergeneeskunde numerus fixus op 175

Farmacie 213 172

Geneeskunde numerus fixus op 300

Godgeleerdheid 46 71

Letteren 676 799

Natuur- & Sterrenkunde 95 106

Rechtsgeleerdheid 947 1.131

Ruimtelijke Wetenschappen 310 268

Scheikunde 114 124

Sociale Wetenschappen 947 1.131

Wijsbegeerte 94 122

Wiskunde & Informatica 167 190

University College maximale toelating op 188

Zie ook het Redactioneel

Geen Utrechters in naslagwerk

Geen enkele wetenschapper van de Universiteit Utrechtstaat in het onlangs verschenen 'Blauwe Boekje' van de StichtingWetenschap & Techniek Nederland (WeTeN).

In het naslagwerk, dat is bedoeld voor radio- entelevisiejournalisten, worden namen en specialismen vermeld van 125natuurwetenschappers. In totaal hebben acht universiteiten hunmedewerking verleend, zo meldt een woordvoerster van WeTeN."Sommige universiteiten hadden geen tijd en sommige willen demedewerking van hun wetenschappers aan programma's in eigen handhouden."

Volgens J. Vlasblom van het Communicatie Service Centrum van deUU worden er geen Utrechters vermeld omdat zijn afdeling geen tijdhad om een lijstje te maken. "Omdat we ons eigen boekje waarin onzewetenschappers met hun deskundigheid staan, aan het updaten zijnvoor het Internet. Aan de site wordt nu nog gewerkt. We hopendaarmee in december klaar te zijn."

Volgend jaar krijgt Utrecht opnieuw de gelegenheid om haarwetenschappers in het Blauwe Boekje te laten opnemen. Dan komt ereen geactualiseerde versie uit die in een grotere oplage wordtverspreid. Nu zijn er slechts 150 exemplaren gedrukt.

Met de uitgave van het Blauwe Boekje hoopt de stichting WeTeNdat er meer wetenschappelijk nieuws wordt gebracht op radio entv.

GK

Prof. dr. A. van Miert geridderd

Onderscheiding voor 't Hooft en Veltman

In een stampvolle kantine van het Minnaertgebouw werden vorigeweek donderdag de twee Utrechtse Nobelprijswinnaars Gerard 't Hooften Tini Veltman (op de foto) gehuldigd. Decaan van Natuur- &Sterrenkunde Hans van Himbergen hield een lovende en trotse speechen bewoog de bezoekers ertoe een 'Lang zullen ze leven' te zingen.Onderwijsminister Luuk Hermans hield óók een speech -waarin hij het belang van fundamenteel onderzoek beklemtoonde - enhing de beide laureaten de versierselen om die horen bij dekoninklijke onderscheiding 'Commandeur in de Orde van deNederlandse Leeuw'.


[Bijschrift bij een foto]

Geld voor 'professorabele vrouwen'

"Je moet tien keer zo goed zijn om even ver te komen als eenman." Dat zegt prof.dr. Mieke Bal in de zojuist verschenen studieIn het hart van de wetenschap, die antwoord geeft op de vraagwaarom zo weinig vrouwen de wetenschappelijke top halen.

Bal behoort tot een select gezelschap: slechts 121 (5 procent)van de 2566 hoogleraren in Nederland is vrouw. Lager in dehiërarchie, bij de universitair hoofddocenten (7 procent) ende 'gewone' docenten (20 procent) is het iets beter gesteld. Maarook daar eindigt Nederland in een vergelijking met andere landenbijna onderaan. En dat terwijl meer dan vijftig procent van destudenten vrouw is, en vrouwen ook steeds vaker promoveren.

Een Zweedse studie, gepubliceerd in Nature, toonde in 1997 aandat seksisme en nepotisme nog steeds een rol spelen in hettoewijzen van geld voor onderzoek. Ook in Nederland speelt de seksevan de aanvrager een rol, constateerde het Nederlands GenootschapVrouwenstudies vorig jaar.

NWO vindt het nu tijd om te handelen. De landelijkeonderzoeksorganisatie heeft daarom samen met de vereniging vanuniversiteiten VSNU een plan bedacht om de doorstroom van vrouwennaar hogere functies te bevorderen. Maar de ambities zijn nogalbescheiden: men mikt op dertig extra vrouwen als universitairhoofddocent (uhd). NWO wil zo het reservoir 'professorabelevrouwen' vergroten.

Als de opzet slaagt, komt het aantal vrouwelijke uhd's in 2002op 207. Dat is op de 2600 mannelijke hoofddocenten die er nu zijnnog altijd niet veel. Maar meer zit er vanwege geldgebrek niet in,zegt NWO. De onderzoeksorganisatie stopt er zelf 1,5 miljoen guldenin, minister Hermans en de VSNU doen daar elk een half miljoenbij.

HOP, MtW