Nieuws

Schadevergoeding voor ontslagen studente

"Het gaat mij erom dat mensen niet worden ingedeeld in wij enzij", vertelde Judith de Lang in juni 1995 aan het U-blad. Dieovertuiging had haar eerder dat jaar haar baan bij de faculteitTheologie gekost. Om in aanmerking te komen voor verlenging vanhaar aanstelling als studentassistent diende zij volgens de nieuwingevoerde identificatieplicht een kopie van haar paspoort teoverleggen aan haar werkgever, de universiteit. De Lang weigerde tevoldoen aan die voorwaarde, omdat de wet naar haar mening slechtswas ingesteld om 'illegale werknemers' te weren van dearbeidsmarkt. De studentassistente nam in die tijd geregeld deelaan de nachtwakes bij het 'grenshospitium' in Amsterdam, waarkansloos geachte asielzoekers werden opgesloten. Die activiteitenwaren naar haar mening niet te rijmen met het nieuwe "onmenselijke"beleid. Ontslag was het gevolg.

De Lang ging in eerste instantie in beroep bij het college vanbestuur, maar kreeg daar nul op het rekest. Daarop spande ze eenbodemprocedure aan bij de kantonrechter. Ook die ging verloren. Inhoger beroep is zij nu na vier jaar toch in het gelijk gesteld. Hetwaren echter niet de ethische bezwaren van De Lang die vandoorslaggevend belang waren, maar een uitspraak van de Hoge Raaduit1998. Daarin werd gesteld dat om redenen van privacy dewerknemer niet verplicht kan worden een kopie van het paspoort inde administratie op te laten nemen. De universiteit werd daaromveroordeeld tot het betalen van 5000 gulden en de proceskosten.

XB

Zes ton voor Frans-Guyana

Decentrale toelating geneeskundestudenten

Studenten zijn lui op vakantie




STOGO heeft bijna 1200 studentenhuizen gebeld om een respons tekunnen krijgen van ruim 400 ouderejaars studenten. Het U-blad wildevooral derde- en vierdejaars UU-studenten aan het woord laten omeen vergelijking te kunnen maken met de vakantiegewoonten tijdensde eerste studiejaren. Dat vakantie een gewoonte is staat vast:slechts 3,4 procent van de studenten gaf te kennen de afgelopendrie jaar helemaal níet op vakantie geweest te zijn.

Uit die vergelijking van 1997, 1998 en 1999 blijkt datstudenten, naarmate de studie vordert, langer op vakantie gaan enbestemmingen verder weg zoeken. Maar liefst zestien procent van deondervraagden heeft plannen om dit jaar op vakantie te gaan inZuidoost-Azië. En gingen ze in 1997 nog ruim drie weken opvakantie, dit jaar is dat al vier weken. Helemaal bovenaan deranglijst van populaire vakantieoorden staat Frankrijk.

Studenten gaan vaak meerdere keren per jaar op vakantie enverblijven in de zomer het liefst op de camping. Uit het onderzoekblijkt verder dat studenten zich bij voorkeur verplaatsen met deauto, hoewel de populariteit van het vliegtuig enorm begint testijgen. En studenten zijn lui tijdens vakanties: de meestgebezigde activiteit is luieren op het strand. Een enkeling doetaan museumbezoek, sporten of vrijwilligerswerk. Daarbij valt het opdat die actievelingen vooral voortkomen uit debèta-faculteiten.

Bijna zeventig procent van de ondervraagden zegt weleens eenvakantieliefde te hebben gehad. Veelal blijkt die relatie niet ergduurzaam. En bijna éénvijfde van de studenten is tijdensvakanties wel eens vreemdgegaan; jongens zeggen overigens mindervaak dergelijke slippertjes te maken dan meisjes: 13 tegenover 20procent.

AH

'Er is ons een worst voorgehouden die niet bestaat'

In de eerste ronde van de zogeheten dieptestrategieverdeelde minister Hermans vorig jaar 245 miljoen gulden over zeslandelijke toponderzoekscombinaties, allemaal uit debèta-medische sfeer. Vorige week werd bekend dat de geplandetweede ronde is afgelast om plaats te maken voor eenvernieuwingsfonds. Hoewel hiermee tegemoet wordt gekomen aan dewens van de universiteiten, is niet iedereen gelukkig met hetverdwijnen van steun voor toponderzoek. En bovendien, wat moet ernu gebeuren met de alfa- en gammagroepen die in de eerste rondebuiten de boot vielen? Zes meningen van nauw betrokkenen.

Wim Hutter, directeur van onderzoeksorganisatie NWO: "Dit stukheeft een andere toon dan we van Ritzen gewend waren. Hermans kiestvoor een nieuwe verhouding met het veld. Met de details

van de onderzoekthema's wil hij zich niet bemoeien. Hij bepaaltalleen de hoofdlijnen, het veld wordt op zijn eigenverantwoordelijkheid aangesproken. Dat is een verademing.

"Dat de dieptestrategie niet doorgaat, vind ik jammer. Wehoopten in de tweede ronde nog belangrijke stimulansen te kunnengeven aan toponderzoek. Groepen die zichzelf kans gaventoponderzoeksgeld binnen te halen, zullen niet blij zijn met hetafblazen van de dieptestrategie. Maar ik denkt dat devernieuwingsimpuls ook een goed instrument zal blijken omprofilering aan te brengen."

Voor directeur prof.dr. Erik Reuland van de LandelijkeOnderzoekschool Taalwetenschappen (LOT), die in de eerste ronde netbuiten de prijzen viel, staat of valt een oordeel over hetalternatief van Hermans met de kans om de gezamenlijk ontwikkeldeplannen alsnog ten uitvoer te brengen. "Als dat kan en alsbovendien de dicrepantie tussen alfa/gamma en bèta verdwijnt,dan zou dat winst zijn. Want wat je verder ook van dedieptestrategie mag vinden, het is duidelijk dat de eerste rondeheeft geleid tot een onbalans. De toegenomen samenwerking tussen deverschillende groepen binnen LOT wordt overigens door allebetrokkenen als winst ervaren, maar dat is niet iets waar dedieptestrategie veel aan heeft bijgedragen. We waren zelf al eenheel eind op weg.

Ook prof. dr. Casper Erkelens van het Helmholtz Instituut greepsamen met zijn collega's van het Nijmegen Institute for CognitionandInformation (NICI) in de eerste ronde naast de erkenning: "Voormijn vakgebied heeft de dieptestrategie wel degelijk nut gehad. Wijwerken als fysici nauw samen met medici en sociaal-wetenschappersen het blijkt heel lastig om zulk multi-disciplinair onderzoekgenoeg power te geven. Niet voor niets werd cognitive science inons land tot voor kort niet als apart vakgebied gezien. Daar isdankzij de dieptestrategie verandering in gekomen.

Toch ben ik niet ongelukkig met het besluit van Hermans om eeneinde te maken aan die poppenkast van geforceerde samenwerking inbrede verbanden, waarvan de deelnemers ook nog op meer plaatsenzijn gevestigd. Het is veel doelmatiger om groepen in vrijheid telaten beslissen met wie ze samenwerken. Als de inhoudelijke bandgoed is, komt die samenwerking er echt wel."

Decaan prof.dr. Jules Peschar van de Groningse faculteit SocialeWetenschappen, onderschreef in het blad UK vorige week het pleidooivoor het rechttrekken van de scheve verhoudingen.

"In de eerste ronde van de dieptestrategie bleken het'toevallig' allemaal onderzoekscholen uit de bèta-medischehoek te zijn die het geld binnensleepten. Maar alle signalen wezenerop dat in de tweede ronde alfa- en gammaonderzoek gehonoreerd zouworden. Nu blijkt ons een eind worst voor te zijn gehouden dathelemaal niet bestaat. Dat halverwege het spel de regels veranderdworden, is onacceptabel. Het evenwicht tussen de disciplines moethersteld worden. Daarom zou bij de verdeling van het resterendegeld uit de dieptestrategie alleen alfa- en gamma-onderzoek aan bodmoeten komen."

Ook verder is Peschar niet gelukkig met de plannen van Hermans."Hij wil de tweede ronde van de dieptestrategie vervangen door eensoort vernieuwingsfonds, waarvan het geld volgens de thematischerichtlijnen van NWO verdeeld wordt. Straks moeten onzeonderzoeksvoorstellen gedraaid worden in de richting van thema'svan buitenaf. Ging het in de eerste ronde van de dieptestrategienog om de ontwikkeling van wetenschap op zich, met zo'n fonds gaathet om een genuanceerde vorm van opdrachtonderzoek.

Daar komt bij dat het oordeel in de dieptestrategie wasgebaseerd op past performance. Bij het vernieuwingsfonds gaat hetom veelbelovend onderzoek, waarbij iedereen een kans heeft. Datgroepen bij visitaties en bij vorige beoordelingen goed uit de buskwamen, heeft nu dus niets meer te betekenen. De hele ondernemingvan het stimuleren van toponderzoek is hiermee ontzettendverwaterd."

Ook directeur prof.dr. Peter van der Vliet van het Centre forBiomedical Genetics, die de komende vijf jaar uit de'diepte-pot'veertig miljoen gulden mag opmaken, vreest voor detoekomst van het toponderzoek. "In het CBG werken vijftien groepenuit vier universiteiten heel vruchtbaar samen. De dieptestrategieheeft voor ons dus wel degelijk meerwaarde gehad. We zijn nu eenhalf jaar bezig en er zijn al verschillende initiatieven ontwikkelddie er anders niet zouden zijn gekomen, zoals bijvoorbeeld eengezamenlijk Pionier-project.

Het geld hebben we dit eerste jaar vooral gebruikt voor deaanschaf van apparatuur. Wij hebben nu al voor ongeveer zes miljoengulden geïnvesteerd en ook dat was zonder de financiëleimpuls van de dieptestrategie onmogelijk geweest. Ik begrijp weldat de zaak voor alfa's en gamma's anders ligt dan voor ons, maarals minister Hermans zijn zin krijgt en we over de hele linieteruggaan naar programma's van twee à drie miljoen gulden, danraken wij op ons gebied onvermijdelijk achterop. In hetfundamentele bio-medisch onderzoek kun je zonder groteinvesteringen geen echte doorbraken meer verwachten.

Prof.dr. Arie de Ruijter is binnen het bestuur van de faculteitSociale Wetenschappen verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid:"Op zich spreekt de nieuwe koers van Hermans me aan. Dedieptestrategie was in de praktijk toch vooral een manier om geldover te hevelen van alfa/gamma- naar bèta-onderzoek. Dat wasin de eerste ronde zo en ik denk niet dat het in de tweede rondeanders was gegaan, alle mooie beloften ten spijt. De hele aanpakvan de dieptestrategie met zijn nadruk op bredesamenwerkingsverbanden was gericht op bèta-onderzoek. Aanzulke structuren hebben alfa's en gamma's niets. Daar is onsonderzoek te kleinschalig voor.

Dat de bèta's straks geen geld meer hebben voor dureapparatuur? Dan moeten ze maar een apparatuurfonds instellen.Trouwens, NWO heeft toch al jaren zo'n fonds? Daar zit heel watmeer geld in dan waarop wij aanspraak kunnen maken. Voor ons is hetvan groot belang dat wij onze databestanden goed kunnen beheren,maar daar is al jaren geen cent voor beschikbaar. Laat ministerHermans daar maar eens een fonds voor vormen. Dat zou ik nou eenseen zinvolle daad van wetenschapsbeleid vinden."

Erik Hardeman

Stichting WeTeN zwalkt teveel

Vernietigende conclusies staan er in het rapport over deStichting Wetenschap en Techniek in Nederland (WeTeN), dat ministerHermans eind vorige week heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.Volgens een evaluatiecommissie, geleid door de Rotterdamsehoogleraar Galjaard, zijn de bezigheden van WeTeN "versnipperd", ishet beleid "zwalkend" en is de organisatie "niet op orde".

Onder de activiteiten van WeTeN vallen de pretlabs waar kinderenal spelend de wetenschap ontdekken. Ook organiseert de stichtingjaarlijks de Wetenschaps- en Techniekweek. Verder geeft zevoorlichting aan de media. De stichting ontstond twee jaar terugdoor fusie van de voorlichtingsclub PWT met de organisatie van deWetenschap- en Techniekweek.

Vooral de contacten tussen WeTeN en de media lopen niet lekker,constateert dr. G.W. Noomen, die als collegevoorzitter van de VrijeUniversiteit van de commissie deel uitmaakte. Partners van destichting ergeren zich aan het onduidelijke beleid. WeTeN zegt deene keer dat het op een bepaald gebied niet actief is, en ontplooitdaar even later toch weer activiteiten. Veel partners zijn daardooral afgehaakt.

Het is WeTeN ook niet gelukt goede samenwerkingsrelaties op tebouwen. Noomen licht dat toe: "Contacten met bijvoorbeeld devereniging voor universiteiten VSNU of de Jonge Onderzoekersontbreken."

Volgens de VU-bestuurder moet de overheid beter kunnencontroleren wat er gebeurt met de zeven miljoen gulden die zejaarlijks in de stichting stopt.

HOP, Hans-Peter van Leeuwen

Huisvesting Freudenthal Instituut onzeker

"We zitten in een patstelling", verzucht M. Angenent, directeurvan de faculteit Wiskunde en Informatica. Onlangs werd besloten afte zien van de verhuizing van het Freudenthal Instituut naar dewestvleugel van het Bestuursgebouw. Berekeningen gaven aan dat deruimte voor de ongeveer 75 medewerkers te beperkt zou zijn.Eén van de mogelijke alternatieven voor het instituut isvolgens Angenent om over drie jaar, wanneer het huurcontract tussenCap Gemini en de universiteit afloopt, intrek te nemen in hetWiskundegebouw aan de Budapestlaan. Tot die tijd zou het instituutdan in de flat bij station Overvecht moeten blijven. Een grootprobleem is echter dat de verhuurder pertinent weigert te reagerenop de aanvraag voor huurverlenging. Angenent gaat op korte termijncontact zoeken met het college van bestuur over de ontstanesituatie. De kans dat per 1 september, wanneer de termijn van hethuurcontract verstrijkt, een ander -al dan niet tijdelijk-onderkomen is gevonden acht hij onwaarschijnlijk.

Eerder al zag het instituut een nieuwe behuizing in hetMinnaertgebouw aan zijn neus voorbijgaan. De dozen stonden alklaar, maar op het laatste nippertje werd de ruimte vergeven aanhet Spinoza Instituut voor theoretische natuurkunde om dit voorUtrecht te kunnen behouden.

Het is overigens onduidelijk wat de gevolgen van het afblazenvan de verhuizing zijn voor de verbouwing en herindeling van hetBestuursgebouw. Voor het CvB was de 'inhuizing' van het FreudenthalInstituut hiervoor altijd een beslissend argument. De stuurgroepdie zich bezighoudt met de problematiek gaat op verzoek van hetcollege bestuderen in hoeverre aanpassingen nu nog nodig zijn.Onder meer de huisvestingssituatie van Wijsbegeerte, de introductievan een nieuw kantoorconcept bij het Universitair StrategischProgramma en de representativiteit van het Bestuursgebouw zullenopnieuw onder de loep worden genomen. Nieuwe voorstellen zullen nade zomer worden gepresenteerd. Zeker is wel dat de verhuizing vanhet Studenten Service Centrum naar Trans 1 gewoon wordtvoortgezet.

XB

Toestemming minister voor meer eerstejaars

Reuzenlelie in Botanische Tuin

In de Botanische Tuinen op Fort Hoofddijk staat sinds kort eenReuzenlelie (Cardiocrinum giganteum) in bloei. De bloem bloeidetwaalf jaar geleden voor het laatst. De plant is bijna twee meterhoog, wat in het Nederlandse klimaat een hele prestatie is. InZuidwest China en Kashmir (Himalaya), waar de lelie van originevoorkomt, kan hij zo'n vier meter hoog worden.

Decentraal zakken

Sinds voormalig Letterendirecteur Peter Schelleman isaangetreden als universitair directeur ICT, is dat geluid ook metgrote regelmaat terug te vinden in de ambtelijke stukken die onderzijn leiding ontstaan. Deze week publiceerde Schelleman eenstrategische toekomstvisie over het ICT-beleid en ook in dat stukkon hij het weer niet laten. Als saillant voorbeeld van de curieuzewildgroei in universitaire regelingen noemde hij het feit datfaculteiten er soms zelfs verschillende zak-slaaggrenzen op nahouden.

Zo was het nog niet zo lang geleden voorgekomen dat studentenuit faculteit A (waar je minimaal een 6 moet halen om te slagen)een bijvak deden in faculteit B, waar 5.6 al voldoende is. Gevolgwas een probleem voor de bijvakstudenten met bijvoorbeeld een 5.7.Zij mochten dan weliswaar volgens hun docent uit faculteit Bgeslaagd zijn, maar het geautomatiseerde studievoortgangssysteemvan hun eigen faculteit A geloofde daar niets van. De enige manierom de machinerie om de tuin te leiden, was om deze studenten een 6te geven, met als gevolg dat nu hun collega's met een 5.7 uit Bprotesteerden. Want ja, die wilden natuurlijk ook wel een 6.

In een commissievergadering van de Universiteitsraad gafcollegelid Van Vucht Tijssen volmondig toe dat het college vanbestuur waarschijnlijk wel wat al te lang had vastgehouden aan zijnvoorkeur voor een decentrale aanpak onder alle omstandigheden. Maartoen Schelleman gelijk maar voorstelde om alle faculteiten teverplichten voortaan dezelfde zak-slaaggrens te hanteren, trok zijeven bleek weg. 'Gelukkig gaat die Schelleman alleen maar overICT', zag je haar denken. Want de faculteiten mogen dan wel eensmopperen over het gebrek aan daadkracht in het Bestuursgebouw, ofze zoveel voortvarendheid op prijs zouden stellen.......

EH