Nieuws

Universiteit begint verjongingskuur

De universiteiten vergrijzen in hoog tempo. Hetaantal jonge personeelsleden daalt, terwijl de vijftig-plussersjuist toenemen. Om dit probleem te lijf te gaan is aan deUniversiteit Utrecht onlangs de Voorziening LeeftijdsbewustKwaliteitsbeleid gelanceerd: de senioren mogen het wat rustiger aandoen om plek te creëren voor veelbelovend jong talent.

De WOPI-cijfers (wat staat voor Wetenschappelijk OnderwijsPersoneelsInformatie) die de vereniging van universiteiten VSNUjaarlijks presenteert en vóór de Kerst openbaar maakte,waren onthutsend. De jongere leeftijdscategorieën onder hetuniversitair personeel laten een forse daling zien, naar allewaarschijnlijkheid vanwege de teruggang van het aantal aio's. Washet percentage van de 25- tot 40-jarigen in 1990 nog 41,4, in 1997is het teruggebracht tot 34,2. In dezelfde tijdsspanne neemt hetpercentage vijftig-plussers toe van 20,5 tot 32,9. De vergrijzingonder mannen blijkt iets sterker te zijn dan onder vrouwen. Aan deUU eenzelfde beeld: Was is 1990 slechts veertien procent van hetpersoneelsbestand vijftig-plus, in 1997 is dit percentage gestegentot ruim een kwart.

De VSNU wijst de elkaar snel opvolgende bezuinigingen aan alsoorzaak van de vergrijzing. 'Universiteiten hebben te weinig geldom nieuw personeel aan te stellen, en dat zal voorlopig nog wel zoblijven nu het kabinet nieuwe bezuinigingen op stapel heeft staan',aldus de prognose van de VSNU. De zogeheten derde geldstroom vooronderzoek in opdracht van bedrijven en instellingen levert weinigpersoneelsleden in vaste dienst op en biedt nauwelijks soelaas.

Om niettemin plek te creëren voor jong personeel is de UUonlangs begonnen met de Voorziening LeeftijdsbewustKwaliteitsbeleid (VLK). Het doel hiervan is projecten tefinancieren die de in- en doorstroom van personeel bevorderen. Omdit te bereiken krijgen 55-plussers de gelegenheid om onderaantrekkelijke condities minder te gaan werken. Hierdoor ontstaatvacatureruimte voor nieuw instromend personeel.

Dat is niet alleen aantrekkelijk voor het jonge talent. Ookmenige oudere werknemer zal blij zijn met de mogelijkheid die deregeling biedt om de werkdruk te verlagen; de mogelijkheid bestaatom - als buitengewoon deeltijdverlof - tussen de twintig en zestigprocent minder te gaan werken. De 55-plusser zal zich dan bovendienminder hoeven te gaan bezighouden met de uitvoering van primairetaken. In plaats daarvan kan hij zijn werkervaring inzetten bij debegeleiding van jong, pas benoemdpersoneel.

Regeling

In het VLK-potje zit 13,5 miljoen gulden. Daarvan kan onder meerhet buitengewoon deeltijdverlof betaald worden: de werknemer krijgtdan 70 procent van het salaris voor het niet gewerkte deel. Op61-jarige leeftijd wordt dat deeltijdverlof (voor minimaal dezelfdeomvang) omgezet in een zogeheten FPU, een regeling voor flexibelepensionering en uittreding (de opvolger van de VUT).

Universitaire diensten of faculteiten kunnen momenteelproject-aanvragen indienen voor de VLK bij het college van bestuur.Driekwart van de kosten die een faculteit of dienst moet maken omde 55-plussers te ontlasten, kunnen dan uit het VLK-potjegefinancierd worden.

Wanneer een deelnemer 59 jaar wordt, worden deherbezettingsgelden van die 75 procent afgetrokken, omdat ze al uitde al langer bestaande Seniorenregeling (vanaf 59) wordengefourneerd.

Projecten komen alleen voor de VLK in aanmerking als zebetrekking hebben op een duidelijk afgebakend onderdeel van deuniversiteit, als goed beargumenteerd is waarom medewerkers voor deregeling in aanmerking komen en als duidelijk is dat de regelingook een positieve uitwerking heeft op de in- en doorstroom vanpersoneel, op de verjonging van het totale onderdeel én op detaakverlichting van de ouderen. Het college van bestuur maakt uitde aanvragen een selectie, die vervolgens nog ter goedkeuring wordtvoorgelegd aan het Lokaal Overleg.

Armand Heijnen

Nieuwe decaan Diergeneeskunde

Verbod op onderzoek wapens

De noodzaak om de onlangs gepubliceerde Handleiding nu al aan tevullen is het gevolg van een eigenmachtige actie van het collegevan bestuur. Dat had de U-raad in oktober 1998 weliswaar toegezegddat in de nieuwe regeling een verbod op wapenonderzoek zou wordenopgenomen, maar was bij nader inzien minder gelukkig met deformulering. Zonder de U-raad verder te raadplegen werd gekozenvoor de wat opener formulering dat 'voor activiteiten in het kadervan de ontwikkeling van wapens vooraf toestemming van het collegevan bestuur is vereist'. Om onderzoekers duidelijk te maken dat hetniet om een sinecure ging, werd daaraan toegevoegd: 'Dezetoestemming is tot op heden nooit verleend.'

In feite is het lood om oud ijzer, betoogde rector-magnificusVoorma vorige week in de onderzoekscommissie van de U-raad. Wantook het college is gekant tegen wapenonderzoek. "Maar een algemeenverbod is gevaarlijk gezien de onduidelijkheid over wat nu precieseen wapen is." Volgens Voorma zou de formulering van de U-raad weleens het einde kunnen betekenen van het Utrechtse bacteriëleonderzoek. "Dan kun je een deel van het bio-medisch clustersluiten." Maar dat staaltje demagogie vond de commissie eenstemmiggrote onzin.

Een bepaling die stelt dat onderzoekers geen toestemming krijgenvoor onderzoek naar de ontwikkeling van wapens biedt het collegevoldoende speelruimte om te beoordelen waar grenzen wordenoverschreden, maar geeft de buitenwereld tegelijk een helder enduidelijk signaal over het Utrechtse standpunt, aldus de voltalligecommissie die de rector en passant duidelijk maakte niet blij tezijn met de eigenmachtige actie van het college.

Na enig aarzelen ging Voorma akkoord met dedoor de U-raadgekozen formulering. Gevolg is dat alle bezitters van deHandleiding binnenkort een inlegvel in hun postvak kunnenverwachten met de nu officieel door de U-raad geautoriseerdetekst.

EH

Sportdag


[Bijschrift bij een foto]

Reddingshonden




Studenten diergeneeskunde van het VeterinairReddingshondenteam verleenden eind vorige week assistentie bij dezoekactie naar het verdwenen meisje Sybine Jansons. Het speurwerkvan de honden van het vijftien leden tellende team in de bossenrondom Maarn leverde helaas geen direct resultaat op. Hetreddingshondenteam bestaat sinds anderhalf jaar en biedt zijndiensten aan bij vermissingen.

Zwemmende zusjes

Nienke: "Het zwemmen is moeilijk te combineren met m'n studiediergeneeskunde, maar tot nu toe lukt het nog wel redelijk." OokSuze vindt de combinatie sport/studie niet gemakkelijk. De jongstevan de zusjes stapte onlangs zelf uit de selectie van de zwembond.Ze werd door de bond voor de keus gesteld zwemmen of studeren."Vorig jaar deed ik m'n studie ernaast, ik heb toen ook een vaklaten vallen van het eerste jaar, maar ik heb nu voor m'n studiegekozen. Ik zwem nog steeds wel, maar het wordt wel minder", aldusSuze die met 28,66 seconden het Nederlands record op de 50 meterrugslag in haar bezit heeft. Het wedstrijdzwemmen heeft ze nietopgegeven, maar ze gaat er niet van uit dat ze nog deelneemt aaneen toernooi, "Nou ja, stel dat ik een limiet zwem en ik heb eenrustige periode, waarin ik kan trainen dan kan ik altijd zeggen,'ik doe mee', maar dat denk ik in principe niet."

Nienke werd onlangs vijfde op haar favoriete nummer, de 50 meterschoolslag, op het Europees Kampioenschap in Sheffield. Ze nam daarook deel aan de 100 meter schoolslag, de 4 x 50 meter estafettevrije slag en ze zwom de series van de 4 x 50 meter estafettewisselslag.

De Olympische Spelen, dat is het mooiste evenement waaraan eensporter kan deelnemen, maar Nienke kijkt nog niet zo ver vooruit."Ik wacht eerst af hoe 't gaat in april tijdens het WK in HongKong. Ik denk dat ik na de zomer meer weet over de OlympischeSpelen, en dan moet ik bekijken of ik er misschien een jaartussenuit ga met m'n studie.

Suze houdt zich niet bezig met een mogelijke deelname aan deOlympische Spelen. "Ik ga in ieder geval niet voor de Spelentrainen, tenminste op dit moment niet. Ik vind het gewoon leuk omnog te zwemmen, maar dan kleine wedstrijden, geen EK's endergelijke."

Ze had het een tijdje geleden trouwens helemaal gehad mettrainen. "Ik ben een half jaar gestopt en nu begin ik weer. Ik heber nu wel weer lol in. Maar het wordt zo'n verplichting als je elkedag moet trainen. Nienke zwemt nog elke avond en ook op de meesteochtenden is ze in het water te vinden. De ene dag ligt het accentop duurzwemmen en dan weer wordt er getraind op sprint.

Om in vorm te komen wordt er in de periode voorafgaand aan eenwedstrijd hard getraind. Twee weken voordat de wedstrijd begintwordt de trainingsintensiteit steeds minder en worden de trainingenspecifieker. "Dan werk je vooral aan jouw afstanden en jouw slag.In de week voor dewedstrijd doe je eigenlijk helemaal niets meer,je zwemt dan een beetje los, soms een sprintje en daarna ga jealweer uit het water", aldus Nienke. De opzet van zo'n training isdat de zwemmers helemaal uitgerust zijn en dat het lichaam zoveelenergie kan opbouwen dat je dat er allemaal in één keeruit kan gooien tijdens de wedstrijd. Dan zijn de zwemmers'getapert', oftewel in een optimale vorm gebracht. Nienke kan haarticket voor Sydney verdienen als ze op de WK de limiet zwemt. Maarzegt ze: "Als ik naar Olympische Spelen zou mogen, dan zou 't meerzijn om het een keer mee te maken. Ik denk niet dat ik eenmedaillekandidaat ben."

Hugo Kamperman

Studenten pikken banen in

Dat staat in een rapport van het Rotterdams Instituut voorSociaal-wetenschappelijk Beleidsonderzoek (Risbo). Van de 380duizend studenten doen er 269 duizend betaald werk. Meestal zijndat baantjes waarvoor niet meer dan mavo of voorbereidendberoepsonderwijs nodig is. Al met al pikken studenten 55 duizendbanen voor laaggeschoolden in, denkt het Risbo.

Doorgaans klussen studenten in de detailhandel of de horeca. Dewerkgevers in die branches nemen hen graag aan. Ze vinden studentenflexibel, makkelijk in te werken en communicatief vaardig. Lageropgeleide jongeren dichten ze die eigenschappen minder toe.

Volgens het Risbo is de overheid schuldig aan de verdringing vanlager opgeleiden door studenten. Die heeft het probleem veroorzaaktdoor steeds te bezuinigen op de studiefinanciering en demogelijkheden om bij te verdienen te vergroten.

De onderzoekers vinden dat hogescholen en universiteiten banenvoor hun studenten moeten creëren die in het verlengde van destudie liggen. Vakbonden en werkgevers moeten kleine banen omvormentot grotere. Daardoor worden ze minder aantrekkelijk voorstudenten. Die werken gemiddeld maar 11,2 uur per week.

Volgens studentenbond ISO en de Jongerenorganisatie CNV bezettenstudenten veel meer dan 55 duizend banen voor laag opgeleidejongeren. Zij tellen vakantie- en zwart werk en de banen voormbo'ers erbij op en komen tot een schatting van 85 duizend fulltimebanen. De twee clubs stelden het probleem eind 1997 al aan deorde.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek kwam vorige week ook almet cijfers over bijbanen. Volgens het CBS verdient meer dan dehelft van de studenten iets extra's. De werkende studenten zijntwaalf uur per week zoet met hun baantje. In 1980 was dat nog zesuur. Ook het CBS schrijft die toename toe aan bezuinigingen op destudiebeurzen.

HOP, IdV

Maastricht het beste

Studenten krijgen meer tijd voor studie

Deze plannen van Hermans staan in een uitgelekte notitie die hetkabinet begin februari gaat bespreken. Met zijn plan wil deminister de studiefinanciering flexibeler maken. Zo'n flexibelbeurzenstelsel was in het regeerakkoord beloofd. De Tweede Kamer isenthousiast over het plan.

Hermans laat het bestaande stelsel van de prestatiebeursgrotendeels in tact. Dat betekent dat studenten ook in de toekomstvier jaar beurs krijgen. Die hoeven ze niet terug te betalen als zehard genoeg studeren. In het eerste jaar moeten ze minstens 21studiepunten halen. Daarnaast moeten ze op dit moment nog binnenzes jaar afstuderen.

Maar die laatste eis gaat Hermans versoepelen. Deze zogehetendiplomatermijn wil hij verlengen van zes naar tien jaar. Daardoorkunnen studenten die dat willen hun studie zonder bezwaar eentijdje onderbreken, bijvoorbeeld om te gaan werken.

Hermans wil ook de leeftijdsgrens aanpassen. Nu verliest eenstudent die 27 jaar wordt zijn recht op een beurs. Als Hermans zijnzin krijgt, komt die grens op dertig jaar te liggen.

Ten slotte wil de minister studenten die hun eerste jaarverprutst hebben meer kans geven dat goed te maken. Wie minder dan21 punten haalt, kan volgens de bestaande regels voorkomen dat hijeen jaar beurs moet terugbetalen door alsnog in vier jaar eendiploma te halen. Ook die termijn wil Hermans verlengen tottien.

Ook aan duale studenten, die werken en leren combineren,besteedt Hermans aandacht. Hermans wil studenten recht geven opbeurs en OV-kaart, ook in de perioden dat ze werken en salariskrijgen. Die perioden gaan dan wel af van de vier jaar dat ze eenbeurs krijgen.

Hermans wil de nieuwe regels in het studiejaar 2000/2001laten

ingaan. Hoeveel dat kost en waar het geld vandaan moet komen, isnog niet duidelijk.

De studentenbonden zijn enthousiast over wat er nu is uitgelekt."Hartstikke positief", noemt ISO-voorzitter Roos Zwetsloot deverlenging van de diplomatermijn. De LSVb is blij dat het moordendestudietempo nu wat omlaag kan. Over de leeftijdsgrens van dertigjaar zijn de twee bonden minder te spreken. Het kabinet wil datiedereen levenslang blijft leren, zegt de LSVb, en dat kan niet metzo'n grens.

HOP, Hanne Obbink

Multicultureel onderzoek gehonoreerd

Het eerste project dat in de prijzen viel betreft hetmultidisciplinaire onderzoek Interactie in en rondom de school alsmiddel van in- en uitsluiting waaraan naast het Utrechts instituutvoor Linguïstiek OTS (UilOTS) ook het onderzoekscentrum voorArbeid, Welzijn en Sociaal-economisch Bestuur (AWSB), hetFreudenthal Instituut van de faculteit Wiskunde en een groepGroningse taal- en communicatiewetenschappers deelnemen.

De onderzoeksgroep wil op multi-etnische scholen in het lagervoortgezet onderwijs de interactie tussen leerlingen onderling entussen leraren en leerlingen tijdens wiskundelessen analyseren."Dat allochtone leerlingen minder kansen hebben in het Nederlandsonderwijs is een bekend feit. Onze werkhypothese is dat de matewaarin en de manier waarop leerlingen participeren in hetleerproces bepalend is voor die verschillen", zegt prof.dr. W.Herrlitz. De onderzoeksgroep gaat tevens bestuderen in hoeverrescholen die bewust beleid formuleren om allochtone leerlingen bijhet leerproces te betrekken succesvol zijn.

Het tweede onderzoeksvoorstel Multiculturaliteit in misdaad enstrafrecht is een initiatief van prof.dr. F. Bovenkerk en hetWillem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen. "Ongeveer dehelft van de mensen die met het Nederlands rechtssysteem inaanraking komt is allochtoon", vertelt Bovenkerk."Uitvoeringsorganisaties als de politie of het gevangeniswezenmerken steeds vaker dat hun vertrouwde Hollandse aanpak niet werktof zelfs contraproductief is. Eenlingen binnen die organisatieproberen nu creatieve oplossingen te verzinnen. Wij willen wetenwelke dat zijn, of ze helpen en of het strafrechtelijk allemaalmag. Daarnaast stellen we de rechts-filosofische vraag of hetstrafrecht zich nu beweegt in de richting van een pluralistischstelsel."

Het NWO deelprogramma MPS maakt onderdeel uit van het bredereonderzoeksthema Sociale Cohesie, tevens een zwaartepunt in deUtrechts breedtestrategie. Na twee subsidieronden zijn vijf van dein totaal elf gehonoreerde aanvragen afkomstig uit de Utrechtsekoker. In drie gevallen betreft het een samenwerkingsverband metandere universiteiten. In een zesde onderzoek, Pluriformiteit intaal en cultuur (een buurtonderzoek in de Utrechtse wijk Lombok),wordt bovendien door Utrechtse wetenschappers deelgenomen.

Dit resultaat kan volgens het interfacultaire Center forResearch on In- and Exclusion (CRIE) dat in 1996 door het CvB werdgestart als een groot succes worden beschouwd. Het CRIE probeertdoor middel van aanjaagpremies en gerichte adviezenonderzoeksgroepen in staat stellen succesvolle subsidieaanvragen ophet gebied van Sociale Cohesie in te dienen. Daarnaast hoopt hetcenter samenwerking tussen verschillende Utrechtse faculteiten enonderzoeksgroepen in dat onderzoeksveld te bewerkstelligen.

Xander Bronkhorst