Een grappige quizmaster als docent bij Biomedische Wetenschappen
Telefoons móeten aanstaan tijdens het college Orgaansystemen van Harold van Rijen van Biomedische Wetenschappen. Studenten moeten ermee quizvragen beantwoorden. Een goede methode om je tentamenstof te leren.
Studie | Biomedische Wetenschappen |
Naam vak | Orgaansystemen |
Niveau, hoeveelstejaarsvak | Niveau 1, tweedejaarsvak |
Waar | Groene collegezaal, AZU |
Datum en duur | Maandag 20 januari, 13:15 – 15:05 |
Docent | Harold van Rijen |
Aantal studenten die vak volgen | 160 |
Aantal aanwezige studenten | 140 |
Voertaal | Nederlands, Engelstalige sheets |
Het college Orgaansystemen dat hoogleraar Harold van Rijen vandaag geeft aan tweedejaars Biomedische Wetenschappen, werpt een nieuwe blik op interactief onderwijs. Van Rijen is hoogleraar Innovatieve Leervormen in het Biomedisch Onderwijs en dat is te merken. Studenten moeten via een app quizvragen tijdens college beantwoorden, de hoorcolleges zijn ingesproken en kunnen thuis beluisterd worden en gedurende het college loopt van Rijen als een quizmaster door de zaal, een microfoon in zijn hand.
Van Rijen: “Studenten kunnen thuis al een deel van het college beluisteren en daar toetsvragen over beantwoorden. Zo blijft er in het college meer ruimte over voor voorbeelden, grapjes, quizjes en onderling overleg. Geen enkele student kan 45 minuten aan een stuk naar een persoon luisteren. Daarom wissel ik uitleg af met momenten waarop studenten met elkaar overleggen over de stof.”
Een quizmaster met soms flauwe grappen als docent
Het eerste overlegmoment vindt al snel plaats. Studenten moeten via hun smartphone of laptop een meerkeuzevraag beantwoorden over het aantal mensen dat per jaar overlijdt. De meerderheid van de studenten stemt mee. Iedereen kan direct zien hoeveel mensen voor welk antwoord stemmen. Wat het goede antwoord is, geeft de app niet weer. Van Rijen: “Na het stemmen wil ik met de studenten over het antwoord praten. Als jij B hebt gestemd en je weet al dat het C is, dan durf je niks meer te zeggen.”
Van Rijen maakt heel direct contact met de groep. Regelmatig staat hij tussen de studenten iets uit te leggen of loopt hij als een soort quizmaster door de zaal op zoek naar het juiste antwoord. Als de studenten onrustig zijn, spreekt hij ze daar op luchtige wijze op aan: “Het is redelijk onrustig. Is er net iets spannends gebeurd of is het de gelukkige hereniging elkaar weer te zien?”
Met zijn hippe technologie, oorbel, vele grapjes, sprekende metaforen en eloquente spreekstijl sluit Van Rijen goed aan bij de belevingswereld van studenten. “’Wisten jullie dat je je het beste zo vroeg mogelijk kan voortplanten? Ik wil jullie niet aanmoedigen hoor.” En: “Griep, dat is echt zo’n bejaardenhuiskiller.” Soms maakt hij wel erg veel flauwe grapjes. Zo kan ik een afbeelding in de PowerPoint van twee vouwballonnen die op piemels lijken niet helemaal plaatsen.
Dan inhoudelijk. Daar volg ik weinig van. Van Rijen gaat snel door de stof heen en gebruikt veel jargon. Logisch, de meerderheid van de studenten heeft het college deels online bekeken en er ook al oefentoetsvragen over beantwoord.
Kortgezegd gaat dit college over hartfalen. Van Rijen bespreekt welke compensatiesystemen het hart inzet op het moment dat het minder goed werkt. Hij verzucht: “Alle compensatiesystemen ten spijt, is het een aflopende zaak. Iedereen doet superhard zijn best maar toch gaat het helemaal de verkeerde kant op.” Hij laat een korte, goed getimede stilte vallen. “Net als bij de verbouwing van het huis van mijn broer.”
Net als bij de verbouwing van het huis van zijn broer, zijn er ook in het hart oplossingen die zorgen dat het alsnog goed kan komen. “Dan gaan we nu richting de Geneeskunde, ik heb begrepen dat enkelen van jullie daar interesse in hebben…” Van Rijen refereert aan een aankondiging van één van de studenten aan het begin van het college die een geneeskundecursus aanbiedt. Tot zover niks mis mee, tot ze laat vallen: “Ik weet dat er veel studenten zitten die eigenlijk Geneeskunde hadden willen doen.” Een luid boe-geroep klinkt door de zaal. Een gevoelig punt?
Net als ik, lijkt ook Van Rijen zich miner te interesseren voor het inhoudelijke gedeelte van het college. Van Rijen leeft op tijdens de momenten waarop hij in gesprek gaat met de studenten, als ze mogen stemmen, als hij leuke voorbeelden aan de studenten toont en flauwe grapjes maakt: “College geven is passie overdragen. Met elkaar in gesprek gaan over de stof.” De studenten lijken zijn methode te waarderen, te zien aan het aantal aanwezige studenten dit college. Het game-element maakt het extra leuk want toegegeven: het voelt altijd fijn om je medestudenten te slim af te zijn in een quiz.