‘Hbo-docenten moeten een tegenmacht vormen’
Leden van examencommissies hebben de voornaamste publieke taak in een hogeschool, zegt lector Frans de Vijlder. “Ze moeten inzien dat ze belangrijker zijn dan het college van bestuur.”
Waarom zouden docenten zich kleiner maken dan ze zijn? Ze moeten een voorbeeld nemen aan artsen. Als die met het bestuur van een ziekenhuis praten, doen ze dat zelfbewust en op basis van gelijkwaardigheid. Zoals de arts de bestuurder vertelt wat hij nodig heeft voor goede patiëntenzorg, zo zou de docent het college van bestuur moeten vertellen wat er voor goed onderwijs vereist is.
Volgende week verzorgt De Vijlder, lector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, een workshop op het jaarcongres van de HBO-raad, samen met zijn collega Pieter Huisman van de Haagse Hogeschool. Hij hoopt bestuurders, managers en docenten met elkaar in gesprek te brengen.
Vindt u dat docenten zichzelf te laag aanslaan?
“Jazeker. Ik geef op initiatief van de HBO-raad trainingen aan leden van examencommissies en dan vraag ik: besef je wel dat je de uitvoerder bent van de belangrijkste publieke taak binnen een hogeschool? Voor veel mensen is dat een eye-opener. Docenten beschouwen de examencommissie vaak nog te veel als een klusje naast hun gewone werk, terwijl ik zeg: jij bepaalt wie de entreekaartjes voor die hogere functies in de samenleving krijgt.”
Is dat voor managers ook een inzicht?
“Het management kijkt soms verkeerd naar de verantwoordelijkheid van leden van examencommissies. Vaak gaat het niet eens om inhoudelijke verschillen van inzicht, merk ik, als ik docenten en managers tijdens een training dilemma’s voorleg. Hoe ze elkaar zien, is belangrijker. De professional en de manager moeten beseffen dat ze complementair zijn.
"Nu denkt een lid van een examencommissie vaak: hij is de manager, bij het eerstvolgende beoordelingsgesprek word ik op mijn kritiek afgerekend, dus ik kruip maar in mijn schulp.
"Dan krijg je bestendiging van verkeerde praktijken.”
Is die angst dan niet een beetje terecht?
“Nee, het is hooguit een self-fulfilling prophecy. Daarom moet de beroepsgroep van docenten zich beter organiseren om samen standaarden van professioneel handelen vast te stellen. We zijn bezig met een vereniging voor leden van examencommissies, waarvan de leden met elkaar gaan bekijken hoeveel tijd hun taak eigenlijk kost, hoe ze moeten handelen in situatie X, welke normen ze hanteren voor vrijstellingen en hoe ze optreden tegen fraude.”
Wat belemmert docenten nu?
“Hbo-docenten worden door politiek en media net iets te vaak afgeschilderd als slachtoffers van management en bureaucratie. Denk maar aan de kritiek op alle onderwijsvernieuwingen die zijn doorgevoerd door managers en politiek. Mijn reactie is dan: de docenten waren er zelf bij. Zij zijn er medeverantwoordelijk voor en mogen er best op worden aangesproken. Ze moeten met elkaar een tegenmacht vormen. Medici vormen als beroepsgroep een eigenstandige kracht. Waarom docenten niet?”
Die gelijkwaardigheid van de examencommissie en het bestuur blijkt niet uit de salarissen.
“Worden docenten slecht betaald? Het is een eer dat je in de examencommissie mag zitten. Zo kun je er ook naar kijken. Het gaat me om de beroepstrots. Ik doe verder geen uitspraken over salarissen.”
Aan de universiteiten zijn docenten en onderzoekers mondiger. Is het onderwijs daar dan ook beter?
“De buitenwacht heeft meer vertrouwen in het wetenschappelijk onderwijs dan in het hbo. Ik wijt dat aan de institutionele wortels, die veel dieper gaan dan die van het hbo. Academici zijn ook veel meer gewend aan peer review en kritiek op elkaars werk. Ook in het hbo zouden docenten elkaar op hun werk moeten kunnen aanspreken; er moet een professionele cultuur heersen. Maar diep in mijn hart vraag ik me wel eens af of het in het wo werkelijk beter is dan in het hbo. Ik sluit niet uit dat het hbo een inhaalslag heeft gemaakt door alle aandacht voor kwaliteit van toetsen en examineren. Het hbo is daar intussen misschien professioneler in dan het wetenschappelijk onderwijs.”