10 miljoen extra voor onderwijsbeurzen ontwikkelingslanden
Het leeuwendeel van het bedrag van 10,1 miljoen euro gaat naar een beurzenprogramma van de Nederlandse internationaliseringsorganisatie Nuffic dat zich richt op kennisontwikkeling en samenwerking tussen Nederlandse onderwijsinstellingen en partners in meer dan vijftig landen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken besteedt al zo’n 184 miljoen euro aan dat programma, en daar legt minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking nu dus nog een 10,1 miljoen bovenop.
Waterbeheer
Daarmee betaalt ze 890 extra beurzen. In totaal kunnen nu 1.500 studenten een master volgen en 7.770 een korte cursus doen. Het gaat om programma’s in waterbeheer, landbouw, de gezondheid en rechtspositie van vrouwen en de ontwikkeling van een rechtsstaat.
De beurzen zijn bedoeld voor hoogopgeleiden die al een baan hebben en hun nieuwe kennis gaan inzetten in hun thuisland. “Het doel is dus niet om jong talent naar Nederland te halen”, benadrukt David van Kampen van Nuffic. “Daar hebben we andere programma’s voor. Deze beurzen zijn bedoeld ter versterking van ontwikkelingslanden.”
De extra injectie richt zich specifiek op Jordanië, Libanon, Egypte, Irak, Ethiopië, Mali, Burkina Faso, Nigeria, Niger en de Palestijnse gebieden. Tientallen andere landen die bij de programma’s aangesloten zijn, krijgen geen extra geld.
Strenge selectie
De kandidaten – Van Kampen heeft het liever niet over ‘studenten’ – doorlopen een doorwrochte selectieprocedure. Via hun werkgever dienen ze eerst een aanvraag in bij een Nederlandse onderwijsinstelling, die onder meer nagaat of de werkgever al weet hoe de kandidaat de opgedane kennis na terugkeer kan inzetten in zijn of haar werk. De instelling nomineert een aantal kandidaten bij de ambassades van de thuislanden, die op hun beurt een rangschikking maken. Uiteindelijk neemt Nuffic het definitieve besluit. Slechts één op de tien aanvragen wordt uiteindelijk gehonoreerd, idealiter evenveel mannen als vrouwen.
Nederland investeert al 66 jaar in deze vorm van ontwikkelingssamenwerking, zoals veel andere landen ook doen. Het vorige kabinet heeft hierop bezuinigd, maar minister Kaag wil juist weer meer inzetten op onderwijs.
“Als mensen kansen hebben in hun eigen land, dan is dat om meerdere redenen ook goed voor Nederland”, zegt een woordvoerder van het ministerie. “Het versterkt hun economie en deze landen worden dus betere handelspartners, maar mensen hebben bijvoorbeeld ook minder reden om te vluchten en komen dus niet naar Nederland. Goed onderwijs is eigenlijk de basis van alles.”
De beurzen worden binnen twee verschillende onderwijs- en kennisontwikkelingsprogramma’s verdeeld: het Orange Knowledge Programme en het Mena Scholarship Programme.