22 Vidi-beurzen voor Utrechtse wetenschappers

De Universiteit Utrecht (UU) wist de meeste Vidi-beurzen binnen te slepen, op de voet gevolgd door de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam. Achttien beurzen worden toegekend aan UU-onderzoekers: zeven bij de faculteit Bètawetenschappen, zes bij de faculteit Geesteswetenschappen, twee bij zowel de faculteit Geowetenschappen als de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, en een bij de faculteit Sociale Wetenschappen. Daarnaast zijn er twee Vidi’s toegekend aan onderzoekers van het UMC Utrecht, en twee aan onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum.

Van de 778 voorstellen werd 19 procent gehonoreerd. Vrouwen deden iets minder aanvragen dan mannen, maar waren wel succesvoller: 21 procent werd gehonoreerd, tegen 18 procent van de aanvragen van mannen.

De Vidi-beurzen zijn samen met de Veni- en Vici-beurzen onderdeel van het Talentprogramma van NWO. De beurzen zijn bedoeld om onderzoekers de vrijheid te geven “om vanuit creativiteit en passie eigen onderzoek te doen”. 

NWO verhoogde deze keer het budget om meer voorstellen te kunnen honoreren. Hiermee wil de financier “talentvolle onderzoekers een steuntje in de rug geven in tijden van bezuinigingen op onderzoek en wetenschap”. 

De selectieprocedure bestaat uit twee rondes: de vooraanmelding en de aanvraag. Eerst schrijven onderzoekers een beknopt voorstel. De meesten vallen in deze ronde af. Daarna schrijven ze een uitgebreide aanvraag. Van die groep heeft ongeveer de helft het geld gekregen.