Akkoord over uitgangspunten Utrechtse kwaliteitsafspraken

Foto DUB

Beide partijen kwamen maandag tot een compromis over twee twistpunten rondom de verdeling van de zogenoemde studievoorschotmiddelen, het geld dat is vrijgekomen door de basisbeurs af te schaffen. De UU ontvangt volgend jaar 9 miljoen euro uit Den Haag, een bedrag dat oploopt tot 27 miljoen in 2024. Het universiteitsbestuur besloot uit eigen zak de komende twee jaar nog respectievelijk 5 en 3 miljoen bij te leggen.  

Half miljoen voor Geesteswetenschappen
Het universiteitsbestuur trok tijdens de raadsvergadering maandag een voorstel terug voor een verdeelsleutel waarbij studenten geesteswetenschappen extra zouden profiteren van het geld dat beschikbaar komt. Per student zou de faculteit twee jaar lang 1,5 keer het bedrag krijgen dat andere faculteiten per student ontvangen. In totaal zou het dan gaan om een half miljoen per jaar. Dat was volgens het universiteitsbestuur gerechtvaardigd gezien de vele kleinschalige opleidingen bij Geesteswetenschappen en de hoge werkdruk.

De raadsleden ondersteunden het voorstel om de faculteit extra te ondersteunen, maar zij vonden dat het universiteitsbestuur hiervoor beter een ander potje kon aanwenden. Om principiële redenen stelden zij dat elke student van de universiteit evenveel heeft ingeleverd en daarom evenveel moet terugzien van hun basisbeurs.

Tijdens de raadsvergadering bleek het universiteitsbestuur echter niet bereid nog een keer extra in de buidel te tasten. Als de raad bij haar standpunt bleef dan moest de half miljoen voor de komende twee jaar gevonden worden binnen de al toegezegde gelden. Daarmee ging de raad uiteindelijk akkoord.

Er is daardoor nu een half miljoen minder te verdelen over de faculteiten. Door het vervallen van de zwaardere wegingsfactor van Geesteswetenschappen krijgt elke faculteit desondanks ongeveer hetzelfde als in het oorspronkelijke plan stond. En Geesteswetenschappen ontvangt nog steeds het extra half miljoen, maar dat is nu een besluit van het universiteitsbestuur zelf. Onder de streep is er geen verschil, maar het is wel zuiverder, volgens de raad.

Drie of vier thema's
Daarnaast kwam er een compromis over het voorstel van het universiteitsbestuur om ‘toegankelijkheid en gelijke kansen’ aan te merken als een van de vier doelen waar faculteiten straks geld aan mogen uitgeven. De andere drie zijn: ‘intensiever en kleinschalig onderwijs’, ‘professionalisering van docenten’, ‘begeleiding van studenten’.

De U-raad had verrast gereageerd op dat voorstel. Niet omdat hulp aan eerstegeneratiestudenten en studenten met een beperking niet belangrijk zou zijn en geen extra financiële ondersteuning verdient. Maar in gesprekken met faculteiten was het onderwerp niet als prioriteit aangegeven. Waarschijnlijk omdat het om thematiek gaat die beter centraal kan worden aangepakt, zo werd verondersteld.

“Maar waarom zouden we faculteiten de mogelijkheid ontzeggen om wel geld in dit belangrijke thema te steken als zij dat willen?”, vroeg rector Henk Kummeling zich af. “Tja, dan kun je ook de vraag stellen waarom we hebben afgesproken om met elkaar prioriteiten vast te stellen voor de doelen waar de studievoorschotmiddelen aan besteed kunnen worden”, reageerde studentlid Jeroen Steegmans. “Dan kunnen we net zo goed alles openlaten.”

Het compromis bestond er uiteindelijk uit dat één van de drie doelen waar het universiteitsbestuur en U-raad het wél over eens zijn een nadere uitleg krijgt: betere studentbegeleiding. Faculteiten die hierin willen investeren zal worden gevraagd om extra oog te hebben voor studenten afkomstig uit milieus die minder bekend zijn met de academische wereld en voor studenten met een beperking.

Betrokkenheid medezeggenschap
Met die aanpassingen konden de meeste raadsleden instemmen met de uitgangspunten voor de besteding van de studievoorschotmiddelen. De komende maanden moeten faculteitsbesturen met hun medezeggenschaps-raden de precieze bestemmingen vaststellen. Eind februari moet de Universiteitsraad dan instemmen met het complete pakket aan Utrechtse kwaliteitsafspraken. Dat gaat dan naar de NVAO die onder meer controleert of universiteiten hun medezeggenschap voldoende hebben betrokken bij de besluitvorming.

Over dat laatste bestond bij universiteitsraadsleden nog wel wat onvrede. Vooral faculteitsraden zijn volgens hen vaak slecht geïnformeerd over het proces en blijken vaak niet op de hoogte van de belangrijke taak die hen wacht. Maar ook op centraal niveau heeft het universiteitsbestuur steken laten vallen, waardoor de besluitvorming onder tijdsdruk kwam te staan.

In een stemverklaring liet raadslid Bina Chirino weten niet tevreden te zijn over de manier waarop studenten hun invloed hebben kunnen laten gelden. “Ik ben teleurgesteld in het proces en ook over het feit hoe nu vandaag het gesprek over Geesteswetenschappen en de thema’s is verlopen.”

Advertentie