Meer universiteiten sluiten zich aan bij het netwerk
Charm EU masteropleiding uitgebreid naar twee jaar
Charm EU, opgericht in 2019, is een Europees universitair netwerk waarbij oorspronkelijk de Universiteit van Barcelona, Trinity College Dublin, Universiteit Utrecht, Eötvös Loránd University en de Universiteit van Montpellier betrokken waren. De Universiteit Utrecht is een van de oprichters van Charm EU.
Het masterprogramma richt zich op innovatie en transdisciplinair onderzoek op het gebied van duurzaamheid. Door gebruik te maken van hybride klaslokalen worden studenten op de campus met elkaar verbonden en interageren ze zowel online als in het fysieke klaslokaal met elkaar. Vier universiteiten sluiten zich aan bij het masterprogramma, namelijk de Universiteit van Würzburg, de Universiteit van Bergen, de University of Applied Sciences Ruhr West en Abo Akademi University.
De uitbreiding van het masterprogramma van anderhalf naar twee jaar wordt vormgegeven met een stage die toegevoegd wordt aan het curriculum. Hierdoor kunnen studenten ervaring opdoen (met onderzoek of anderszins) in een professionele werkomgeving, hun netwerken ontwikkelen en on-the-job training krijgen. Studenten gaan zo werken in het veld met maatschappelijke belanghebbenden, waaronder partners uit het bedrijfsleven en andere instellingen voor hoger onderwijs.
“Montpellier is een voorbeeld van een universiteit met een voorkeur van een masteropleiding die twee jaar duurt, omdat dat nodig is om daarna in een promotieprogramma te stappen”, legt universitair hoofddocent Marjanneke Vijge uit, de academisch directeur van het Charm EU-team van de UU.
Vijge noemt het een uitdaging om de masteropleiding in alle landen en door alle partners geaccrediteerd te krijgen, omdat elk land zijn eigen systeem heeft. “In de eerste plaats heb je de goedkeuring nodig van elke universiteit. Dat is een bureaucratisch proces. Bovendien is het tijdschema vrij strak, aangezien de financiering van de Europese Commissie komt en we de dingen binnen een bepaald tijdsbestek voor elkaar moeten krijgen. Maar nu zijn de partners klaar om colleges te verzorgen.”
Vijge verzekert dat het toelatingsproces niet drastisch zal veranderen. Er is een systeem ontwikkeld dat kijkt naar academische excellentie, algemene en persoonlijke competenties en inclusie. Studenten met verschillende achtergronden kunnen zich aanmelden. Dat is een bewuste keuze, omdat het programma interdisciplinair wil zijn. Studenten worden geselecteerd op basis van hun motivatiebrieven en essays, waarbij de nadruk ligt op de vraag of ze de inhoud van het programma begrijpen en wat het inhoudt.