Geen onderscheid meer ondersteunend en wetenschappelijk personeel
De UU spreekt voortaan van universiteitspersoneel
Het bestuur van de universiteit wil hiermee de tweedeling tussen het ondersteunend en beheerspersoneel (obp) en het wetenschappelijk personeel (wp) doorbreken. “Een meer gelijkwaardige verhouding tussen wetenschappers en obp is nodig”, aldus collegevoorzitter Anton Pijpers in de Domkerk. Hij noemt het een logische stap in het denken over Erkennen & Waarderen waarbij teamwerk een belangrijke waarde is. Want beide groeperingen spelen een rol in wat de universiteit wil bereiken, namelijk het verzorgen van academisch onderwijs en het verrichten van onderzoek.
Onder het wetenschappelijk personeel viel iedereen die werkt als docent of onderzoeker. Zij werden gezien als de pijlers van de ‘primaire taken’ van de universiteit: onderwijs en onderzoek. Daarnaast was er het ondersteunend en beheerspersoneel. Hieronder vallen alle werknemers die niet direct onderwijs geven of onderzoek doen. Die groep is heel breed, van de beveiliger, medewerker it, beleidsmedewerker tot de directeur van een faculteit en leden van het College van Bestuur.
Het opheffen van het onderscheid tussen obp en wp moet dus zorgen meer gelijkwaardigheid binnen de toch al zo sterk hiërarchische universiteit. Deze hiërarchie was ook zichtbaar tijdens de Opening van het Academisch Jaar. De ceremonie stond bol van traditie en symboliek, waarbij het onderscheid tussen hoogleraren en het wetenschappelijk en ondersteunend personeel nadrukkelijk werd geaccentueerd. In het cortège was zelfs binnen het College van Bestuur dit onderscheid zichtbaar. Rector Henk Kummeling en voorzitter Anton Pijpers – ooit benoemd tot hoogleraar – droegen een toga en het derde collegelid Margot van der Starre niet.
Symbolisch gebaar
Het is niet helemaal duidelijk wat de verandering in benaming nu precies voor concrete gevolgen heeft. Het is vooral een symbolisch gebaar om de waardering voor ondersteunend personeel te verhogen.
Het zal in ieder geval geen invloed hebben op de salarissen. De loonschalen zijn vastgelegd via de Universiteiten van Nederland (UNL), met een systeem oplopend tot schaal 18 voor iedere medewerker en twee aparte loonschalen voor hoogleraren. Dat blijft zo.
Wat binnen de universiteit wel verandert, is dat er minder aparte cursussen meer gegeven zullen worden voor wetenschappelijk personeel. Bij de cursus leiderschap bijvoorbeeld bestond dat verschil eerst wel, nu maakt het niet meer uit of je leidinggevende bent voor een team van een ondersteunende dienst dan wel een wetenschappelijk team. In sommige gevallen kan het nog wel relevant zijn het onderscheid te maken, bijvoorbeeld bij onderwijskundig leiderschap.
Waardering
Het betekent wel dat het bekende onderscheid tussen personeel met kerntaken (het geven onderwijs of het doen van onderzoek) en de zogenaamde overhead (ondersteunende diensten) verdwijnt. Het idee is dat er meer waardering komt voor het werk van de ondersteunende diensten die ook bijdragen aan het onderwijs en onderzoek. Bij zijn vertrek in 2022 hield Leon van de Zande, algemeen directeur van de bestuursdiensten, om die reden al een pleidooi voor het opheffen van het onderscheid. “Zeker in coronatijd bleek maar weer hoe essentieel de medewerkers van het ondersteunend personeel zijn. De IT-afdeling zorgde dat iedereen snel thuis konden werken. De roosteraars wisten ook in lastige tijden flexibel de onderwijsroosters te maken en de beveiligers hielden overal een oogje in het zeil en de communicatieafdeling hield iedereen op de hoogte.”
Daarnaast zijn er steeds meer functies bijgekomen die officieel onder obp vallen, maar waarbij de werkzaamheden bij onderwijs en onderzoek zouden passen. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderzoeks- of onderwijsassistenten.
Overhead
Voor de medezeggenschap kan het opheffen van het onderscheid gevolgen hebben. Nu zijn er bij de zetelverdeling aparte zetels voor het obp. Voor Wim de Smidt, de voorzitter van de universiteitsraad, is deze stap van het College van Bestuur aanleiding om binnen de raad te discussiëren over een nieuwe opzet van de zetelverdeling, waarbij ook de verdeling van leden over verschillende faculteiten meegenomen kan worden. Het toebedelen van zetels aan ondersteunend personeel werkte sowieso niet goed. De laatste jaren was het aantal kandidaten vanuit het obp in de universiteitsraad lager dan het aantal gereserveerde plekken. Die zetels werden dan ingenomen door wetenschappelijk personeel.
Zo'n tien jaar geleden leverde het onderscheid tussen wetenschappelijk en ondersteunend personeel veel discussie op. Het idee was dat groep medewerkers die niet direct onderwijs en onderzoek deden alsmaar groeide. Er kwamen steeds meer managers en daardoor was er minder ruimte voor docenten en onderzoekers, zo was de gedachte.
Ook in de Tweede Kamer waren discussies om de overhead te verkleinen. De universiteiten moesten jaarlijks rapporteren hoeveel wp en hoeveel obp in dienst was. Er werd vastgesteld dat de overhead niet meer mocht zijn dan 20 procent. De laatste jaren hoeft dat niet meer te worden gerapporteerd.