Drie gebouwen Diergeneeskunde gesloopt voor nieuwbouw
De bouwplannen voor Diergeneeskunde zijn veelomvattend. In totaal verdwijnen er drie gebouwen. Het Martinus G. de Bruingebouw plus de naastgelegen parkeerplaats, het Androclusgebouw en Nieuw Gildestein. Op de plek van het De Bruingebouw en de parkeerplaats komt een groot pand voor onderwijs, onderzoek, staf en ondersteunend personeel. Samen met boerderij De Tolakker en het dierenziekenhuis aan de overkant van de Yalelaan vormen de gebouwen een driehoek die verbonden worden door een groene ontmoetingsruimte.
Een andere (werk)plek voor mens en dier
Op dit moment huisvest het De Bruingebouw ongeveer honderd medewerkers van onder meer het Faculteitsbureau en het departement Landbouwhuisdieren en enkele onderwijszalen. Ook stallen voor paarden, koeien en kippen horen nu bij het gebouw. De medewerkers moeten een paar jaar elders werken en voor de dieren moeten andere verblijven worden gezocht. Tot de nieuwbouw betrokken kan worden, blijven het onderwijspand Androclus en het onderzoeksgebouw Nieuw Gildestein waar onder meer het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium zit, nog in gebruik.
Volgens decaan Wouter Dhert gaat de operatie in totaal ruim vijf jaar duren, vertelt hij in zijn werkkamer. “Dat vergt veel van alle medewerkers. We moeten bij elkaar inhuizen. Maar in 2025 hebben we dan wel een echt mooi onderkomen voor de hele faculteit.” Hij loopt naar het whiteboard aan de muur van zijn kamer. Hij tekent schematisch Boerderij de Tolakker in en het geschakelde pand van de klinieken Gezelschapsdieren en Paard. De derde punt van de driehoek wordt gevormd door de nieuwbouw.
Nieuwe huisvesting is passend bij nieuwe organisatie
“Het wordt een compacte faculteit. De medewerkers en studenten worden via d een groen binnenterrein met elkaar verbonden. Die nabijheid van gebouwen is relevant. Diergeneeskundigen ontmoeten elkaar straks niet alleen in het nieuwe gebouw, maar ook op het buitenterrein. En dat is wat we willen. Dat we over de grenzen van onze eigen discipline heen kijken en meer dan nu het geval is, gaan samenwerken. We denken dat ons dat nieuwe inzichten brengt die vruchtbaar zijn voor ons onderzoek, onderwijs en de kwaliteit voor onze patiëntenzorg.”
De nieuwbouw sluit naadloos aan bij de reorganisatie waarin de faculteit zit. Door deze reorganisatie gaat de faculteit van acht departementen naar drie. De nieuwe organisatie wordt versterkt door de reductie van het aantal gebouwen, zegt de decaan, “omdat we elkaar dan vaker tegenkomen”. De reorganisatie is gebaseerd op het onderzoeksveld van de medewerkers en gaat geen banen kosten. Op 1 januari 2020 gaat de nieuwe organisatie van start.
Efficiënter en energievriendelijker
Dat het Androclusgebouw en Nieuw Gildestein al langer op de nominatie staan om gesloopt te worden, is geen geheim. De panden zijn aan het einde van hun levensduur en verslinden energie, zo staat in het strategisch huisvestingsplan. Dat ook het De Bruingebouw gesloopt gaat worden, is een verrassing. Het pand dateert uit 1967 en werd in 2010 nog grondig gerenoveerd. “Maar het gebouw is niet handig ingedeeld. Kijk eens naar mijn kamer. Die is echt veel te groot en ik zit hier ook nog eens weinig", zegt Dhert.
De ruimtes in het bruine gebouw zijn lastig opnieuw in te delen. Dat komt door het grote aantal betonnen palen die heel bepalend zijn voor de indeling van het gebouw. “Die indeling is dus weinig efficiënt. Daarbovenop gebruikt het gebouw veel energie. Door dit pand te slopen en er een duurzaam gebouw voor in de plaats te zetten, winnen we aan bruikbare vierkante meters en zorgen we ervoor dat onze footprint op het gebied van energie en CO2 kleiner wordt. De totale kosten van de huisvesting van de faculteit Diergeneeskunde blijven zo beheersbaar. Dan houden we meer geld over voor onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg.”
Bouwrijp in 2020
Hoe het nieuwe gebouw eruit komt te zien, is nog niet bekend. “We hebben vanochtend (8 juli 2019, red.) de mensen van het De Bruingebouw geïnformeerd en net ons huisvestingsplan bekend gemaakt aan de hele faculteit. Er gaan nu werkgroepen aan de slag om te kijken welke werkzaamheden de komende jaren het beste op welke plek kunnen plaatsvinden. Bijvoorbeeld waar het onderwijs naartoe gaat en waar de dieren die achter dit gebouw hun stal hebben, kunnen verblijven. Ondertussen worden plannen gemaakt voor het nieuwe gebouw.” Relevant daarbij is de input van medewerkers, zegt Dhert. “Zij worden intensief betrokken via een klankbordgroep, werkgroepen en tijdens inloopsessies.”
Volgens planning moet de grond waar het gebouw op staat en de naastgelegen parkeerplaats eind 2020 bouwrijp zijn. Begin 2025 moet de nieuwbouw in gebruik zijn genomen. Onbekende factor in de huisvestingsplannen is de toekomst van Nieuw Gildenstein. Het pand gaat zeer waarschijnlijk gesloopt worden, maar hoe inhoudelijk de toekomst van het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium dat er gehuisvest is, eruit komt te zien, is nog niet bekend. “Daar zijn we nog over in gesprek, maar we verwachten over niet al te lange tijd ook daar duidelijkheid over te geven.”
Het Androclusgebouw wordt gesloopt. Op die plek staat een ‘groene ruimte’ gepland in het ambitieplan van de Universiteit Utrecht. Volgens de wet, zo legt directeur Vastgoed & Campus Fiona van ’t Hullenaar uit, moet voor elke vierkante meter grond die wordt bebouwd een compensatie komen voor natuur en water. Hoe de plek van het Androclus eruit gaat zien, is niet duidelijk. Het kan een park worden, een ontmoetingsplek of een sportgelegenheid. Een andere optie is dat de grond de bestemming krijgt voor ‘campus gerelateerd wonen’ wat uitgelegd kan worden als woningen voor studenten.
Nieuw Gildestein staat ook op de nominatie om afgebroken te worden. Herontwikkelen kan ook, maar is niet het meest voor de hand liggende scenario. Dat komt omdat er veel asbest in het pand zit en het casco niet herbruikbaar lijkt zoals dat wel het geval is bij het Van Unnik en het Kruytgebouw. Verdwijnt het pand, dan mag de kavel door anderen dan de Universiteit Utrecht bebouwd worden. Te denken valt dan aan gebouwen voor wetenschappelijk onderzoek zoals de Life Science Incubator of het Hubrecht Laboratorium. Maar ook hier behoort een woonbestemming tot de mogelijkheden.
Naast het Martinus G. de Bruingebouw ligt nu een grote parkeerplaats. Deze gaat dus verdwijnen voor de nieuwbouw. Of op het terrein van Diergeneeskunde een nieuwe voorziening voor parkeren terugkomt, wordt nog onderzocht.