Onrust over nieuwe beleidsregel ministerie OCW
Einde dreigt voor goedkoper aanbod van Olympos en Parnassos

“Een onaangename verrassing”, zo betitelt vicevoorzitter van het UU-bestuur Margot van der Starre de inhoud van een brief die zij in december van minister Bruins kreeg.
Bruins zegt daarin dat de universiteiten en hogescholen de Rijksbijdrage niet langer mag gebruiken voor wat zijn ministerie private uitgaven vindt. Het zou dan gaan om het subsidiëren van niet onderwijs en onderzoek gerelateerde uitgaven zoals sportvoorzieningen of een cultureel aanbod voor studenten en medewerkers. Die uitspraak zou grote gevolgen kunnen hebben voor onder meer het Utrechtse Olympos of Parnassos. Maar ook horeca, contractonderwijs zoals cursussen voor een Leven Lang Ontwikkelen en activiteiten in het kader van valorisatie vallen hieronder, schrijft het Hoger Onderwijs Persbureau.
Marktconform
Met de brief wil de minister hoger onderwijsinstellingen meer duidelijkheid bieden over de zaken waar zij met publieke middelen in mogen investeren en waarin niet. De beleidsregel ‘investeren met publieke middelen in private activiteiten’ die daar in 2021 voor werd opgesteld had namelijk tot interpretatieproblemen geleid.
Over investeringen in sportzalen en -velden merkt de minister in zijn brief nu op dat die alleen acceptabel zijn als een universiteit of hogeschool een sportopleiding heeft. Als dat niet zo is - zoals dat geldt voor de UU - moet van de gebruikers een marktconforme prijs worden gevraagd.
Investeringen in sportfaciliteiten, zo bevestigt een woordvoerder van het ministerie van OCW, zijn binnenkort werkelijk alleen onder strikte voorwaarden geoorloofd. “De reden hierachter is dat we staatssteun willen voorkomen, evenals het weglekken van publieke middelen naar private activiteiten en marktverstoring.”
Over culturele voorzieningen zegt de brief niets, maar de woordvoerder licht toe dat ook cursussen die niet behoren tot het reguliere onderwijsaanbod onder de aangepaste regel vallen. Dat zou dan gelden voor Parnassos.
Verder zal de universiteit duidelijk moeten maken dat er geen geld gaat naar activiteiten van de Botanische Tuinen en het Universiteitsmuseum die geen relatie hebben met het academische onderwijs en onderzoek.
De minister heeft de aangepaste beleidsregel inmiddels gepubliceerd in de Staatscourant. Handhaving zal pas na dit jaar plaatsvinden. De universiteiten vinden echter nog steeds dat er meerdere interpretaties mogelijk zijn.

Cultuurcentrum Parnassos Foto Universiteit Utrecht
Studentenwelzijn
Vicevoorzitter Van der Starre reageert schriftelijk: “In het zwartste scenario kan de universiteit gekort worden op de Rijksbijdrage over 2025 als we blijven investeren in studentensport, Parnassos, de Botanische Tuinen en het Universiteitsmuseum.”
De vicevoorzitter wil niet speculeren over wat dit zou kunnen betekenen voor het voortbestaan van de universitaire voorzieningen voor studenten en medewerkers. Ze hoopt dat het overleg van de Universiteiten van Nederland (UNL) met het ministerie meer duidelijkheid verschaft en dat de voorzieningen gewoon kunnen blijven bestaan.
Want, zo benadrukt ze, de persoonlijke en academische ontwikkeling van studenten “vindt niet alleen plaats in de collegebanken”. “In een tijd waarin er met regelmaat aandacht is voor het welzijn van studenten, zouden we het voortbestaan van faciliteiten voor studenten niet moeten bedreigen.”
Volgens een woordvoerder van Universiteiten van Nederland lopen er al enige tijd gesprekken met de minister over het onderwerp, maar hebben die tot nu toe niet tot resultaten geleid. “Voorheen waren investeringen in bijvoorbeeld studentensport geoorloofd. We snappen niet goed waarom dat nu moet veranderen.”

Botanische Tuinen Utrecht Foto: DUB
Parnassos, Botanische Tuinen en UMU
Fenna Hanraets, operationeel directeur van de Botanische Tuinen, heeft nog geen idee hoe de beleidsregel zal uitpakken voor de tuinen. “De uitkomsten van de beleidsregel zijn ons nog niet helder. Dus we kunnen er nu nog niets over zeggen.” Veel activiteiten van de Botanische Tuinen zijn verweven met onderwijs en onderzoek, zegt ze. Maar de tuinen zijn een groot deel van het jaar ook opengesteld voor publiek. “Bezoekers betalen 10 euro entree. Wij zijn voor een groot deel gefinancierd vanuit de rijksbijdrage, maar hebben als Tuinen ook eigen inkomsten.”
Directeur van het Centrum voor Wetenschap en Cultuur (CWC) Femke den Boer wacht de onderhandelingen af die UNL voert met het ministerie. Onder het CWC vallen zowel Parnassos als het Universiteitsmuseum. “De beleidsregel is zo onduidelijk dat we eerst de gesprekken maar afwachten.”

Universiteitsmuseum Utrecht. Foto: DUB
Olympos
Olympos-directeur Cees Verhoef wacht ook de ontwikkelingen af. “Voor ons staat als een paal boven water dat sporten bijdraagt aan het welzijn van studenten en medewerkers en daarmee ook aan hun studie, maar misschien wordt daar in Den Haag anders over gedacht.”
In tegenstelling tot Parnassos, het museum en de tuinen wordt Olympos niet gerund door de universiteit maar door de Utrechtse sportstichting Mesa Cosa. De universiteit geeft op dit moment ruim 1,8 miljoen euro subsidie aan Mesa Cosa. Die bijdrage is in de afgelopen jaren al met 5 procent verlaagd. De Hogeschool Utrecht betaalt jaarlijks 346.000 euro. De twee instellingen dragen volgens Verhoef ongeveer 40 procent bij van de gehele exploitatie van zo’n 4,8 miljoen. “Misschien dat de fitness op eigen benen kan staan, maar de zaal- en veldsporten zeker niet.”
Ook Verhoef snapt niet hoe de minister kan betogen dat de universitaire sportcentra marktverstorend werken. Hij wijst er bovendien op dat de situatie waarschijnlijk complexer is dan de minister en zijn ambtenaren voorzien. Ook UNL vindt het onwaarschijnlijk dat de studentensport zou concurreren met andere sportaanbieders. Gemeenten komen nu al sportvelden en -zalen tekort en zullen niet zitten te wachten op nog langere wachtlijsten. “Ons zijn verder ook geen klachten bekend over marktverstoring”, zet UNL.
De vraag is bijvoorbeeld ook wat marktconforme prijzen zijn als je bedenkt dat sportverenigingen in de regel flink gesubsidieerd worden door gemeenten. Verhoef: “Daar kun je met kostendekkende tarieven niet tegenop. Studenten lopen weg als je de contributie verhoogt.”
Ook als de minister zijn nieuwe beleid niet doorzet, lijkt het overigens vrij zeker dat Utrechtse studenten in de nabije toekomst meer zullen moeten betalen om te sporten op Olympos. De UU moet een beslissing nemen over de vraag hoe het afgeschreven sportcomplex moet worden vernieuwd, en dat in tijden van bezuinigingen. Een van de maatregelen die overwogen wordt, is het verhogen van de huur die de sportstichting aan de universiteit betaalt. De huurverhoging zou dan door de leden moeten worden opgebracht.

Sportcentrum Olympos Foto: DUB