Excellent onderwijs: noem het liever niet excellent
Goede studenten houden niet van het woord ‘excellent’. Toch breken ze vandaag een lans voor excellentieonderwijs.
Excellentie doet denken aan spotlight en elite, vinden de beste studenten van universiteiten en hogescholen. Ze voelen meer voor termen als relevantie, vrijheid, verantwoordelijkheid, maatschappelijke betrokkenheid, van het gebaande pad gaan, eigenzinnigheid en innovatie.
Dit staat in een manifest dat vandaag naar buiten komt. Het is gebaseerd op gesprekken met studenten, docenten en andere betrokkenen.
De afgelopen jaren kregen onderwijsinstellingen geld om te experimenteren met lesprogramma’s voor de beste studenten. Er kwamen allerlei excellentietrajecten: soms om studenten binnen hun opleiding meer verdieping te bieden, soms om de beste studenten van verschillende opleidingen samen te brengen.
Al blijven sommigen moeite houden met het woord excellent, de experimenten hebben wel voor een omslag gezorgd, meent rector Huib de Jong van de Hogeschool van Amsterdam. “Excellentieonderwijs leidt ook tot verbetering van het gewone onderwijsprogramma. Het ontwikkelen van excellentieprogramma’s biedt een kans opnieuw naar de uitgangspunten van onderwijs te kijken, zowel wat betreft inhoud en niveau als didactiek. Als je nadenkt over excellentieonderwijs waarbij ‘de lat hoog ligt’, moet je ook kritisch naar de kwaliteit van het reguliere onderwijs kijken.”
De Jong is gastheer van de ‘summit’ over excellentieonderwijs die vandaag plaatsvindt. De aanwezigen gaan hun ervaringen delen onder het motto ‘The best way to predict the future is to design it’.
Maar het geld voor excellentieonderwijs droogt op. Onderwijsinstellingen moeten de extra kosten nu uit eigen middelen betalen. Laten ze dat vooral doen, staat in het manifest dat vandaag aan minister Bussemaker is overhandigd.
De opstellers noemen enkele punten waar onderwijsinstellingen op moeten letten. Het gaat in de excellentieprogramma’s vooral om het aanmoedigen van de eigen motivatie, zeggen ze. Laat studenten hun nieuwsgierigheid volgen. Ga zulke lesprogramma’s niet te veel invullen.
Verder stelt het manifest dat studenten graag ‘maatschappelijke uitdagingen’ aanpakken. Het onderwijs zou veel baat hebben bij samenwerking met werkgevers, die immers een ‘realistische context’ kunnen bieden. En verwaarloos ook de docenten niet, die misschien bijscholing nodig hebben. Excellentieonderwijs vergt immers speciale vaardigheden van docenten: ze moeten tegelijkertijd vrijheid geven en eisen stellen.
Ze stippen ook een praktisch punt aan: kijk voor de zekerheid of die excellentieprogramma’s niet botsen met de regels voor onderwijskeuring die accreditatieorganisatie NVAO hanteert. De Jong vermoedt dat die regels geen probleem zullen zijn. “Het merendeel van de curricula kent nu ook een vrije ruimte. Daar kun je van alles mee doen.”