Tentoonstelling ging pas door na langdurig overleg over antisemitisme
Expositie cartoonist Jos Collignon viert de vrijheid
Jos Collignon begon zijn carrière bij het Ublad, de voorganger van DUB, terwijl hij Rechten studeerde. Daarover vertelde Collignon tijdens de opening toen hij door zijn toenmalige collega Charles Groenhuijsen werd geïnterviewd. Na het Ublad werd hij cartoonist van onder meer NRC en de Volkskrant, waarbij hij voor de laatstgenoemde 44 jaar maatschappelijke en politieke kwesties op humoristische en scherpe wijze in beeld bracht.
Recent is hij gestopt en heeft zijn naar schatting 15.000 tekeningen overgedragen aan het media-archief van Beeld & Geluid. Die nam het initiatief voor een reizende expositie waarvan de universiteitsbibliotheek het eerste onderkomen is.
Tijdens het interview kwam ook ter sprake hoe hij als cartoonist zelf punt van discussie werd. Zo ontstond er in 2012 grote discussie rondom een cartoon. Collignon beeldde Geert Wilders uit die een pak geld ontvangt met een Hebreeuwse bedanktekst. Dit suggereerde dat Wilders door Joods-Israëlische geldschieters werd gefinancierd, wat leidde tot beschuldigingen van antisemitisme, en zelfs een strafklacht.
De gewraakte cartoon van Jos Collignon over Wilders uit 2012
Ook binnen de universiteit was de organisatie van deze tentoonstelling onderwerp van discussie. Conservator Jop Euwijk van Beeld & Geluid gaf tijdens zijn praatje aan dat er zelfs op het hoogste niveau is overlegd is over de mogelijke risico’s, waaronder het uitlokken van protesten. Dat wordt bevestigd door Maaike Wijnen, programmacoördinator bij de UB. “We hebben nog nooit zoveel tijd besteed aan de voorbereiding van een expositie.”
Matthijs van Otegem, directeur van de Universiteitsbibliotheek, benadrukte tijdens de opening dat hij blij was dat de expositie door kon gaan. De UB is volgens hem een bolwerk van academische vrijheid, waar ruimte is voor kritische stemmen en onafhankelijk onderzoek. Deze vrijheid vormt de basis voor een open dialoog, een waarde die ook in de journalistiek hoog wordt gehouden. De keuze om Collignons werk in de UB te tonen, viert het belang van deze vrijheid en benadrukt dat zowel satire als wetenschap een essentiële rol spelen in het blootleggen van verschillende perspectieven.
Ook Collignon blikte tijdens de opening met een glimlach terug op deze controverse. Hij benadrukte dat een cartoonist altijd overdrijft en karikaturen maakt, ook van Joodse mensen. Zijn interviewer citeerde een kenmerkende uitspraak die deze benadering goed samenvat: “Wie zal ik vandaag eens door overdrijving en scherp aanzetten van een mening op suggestieve wijze onrechtmatig beledigen, lichtvaardig verdacht maken en ernstig in eer en goede naam schaden?” Volgens Collignon hoort dit bij het vak, en hij ziet het als zijn recht om de grenzen van satire op te zoeken. “Het is het mooiste vak van de wereld”.
De expositie is nog te zien tot 11 oktober bij de hoofdingang van de UB. Hier zijn thematische panelen opgesteld die een overzicht bieden van zijn werk, terwijl een videoscherm aan de overzijde voortdurend de selectie van zijn cartoons toont.