Foodnotefestival stopt eerder door aanhoudend slecht weer
“We balen er allemaal van”, zegt organisator Robbert Maas van Soon. Tijdens De Daktuin , een chillplek op het dak van de parkeergarage naast de UB die enkele weken open was, is het ook weleens slecht weer geweest, zegt hij, maar zo extreem als tijdens de eerste editie van het Foodnote Festival heeft hij het nog niet meegemaakt. “Alleen op de eerste dag was het mooi weer en kwamen er veel mensen.”
Het festival wil de geschiedenis en toekomst schetsen van ons voedsel, daarvoor waren verschillende foodtrucks uitgenodigd. Maar het weer zit niet mee. De bezoekersaantallen vallen tegen, de foodtrucks kijken tegen een financieel verlies aan en het festivalterrein ziet er minder feestelijk uit dan gehoopt. Het inhoudelijke programma gaat nog wel door. De debatten en workshops zijn echter verhuisd naar de kas op het terrein aan de Genèvelaan of Balkon Pi van het Educatorium.
Zo ook het debat tussen Eva van Esch die namens de Partij van de Dieren in de Utrechtse gemeenteraad zit en Rob Hagenouw van de Keuken van het Ongewenst Dier. De PvdD wilde van het College van Burgemeester en Wethouders onder meer weten hoe Utrecht omgaat met dieren die door de Keuken van het Ongewenst Dier tot voedsel worden bereid. En zo vroeg de partij zich af, zorgt een dergelijke keuken niet voor meer afschot van bijvoorbeeld muskusratten, kraaien of ganzen.
Naar aanleiding van deze vragen, organiseerde Robbert Maas woensdag 13 september een openbaar gesprek tussen de PvdD en de foodtruck. “Dit type waardevolle ontmoetingen zijn het lichtpuntje van het festival”, zo luidde Maas het gesprek in. Slechts een handjevol mensen wist balkon Pi te vinden, maar gespreksleider en voedseljournalist Janno Lanjouw wist aardige reacties te ontlokken aan de twee gasten.
De ideeën over voedsel tussen de kok en de politica bleken helemaal niet zo ver uiteen te liggen. Rob Hagenouw bleek bovendien helemaal geen kok te zijn, maar een vormgever, meubelmaker en interieurontwerper. “Ik woon in de buurt van Schiphol en vroeg me af wat er gebeurde met afgeschoten ganzen. Eind 2010 ben ik begonnen om vanuit een klein autootje ganzenkroketjes te verkopen. Voor mij was dat een middel om in gesprek te gaan over die ganzen.” Met de tijd kwamen er meer dieren bij. Toen de economische crisis zich liet voelen, breidde hij zijn menukaart uit met de my-little-pony-burgers. “Die pony’s werden min of meer gewoon weggegooid omdat ze te duur werden voor de eigenaars.”
Eva van Esch die met haar partij streeft naar een plantaardige samenleving, vindt dat er geen ongewenste dieren zijn. “Wij denken dat er betere oplossingen zijn om om te gaan met dieren zoals de ganzen op Schiphol.” Als je die gebieden waar de ganzen grazen onaantrekkelijk maakt voor deze dieren, dan blijven ze vanzelf weg, is haar idee. Het afschieten of vergassen van ganzen is volgens Van Esch symptoombestrijding. “Je lost er het onderliggende probleem niet mee op.” Hier sluit Hagenouw zich bij aan. “Ik ben het eens dat je problemen moet voorkomen, maar nu zitten we met een boterberg van vlees zoals ganzen, duiven, meerkoeten en muskusratten.”
Gespreksleider Lanjouw vraagt Van Esch of het niet beter is Schipholganzen te eten dan een koe uit de bio-industrie. “Wij maken die vergelijking niet. Het gaat hier om twee verschillende elementen uit de voedselketen.” Lanjouw legt een link naar de Krekelhamburgers die ook op het festival te koop zijn. Deze krekels zijn speciaal voor menselijke consumptie gefokt. Veganist Van Esch: “De insektenindustrie is de nieuwe bio-industrie. Vanuit klimaatoogpunt bereik je niets met het eten van deze krekels.
Vandaag op het programma staat onder andere een demonstratie van 3D-printen van voedsel, is er een lezing over eten en technologie. Op de laatste dag van het festival kun je kijken hoe de Zero Waste Juicebar omgaat met sinaasappelschillen. Klik hier voor het volledige programma.