Reorganisatie met ontslagen dreigt; 82 fte verdwijnt

Geesteswetenschappen "in shock"

Sweelinckzaal
De faculteitsraadsvergadering werd maandag drukbezocht. Foto DUB

Waarom zo snel? Waarom zonder overleg? Waarom zo? In twee drukbezochte extra faculteitsraadsvergaderingen vuurden raadsleden de afgelopen maand tientallen vragen af op hun bestuurders. Die hielden voet bij stuk: de bezuinigingsvoorstellen en de aanpassingen in het bacheloronderwijs kunnen niet van tafel. Wie de hoop had dat demonstraties en minder Haagse bezuinigingen daar nog verandering in kunnen brengen, kreeg te horen dat dat niet realistisch is.

Eind oktober kwam het faculteitsbestuur met een ‘transitieplan’ dat de Utrechtse Geesteswetenschappen binnen drie jaar financiële stabiliteit moet bieden. Twee belangrijke onderdelen daarin zijn het schrappen van zes opleidingen en een nieuwe inrichting van al het bacheloronderwijs. 

Opleidingen krijgen de opdracht een derde van hun bacheloronderwijs samen aan te bieden, waardoor er fors gesneden kan worden in het cursusaanbod. Uitgangspunt is dat elke opleiding en elke cursus tenminste 25 studenten moet trekken.

Het faculteitsbestuur erkent dat de noodzakelijke afslanking met 10 procent in drie jaar tijd op een begroting van iets meer dan 100 miljoen zeer waarschijnlijk niet zonder gedwongen ontslagen kan. Dit betekent immers dat 82 fte van de 870 fte moet komen te vervallen. In de vergadering van afgelopen maandag zei decaan Vaessens “Zoiets red je niet met alleen natuurlijk verloop.”

Tegelijkertijd zijn er volgens hem nog veel onzekerheden over de toekomstige inkomsten en is ook nog niet duidelijk hoe de aanpassingen in het onderwijs eruit gaan zien. Hij wil uiterlijk na de zomer van 2025 uitsluitsel geven over de aard en omvang van een reorganisatie. 

Grote druk
Ook op 18 november was er een extra vergadering. In beide vergaderingen in de Sweelinckzaal aan de Drift werd opnieuw duidelijk dat er veel verontwaardiging en onzekerheid is binnen de faculteit. Tientallen studenten en medewerkers bevolkten de publieke tribune. Maar alleen faculteitsraadsleden mochten het woord voeren. Dat leidde desalniettemin tot een spervuur aan vragen.

Dat er iets moest gebeuren bij de financieel noodlijdende faculteit; daar is wel begrip voor. Maar de faculteitsraadsleden hebben veel moeite met de grote druk waaronder het bacheloronderwijs op de schop moet worden genomen. Ook wordt betwijfeld of de koers die het faculteitsbestuur nu heeft uitgestippeld wel goed doordacht en doorgerekend is. 

De verontwaardiging richt zich niet alleen op het faculteitsbestuur maar ook op het universiteitsbestuur. Dat gaf decaan Thomas Vaessens deze zomer een krappe drie maanden om met een plan te komen waarmee zijn faculteit binnen drie jaar financieel stabiel moet zijn. Vaessens wist er nog een maandje bij te snoepen, maar weigerde de opdracht niet. 

Meer weerstand
Veel raadsleden spraken van een bestuurlijk onverantwoord verzoek van het UU-bestuur. Zij vroegen zich af of de decaan niet meer weerstand had kunnen bieden, temeer omdat de besparingen voor de gehele UU-begroting relatief niet zo groot zijn. Raadslid Hanny den Ouden dacht dat het facultaire gat van 7 miljoen in 2025 op een UU-begroting van 951 miljoen toch op een andere manier te dichten moeten zijn. “Het CvB weet bovendien ook wel dat er geen draagkracht is voor de huidige plannen? Waarom gaan we niet terug?”

Decaan Vaessens zei niet te hebben overwogen om de opdracht van het UU-bestuur te weigeren. Zonder dat het UU-bestuur daar expliciet mee gedreigd heeft, is hij ervan overtuigd dat hij daarmee de regie uit handen zou hebben gegeven. “Dan hadden we nu misschien geen zelfstandige faculteit meer gehad.” 

De decaan benadrukte dat de faculteit “met pleisters plakken” en dankzij de solidariteit van andere faculteiten jarenlang overeind is gebleven. In de afgelopen jaren kreeg Geesteswetenschappen relatief veel geld bij de verdeling van extra universitaire middelen. “Maar die ruimte is nu verdwenen.” 

Hij wees er daarnaast op dat de faculteit zelf al bezig was met een verduurzamingsagenda waarin thematische en interdisciplinaire samenwerking naast kostenreductie een belangrijk thema was. “Dat was sowieso al nodig.”

Het feit dat Vaessens de maand respijt die hij van het UU-bestuur kreeg niet gebruikte om meer draagvlak voor zijn plannen te zoeken, leidde tot onbegrip bij de raadsleden. Het gebrek aan inspraak in een eerder stadium heeft er volgens hen voor gezorgd dat veel medewerkers nu de hakken in het zand zetten. “Er was geen tijd voor een bottom-up-proces en geen ruimte voor compromissen”, stelde Vaessens. “Ik heb mijn verantwoordelijkheid als decaan moeten nemen.”

Overwegingen lopen door elkaar 
Veel raadsleden hekelden het feit dat financiële en inhoudelijke overwegingen door elkaar heen lijken te lopen in de voorstellen. Zo rekende het faculteitsbestuur voor dat een kleine opleiding door minder diplomafinanciering, minder collegegelden en minder onderwijsgebonden onderzoek enkele tonnen duurder is dan een grotere opleiding. Was dat dan de doorslaggevende overweging geweest voor het sluiten van de zes studies?, vroegen raadsleden zich af. 

Vooral raadslid Maarten van Houte wond zich op over universitaire bestuurders die “opmerkelijk snel in de pas gaan lopen” in tijden van bezuinigingen. “Dat is een van de redenen van alle frustratie bij medewerkers. Het wekt toch de indruk dat het CvB heeft gezegd: zorg maar dat je die zes opleidingen kwijtraakt en verzin er maar een verhaal bij?”

“Nee, het sluiten van de opleidingen is een gevolg van onze inhoudelijke keuze voor schaalgrootte. Die werd door het CvB gesteund”, antwoordde Vaessens. “Dat kan andere opleidingen ook gaan treffen. Maar we sluiten opleidingen, geen disciplines. Onze dure verplichting is nu voor de zes disciplines goede oplossingen te verzinnen. Dat gaan we doen, want we hebben ze hard nodig.”

Dat is een moeilijke boodschap, vond Den Ouden. “Je zegt eigenlijk dat het sluiten niet tot heel grote besparingen leidt en tegelijkertijd wil je dat die mensen de schouders eronder zetten?”

Voorzitter van de personeelsgeleding Toine Minnaert wees erop dat de lange traditie van eigenstandige opleidingen nu verloren gaat. “Klaarblijkelijk moeten we meer op andere faculteiten gaan lijken. Dat wordt gevoeld als een aantasting van de kracht van de geesteswetenschappen.”

Niet proportioneel
Maar het zijn niet alleen de zes opleidingen die de pijn gaan voelen, weten de faculteitsraadsleden. Alle GW-opleidingen zullen hun bachelor moeten aanpassen. Ook de opleidingen die in het geheel niet te klagen hebben over studenteninstroom, moeten zich voegen in het stramien van meer gedeelde cursussen.

Of medewerkers gemotiveerd zijn om mee te denken over een andere opzet van hun opleiding, valt volgens de raadsleden te betwijfelen. Zeker niet nu hun strooitijd (de werktijd die niet is toebedeeld aan specifieke taken) voorlopig vervalt in de nieuwe plannen. Dat door de bezuinigingen vacatures niet vanzelfsprekend worden opgevuld en de werkdruk zal toenemen, helpt dan ook niet.

Het faculteitsbestuur kan bovendien niet met harde cijfers aantonen dat het straks allemaal wel financieel uitkan. Maarten van Houte: “Het gaat hier om een gigantische operatie, waar iedereen door getroffen wordt. Is dat wel proportioneel?” 

Scepsis over interdisciplinariteit
Andere raadsleden uitten vooral hun scepsis over de tendens naar meer interdisciplinariteit. Zitten studenten daar wel op de wachten? Het aantal studenten van bestaande interdisciplinaire studies Liberal Arts & Sciences en Taal & Cultuur Studies groeit op dit moment niet. Zullen studenten die hun eigen vakgebied willen uitdiepen bovendien niet naar andere universiteiten gaan? En: gaat dit niet ten koste van de kwaliteit van de opleiding? “Is die risicoanalyse ook gemaakt?”, zo vroeg de raad.

Vicedecaan Onderwijs Bert van den Brink merkte op dat de voorgestelde aanpassingen bij Geesteswetenschappen aansluiten bij het vernieuwde universitaire onderwijsmodel dat dit najaar werd vastgesteld. Daarin staat dat alle UU-studenten meer in aanraking moeten komen met interdisciplinariteit. Ook moeten studenten in hun onderwijs vaker gaan samenwerken met ‘stakeholders’ buiten de universiteit. UU-opleidingen moeten daar de komende vijf jaar aan werken. 

“Daarbij is zeker niet de bedoeling dat de kwaliteit omlaaggaat of dat we disciplines gaan uithollen”, stelt Van den Brink. Het is volgens hem ook niet zo dat al het onderwijs van de faculteit nu in brede interdisciplinaire opleidingen wordt gegoten. “Maar hoe opleidingen die gedeelde 60 studiepunten wel willen invullen, dat laten we aan de opleidingsdirecteuren. Dat hoeft ook niet per se binnen de hele faculteit op eenzelfde manier te gebeuren.”

Van de Brink ontkende niet dat medewerkers de komende jaren meer werkdruk zullen gaan ervaren. “We zullen in minder tijd meer moeten doen. We gaan samen met de onderwijsdirecteuren kritisch kijken wat er wel en vooral ook wat er niet moet gebeuren. Maar ik heb geen wonderantwoord.”

Op één punt wilde het faculteitsbestuur iets van de plannen terugnemen. In tegenstelling tot wat in het transitieplan staat, wordt het in uitzonderingsgevallen toch mogelijk voor medewerkers om zich ‘uit te kopen’ uit het onderwijs. Voor medewerkers die grote onderzoeksbeurzen binnenslepen of die leidinggeven aan een belangrijk internationaal onderzoeksproject was dat nieuwe beleid een probleem. Ook het faculteitsbestuur komt nu tot de conclusie dat dit in individuele gevallen zou kunnen leiden tot een verlies aan inkomsten en prestige, en tot hoge werkdruk bij de betrokkenen.

Rouw en verwerking
“Een faculteit in shock.” Dat was wat de Amsterdamse hoogleraar Ineke Sluiter in Utrecht aantrof, toen ze vorige maand als voorzitter van een onderzoeksvisitatie haar – overigens positieve – voorlopige bevindingen over het Utrechtse geesteswetenschappenonderzoek deelde.

Faculteitsraadsleden gaven in de vergaderingen eveneens aan dat veel medewerkers in de rouw- of verwerkingsfase zitten en nog niet toe zijn aan constructieve medewerking. En dat terwijl er toch binnen acht maanden een uitgewerkt plan moet liggen voor hoe het facultaire onderwijs eruit gaat zien. Dat gaat veel te snel, is de vrees.

Het is een beeld dat decaan Vaessens ten dele herkent, maar hij houdt zich vast aan andere signalen die hij krijgt. “Er zijn ook veel mensen die aangeven om mee te willen denken en die met alternatieven komen. Daar zullen we altijd naar luisteren. Ik heb bovendien veel vertrouwen in de opstelling van de departementshoofden.”

Adviesrecht
De faculteitsraad werkt nu aan een advies aan het faculteitsbestuur. De precieze rechten en betrokkenheid van de medezeggenschap in dit proces zijn overigens behoorlijk schimmig. Formeel is er op dit moment geen adviesrecht voor de raad op het plan. 

Daarvan is alleen sprake als het transitieplan van Geesteswetenschappen van invloed is op het strategisch plan van de universiteit dat dit voorjaar klaar moet zijn, en dan nog alleen als de raad daarvan een facultaire uitwerking krijgt. Of dat gebeurt is nog niet duidelijk.

Bovendien zitten er in het plan allerlei beslissingen die een aparte inspraakprocedure vereisen. De faculteitsraad heeft volgende maand instemmingsrecht op de begroting. Daarin zijn al enkele bezuinigingsmaatregelen zoals het opschorten van de strooitijd en het schrappen van meerdere cursussen verwerkt. Als er een officiële reorganisatie komt, dan hebben de personeelsleden adviesrecht op het reorganisatieplan en instemmingsrecht op de uitvoering daarvan.

Het sluiten van de zes opleidingen is iets wat het faculteitsbestuur bij het UU-bestuur moet aanvragen. Dat zal dit voorjaar gebeuren. De faculteitsraad zal daarvoor nog om advies worden gevraagd. De universiteitsraad moet dan ook instemmen met het opheffen van de zes opleidingen. 

Advertentie