Geo’s eindelijk een gezamenlijk thuis
“Wie is er met de fiets gekomen? En wie met het openbaar vervoer?” Vice-decaan en spreekstalmeester van dienst Hans de Bresser peilt aan het begin van de openingsceremonie van het nieuwe Vening Meineszgebouw even het mobiliteitsgedrag van zijn gehoor. Dat blijkt wel snor te zitten. “Jullie zijn nu allemaal officieel vriend van deze faculteit.”
Het zoeken naar duurzame oplossingen voor de grote uitdagingen in deze wereld staat centraal binnen het onderzoek van de Utrechtse faculteit Geowetenschappen, wilde De Bresser maar benadrukken. En dat moest natuurlijk ook het nieuwe onderkomen van de faculteit uitstralen. Veel wensen waar het gaat om energievoorziening, klimaatbeheersing en materiaalgebruik zijn uitgekomen. Het kantoorpand is voorzien van het duurzaamheidscertificaat Excellent binnen de in de bouwwereld bekende BREEAM-systematiek.
Het nieuwe gebouw biedt daarnaast voor het eerst een gezamenlijk thuis voor de twee bloedgroepen binnen de faculteit: de aardwetenschappers en de sociaal geografen. Decaan Piet Hoekstra blikt tijdens een praatje vol anecdotes terug op een roerige huisvestingsgeschiedenis die eindigde in twee gescheiden leefwerelden in De Uithof, in het roodbakstenen Aardwetenschappengebouw in de Noordwesthoek en het hoge Van Unnikgebouw in het centrumgebied. Beide gebouwen voldeden niet langer. Het Aardwetenschappengebouw wordt afgebroken, het Van Unnik staat nu leeg zonder dat bekend is wat ermee moet gebeuren.
Hoekstra maakte eerder deze maand bekend de voltooiing van de nieuwbouw een mooi moment te vinden om na acht jaar als vice-decaan en decaan op te stappen. Met de bouw van het Koningsbergergebouw en de renovatie van het Minnaertgebouw waren er al eerder belangrijke stappen gezet om de onderwijsfaciliteiten voor studenten te verbeteren.
De sfeer bij de opening was sowieso opgetogen. Applaus klonk toen collegevoorzitter Anton Pijpers de aanwezigen feliciteerde met de tweede plaats in de Shanghai-ranking. Alleen Oxford scoorde beter in de categorie ‘geography’. Het gaat goed met de geofaculteit die zelfs zo snel groeit dat het nieuwe gebouw mogelijk al snel te krap zou kunnen worden, zo werd gewaarschuwd.
Voor sommigen is het alleen nog wennen aan de open werkplekken in de hoeken van de gebouwen. Die zijn bedoeld als flexplekken maar worden nog maar weinig als zodanig gebruikt. En studenten moeten zich nu beneden aan de deur melden. Maar over het algemeen lijken de meeste geo-medewerkers tevreden over hun nieuwe werkplek vlakbij belangrijke onderzoekspartners als TNO en Deltares. Het is nu bovendien ook duidelijk dat de warmte deze zomer in het gebouw vooral te wijten was aan het feit dat het klimaatbeheersingssysteem vier seizoenen nodig heeft om goed ingeregeld te raken. “Maar misschien is vergeleken met het Van Unnikgebouw alles een vooruitgang”, zo werd gegrapt.
Als officiële openingshandeling werd een plaquette onthuld, een replica van een bronzen plaat die ooit aan de Drift hing. Daar werkte de naamgever van het geogebouw Felix Vening Meinesz. De plaquette met daarop een verwijzing naar de onderzeebootexpedities die de vooraanstaande geoloog ondernam, was lange tijd onvindbaar. Hij werd teruggevonden in het universiteitsmuseum van Delft waar Vening Meinesz ook een aanstelling als bijzonder hoogleraar had. De bronzen plaat krijgt een prominente plek in het nieuwe pand naast een wereldkaart met daarop de omzwervingen van de naamgever van het gebouw.