Hoe maak je het hbo aantrekkelijk voor vwo’ers? Daar wordt over nagedacht
De commissie ‘positionering hbo’ bestaat uit acht lectoren. Onder leiding van Ron Bormans , de voorzitter van de Hogeschool Rotterdam, gaan ze nadenken over de toekomst van het hbo. In het najaar volgt een rapport met aanbevelingen.
In de aankondiging wemelt het van termen als ‘regionale spilfunctie’, ‘economische structuurversterking’, ‘maatschappelijke uitdagingen’ en ‘leefbaarheid’. Maar wat gaat de commissie precies doen?
“Wij stellen vast dat er nogal wat op de hogescholen afkomt”, zegt Bormans. “De arbeidsmarkt schreeuwt om meer mensen en vraagt ons om allerlei vernieuwingen. Tegelijkertijd staan we aan de vooravond van krimp in het hbo: er komen straks minder studenten. Wij gaan nadenken over die spanning. Kunnen wij in dit stelsel nog de dingen doen die we moeten doen?”
Universiteiten massaal
De universiteiten blijven juist groeien, voorspelt Bormans. “Aan de universiteiten zucht men hier en daar onder de massaliteit. Het hbo was altijd groter dan het wetenschappelijk onderwijs, maar dat gaat veranderen. Je kunt je afvragen of dat wenselijk is.”
Dat er minder vwo’ers dan vroeger naar het hbo gaan, is daarom iets waar de commissie over gaat nadenken. Ook in de politiek en aan de universiteiten hoor je weleens dat sommige studenten in het hbo beter af zouden zijn.
“Jongeren beslissen zelf wat ze willen studeren”, zegt Bormans, “maar de vwo’er wisten ons vroeger altijd goed te vinden en nu is dat anders. Klaarblijkelijk worden wij wat minder aantrekkelijk gevonden door de vwo’er. Dat moeten wij ons aantrekken. Een groot deel van de vwo’ers moet in het hbo een goede plek kunnen vinden.”
Waar zou die terugloop aan liggen, denkt hij? “Het heeft natuurlijk ook met de maatschappelijke waardering te maken. Ja, daar speelt het salaris ook een rol in. We hebben heus niet de pretentie dat we met deze commissie het hele probleem kunnen oplossen, maar misschien kunnen we de samenleving een spiegel voorhouden. Werkgevers moeten ook naar het loongebouw willen kijken en allerlei vanzelfsprekendheden ter discussie durven stellen. Hogescholen hebben iets te doen, maar de universiteiten, de werkgevers en de overheid ook.”
Academic drift
Wat zouden de universiteiten dan moeten doen? “Soms klinkt het verwijt dat hogescholen academic drift hebben en steeds meer op universiteiten willen lijken, maar ik zie ook het omgekeerde: vocational drift. Neem alleen al de universitaire pabo’s van de laatste jaren. Daar zouden we eens over na moeten denken: welk type opleiding hoort op welke plek in het onderwijsbestel?”
De overheid zou op haar beurt de hogescholen meer gelegenheid moeten geven om onderzoek te doen, meent Bormans. Minister Dijkgraaf is volgens hem geïnteresseerd en wil met de commissie praten.
De vorige minister, Ingrid van Engelshoven, wilde de financiering van het hoger onderwijs op de schop nemen om onder meer het krimpende hbo te steunen. Kleine hogescholen in krimpregio’s moesten misschien relatief meer geld krijgen om het aanbod van opleidingen overeind te houden. Bormans, voorzitter van een Randstadhogeschool, was destijds kritisch. Hoe is dat nu?
Waartoe op aarde?
Hij gaat geen voorstel doen voor een andere financiering van het hbo, zegt hij, maar het is ook geen taboe. “Alles zal gelegitimeerd moeten worden vanuit de vraag: wat is de maatschappelijke functie van een hogeschool? Waartoe zijn we op aarde? Het antwoord op die vraag bepaalt ook hoe je naar het onderwijs in de regio’s kijkt. En ik denk dat het hbo in sommige regio’s al vrij snel onder druk komt te staan.”