Investeringen in wetenschap en innovatie schieten omhoog
Het Rathenau Instituut brengt dinsdag zijn jaarlijkse overzicht van investeringen in wetenschap en innovatie naar buiten. Die uitgaven gaan elk jaar wel wat omhoog, stelt het onderzoeksinstituut, maar dit jaar is de stijging “opvallend sterk”.
Groeifonds
Vooral de extra investeringen die het kabinet doet via het Nationale Groeifonds tikken aan. Het stelt maximaal 6,3 miljard euro beschikbaar voor innovatieve projecten die moeten zorgen voor economische groei op de lange termijn. Ruim een half miljard gaat naar de digitalisering van het hoger onderwijs en mbo.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap trekt dit jaar ook meer geld uit voor onderzoek en ontwikkeling: dit budget van 4,4 miljard euro in 2020 stijgt met 12 procent naar 5 miljard euro in 2022. Met name de “institutionele financiering van universiteiten” neemt toe. Deze bedragen komen nog uit de Rijksbegroting 2022 die het vorige kabinet had opgesteld.
Het huidige kabinet kondigde daarbovenop nog eens extra investeringen aan in het regeerakkoord. Maar dat was voordat de oorlog in Oekraïne uitbrak, merken de onderzoekers van het Rathenau op. Het daaruit voortvloeiende miljardentekort van de overheid en de sterke inflatie kunnen nog voor een koerswijziging zorgen, waarschuwen ze. Dit maakt het volgens hen lastig om een goede inschatting te maken van aanvullende investeringen.
Ongewenste bijeffecten
De aangekondigde investeringen bieden veel kansen, maar kunnen ook “ongewenste bijeffecten” hebben, stellen de onderzoekers. Zo zijn de projecten die via het Nationaal Groeifonds worden gefinancierd meestal tijdelijk van aard. Dat kan betekenen dat de loopbanen van vaak jonge wetenschappers over een paar jaar vastlopen als er weer een einde komt aan de financiering.
De komende jaren houdt het Rathenau Instituut de vinger aan de pols. Het komt weleens voor dat er “een behoorlijk verschil” zit tussen de begroting en de daadwerkelijke uitgaven, zeggen de onderzoekers. Het is daarnaast “niet eenvoudig om dit soort grote, extra bedragen op een goede manier te besteden”.