Kamer en minister blijven botsen over diversiteitsplannen
De minister wil meer kansen bieden aan wetenschappers die vrouw zijn, een migratieachtergrond hebben of anderszins niet in het traditionele plaatje passen. Dat komt de kwaliteit van onderzoek ten goede, meent ze, maar critici betwijfelen dat.
Vorig jaar presenteerde de minister een Nationaal actieplan voor meer diversiteit, dat veel steun kreeg, onder meer van de universiteiten zelf. Maar het plan leidde tot felle discussies in de Tweede Kamer over onder meer de registratie van de migratieachtergrond van medewerkers en studenten. Sommige partijen vonden de plannen te ver gaan en de VVD was zelfs bang voor “betuttelracisme”.
Ook onder medewerkers van universiteiten groeide de weerstand zoals bij de Universiteit Utrecht die zich terugtrok als deelnemer aan de culturele barometer. Maar de minister gaf de moed niet op. In juli wees ze de critici op nieuwe Europese eisen: vanaf 2022 moeten instellingen bij het aanvragen van onderzoeksfinanciering een ‘gendergelijkheidsplan’ indienen. Om het de instellingen makkelijker te maken liet ze een ‘handreiking’ schrijven voor het maken van zo’n plan, maar die viel in Den Haag niet in goede aarde.
Naast de verplichte Europese eisen stonden daarin ook aanvullende suggesties uit het Nationale actieplan. Behalve op gender zouden de instellingen ook kunnen letten op de culturele achtergrond, sociale klasse, seksuele oriëntatie en functiebeperkingen van medewerkers en studenten.
Aanvullende eisen
VVD, SGP en CDA kwamen met kritische vragen, maar de schriftelijke antwoorden van de minister stellen Kamerlid Hatte van der Woude (VVD) niet gerust. Wat haar betreft had de minister de instellingen alleen hoeven te wijzen op de Europese minimumeisen, zegt ze desgevraagd. “Dit maakt duidelijk dat de minister er zelf voor heeft gekozen om via allerlei aanvullende aanwijzingen universiteiten in een bepaalde richting te bewegen.”
Volgens Van Engelshoven blijven de inhoud en kwaliteit van onderzoek bepalend bij het toekennen van financiering, óók als het gendergelijkheidsplan in werking treedt. Daar zou het kabinet zich bij de onderhandelingen in Europa hard voor hebben gemaakt. Het gendergelijkheidsplan moet wel aan de Europese minimumeisen voldoen, maar het wordt verder niet inhoudelijk beoordeeld.
Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. De VVD wil het politieke debat na het zomerreces heropenen.