Kamperen op het Janskerkhof voor aandacht problemen studentenhuisvesting
Je hoeft maar een Facebookpagina voor internationale studenten of een pagina voor woningzoekenden te openen en de noodkreten vliegen je om de oren. Tientallen studenten lijken met hun handen in het haar te zitten als het gaat om het veroveren van een betaalbaar en betrouwbaar plekje in Utrecht. Of überhaupt een plekje. De ene biedt autoritjes aan in ruil voor de gouden tip. Terwijl de ander waarschuwt voor een louche huisbaas met wie hij zelf in zee is gegaan. Een derde beklaagt zich ondertussen over torenhoge huurprijzen.
Op het eerste oog lijkt het vooral een concurrentiestrijd tussen de tientallen studenten die allemaal die ene gedroomde kamer willen. Toch hoeft dat niet. Sterker nog: het verenigde student Laurien Meijer met vier anderen uit de Facebookgroepen. De gedeelde frustratie van het vijftal, onder wie drie internationale studenten, besloten ze om te zetten in de beweging We Want Woonruimte.
Kamperen op het Janskerkhof
Met hun protestgroep hopen ze de woningnood onder de aandacht te brengen,onder andere bij de Universiteit Utrecht. Om op die manier verandering in de hand te werken. “Huren stijgen en sommige huurbazen vragen meer dan 400 euro voor een kamer kleiner dan 6m2”, schrijft de groep in de flyer die zij uitdeelt aan studenten. “Hostels, banken en dure kamers van lage kwaliteit zijn geen oplossing. Het kan ook anders. Betaalbare woonruimte en eerlijke huurprijzen zijn geen onredelijke eisen!”
De nieuwe groep wil haar statement kracht bij zetten door vrijdag 13 oktober te protesteren op de trappen van Janskerkhof 3. Niet een symbolische locatie beaamt Laurien desgevraagd, maar wel een centrale plek waar veel mensen langskomen. Tijdens de manifestatie, waarvoor tot nu toe ruim zeventig mensen zich hebben aangemeld en meer dan zeshonderd mensen geïnteresseerd zijn, zullen naar verwachting sprekers zijn. Maar het statement bestaat vooral uit het feit dat iedereen wordt gevraagd om zijn slaapzak mee te nemen om te kamperen voor de ingang van het gebouw. Althans voor twee uurtjes. Ze gaan niet echt de nacht voor de deur doorbrengen.
Niet eerste kampeerprotest
We Want Woonruimte is niet de eerste groep die een tentje opzet om te protesteren tegen de problemen die studenten ondervinden als zij woonruimte zoeken. Begin september zette studentenbelangenbehartiger Vidius drie tentjes neer in de Uithof om aandacht te vragen voor de problemen die internationale studenten ondervinden als zij een kamer zoeken in Utrecht. Volgens Martijn Grul, voorzitter van de organisatie, keerden vorig jaar tien internationale studenten terug naar hun thuisland omdat ze geen kamer in Utrecht konden vinden.
Ook afgelopen week benadrukte belangenbehartiger Vidius nogmaals de problemen. “De komende vijf jaar kent Utrecht een groei van 18.460 studenten. Deze ontwikkeling betekent dat het kamertekort in Utrecht groeit en de markt nog verder onder druk komt te staan. Daarnaast wordt tot 2025 een groei van 30 procent internationale studenten verwacht. Hierdoor zal de woningmarkt krapper en krapper worden. Dit kan zo niet langer, de onderwijsinstellingen en de gemeente moeten hun verantwoordelijkheid nemen en het woningtekort terugdringen.” Volgens de belangenbehartiger is er momenteel sprake van een impasse waarbij de gemeente, SSH en Universiteit Utrecht naar elkaar kijken voor de oplossing van het probleem. “Wie er iets gaat doen is niet duidelijk.”
Motie woningnood internationale studenten
SP-Kamerlid Frank Futselaar en Zihni Özdil (GroenLinks) dienden om die reden een motie in voor een nieuw actieplan studentenhuisvesting. Dat plan zou bepalen dat de minister harde afspraken moet maken met instellingen, gemeentes en woningcorporaties om schrijnende tekorten aan te pakken. Demissionair minister Bussemaker gaf woensdag aan dat zij vindt dat je van onderwijsinstellingen niet kan eisen dat zij woningcorporaties worden. Volgens haar zit de oplossing in transparante voorlichting richting internationale studenten. “Laat het studenten weten als het moeilijk wordt om iets te vinden. Dan is het hun eigen verantwoordelijkheid om eerst goed na te denken voor ze hier naartoe komen. Ook als dat betekent dat ze bijvoorbeeld beter in Twente dan in Amsterdam kunnen gaan studeren.” Bussemaker ziet wel iets in samenwerkingen tussen universiteiten, gemeentes en huisvesters.