'Komst Europese klimaatonderzoekers Copernicus zou aanwinst UU zijn'
Het Copernicus Programma is een onderzoeksprogramma van de Europese Unie dat het aardsysteem observeert. Twee onderdelen daarvan zijn de Copernicus Services die voor het aard- en klimaatobservatieprogramma data verzamelen via satellieten en onder meer weermodellen maakt. Copernicus Services wordt uitgevoerd door het “Europese KNMI””: het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (het ECMWF) in het Engelse Reading. “Vanwege Brexit vroeg het ECMWG zo’n half jaar geleden welk land in de EU Copernicus Services wil huisvesten”, zegt Wilco Hazeleger die het programma goed kent. En ja, hij wil ze graag als buurman op het Utrecht Science Park.
“Wie weer- en klimaatdata zoekt, komt hier terecht. Of het nu gaat om het KNMI, ingenieursbedrijven of maatschappelijke organisaties. Een dergelijke internationale partij met een wereldwijde uitstraling hebben we niet op het Science Park. Zo’n wereldspeler zou ons duurzaamheidsprofiel versterken. Als dat fysiek zo dichtbij zit, bevordert dat de samenwerking. We kunnen personeel uitwisselen, kennis delen en ook het onderwijs versterken. Studenten zouden er bijvoorbeeld stage kunnen lopen.”
Hazeleger bundelde de krachten met Wageningen Universiteit waarmee de klimaatwetenschappers al veel samenwerken en kreeg steun van TNO, Deltares en het KNMI. Het universiteitsbestuur deelde de wens van Hazeleger, net als de gemeente en de provincie Utrecht. “Andere universiteiten in Nederland hadden ook interesse, maar uiteindelijk koos het Rijk voor ons. Daardoor doen we nu als land een bid.” Dit voorstel moet in oktober bij het ECMWF in Engeland liggen. Maar Nederland is niet het enige land dat een zogeheten bid gaat uitbrengen, ze heeft concurrentie van nog negen andere landen.
Asset: hoe fundamenteel onderzoek zijn weg vindt naar de praktijk
Op dit moment wordt hard gewerkt aan het schrijven van het bidboek. Hierin komt te staan wat Nederland, Utrecht en het Utrecht Science Park Copernicus Services te bieden hebben. Behalve de centrale ligging ten opzicht van Brussel en Londen (wat op 70 kilometer afstand ligt van Reading), het goede digitale netwerk, de internationale omgeving (bij Copernicus Services werken mensen uit verschillende Europese landen) en het goede onderwijs is er natuurlijk het toponderzoek op het vlak van milieu, klimaat en duurzaamheid van Utrecht en Wageningen Universiteit, zegt Hazeleger. De nabijheid van verschillende andere universiteiten en kennisinstituten met topcentra waarmee Copernicus Services kan samenwerken, is ook een pluspunt. Maar het unique selling point is volgens Hazeleger hoe het Nederland lukt om klimaatkennis toe te passen.
Hij doelt hiermee op het feit dat kennispartijen, private partijen en publieke partijen die beleid moeten maken, zo samenwerken dat er resultaat te zien is van fundamenteel onderzoek. Dat is wat ons land heel interessant maakt voor Copernicus Services, zegt Hazeleger, “want zij willen dat ook. Dat is iets wat we in Nederland goed voor elkaar hebben. Het is onze grote asset.”
Miljoenen gemoeid met binnenhalen Copernicus
Of Utrecht het gaat worden, is afhankelijk van het aanbod van de concurrenten. Vijf van de tien landen die in de running zijn, hebben in het openbaar gezegd een bid te gaan doen. Naast Nederland zijn dat Duitsland, Spanje, Oostenrijk en Frankrijk. Hazeleger: “Macron heeft in de media gezegd hoe graag hij het instituut wil hebben en zegt er veel geld tegenaan te willen gooien. Frankrijk en Duitsland zijn landen die makkelijker grote bedragen kunnen beloven.” Hoeveel geld Nederland bereid is uit te trekken, blijft geheim om de concurrentie niet wijzer te maken dan nodig, zegt Hazeleger, maar de provincie trekt volgens dagblad AD 2 miljoen uit om bij te dragen aan de huisvesting van het instituut dat 25 jaar lang gratis gehuisvest wil worden. Gemeenteraadsleden van Utrecht hebben te horen gekregen dat het om miljoenen gaat (brief college van burgemeester & wethouders) maar dat het Utrecht ook 900 nieuwe banen kan opleveren.
Ook de UU zal moeten bijdragen, zegt Hazeleger, bijvoorbeeld in de vorm van huisvesting. Maar het kan ook zijn dat er nieuwe onderzoeksprogramma’s worden opgezet. “We zijn nog aan het nadenken over ons bod, maar ik kan me voorstellen dat ook wij onderzoekslijnen kunnen gaan uitzetten waaraan het Copernicus graag wil deelnemen. Dat kan bijvoorbeeld met het Ruysdael-consortium waarin Utrecht samenwerkt met verschillende Nederlandse universiteiten op het gebied van klimaatonderzoek.”
In december is duidelijk voor welk land de ECMWF heeft gekozen. “Mocht dat Utrecht zijn dan gaan de werknemers van Copernicus Services verhuizen in 2021.” Uiteindelijk gaat om het 250 medewekers, maar zij zullen niet allemaal tegelijkertijd naar Utrecht komen. “De mensen die komen zijn kenniswerkers die geen lab nodig hebben, maar computers. De eersten die komen, kunnen we wel huisvesten door te schuiven met werkplekken." Uiteindelijk zullen de dataverzamelaars een eigen pand op het Utrecht Science Park krijgen.