Kwaliteitsafspraken komen uit de snelkookpan
“Wij hebben polls op onze Facebookpagina geplaatst en zoveel mogelijk contact gezocht met opleidingscommissies”. De faculteitsraadsleden van Geesteswetenschappen begonnen dit najaar al met het inventariseren hoe studenten het liefst de kwaliteit van hun onderwijs willen verhogen, vertellen ze tijdens de bijeenkomst in de volle Belle van Zuylenzaal.
Inmiddels ligt er een uitgewerkt plan dat samen met het faculteitsbestuur is opgesteld. De faculteit wil investeren in meer begeleiding bij scripties, meer tijd voor werkgroepdocenten en twee extra studieadviseurs. Het stuk werd eind vorig jaar gemaild naar alle medewerkers van de faculteit. Vorige week vond de eerste van drie oplopen plaats waar medewerkers zich voor konden inschrijven. Tijdens een ingelaste faculteitsraadsvergadering moet er binnenkort een definitieve klap op worden gegeven.
De geesteswetenschappers lijken op deze wijze al te voldoen aan de uitgangspunten voor de besluitvorming over de middelen die zij krijgen vanuit de opbrengsten van de invoering van het leenstelsel. Bij de nieuwe ‘kwaliteitsafspraken’ die de minister met de Nederlandse universiteiten hierover wil sluiten, moeten studenten en docenten een grote stem hebben bij de besteding van de extra gelden. Universiteiten moeten straks ook aantonen dat zij hun best hebben gedaan om ‘de werkvloer’ te betrekken bij de plannen die zij indienen bij onderwijskeurmeester NVAO.
Druk op de ketel
Niet alle Utrechtse faculteiten zijn zo ver als Geesteswetenschappen. Tijdens de informatiebijeenkomst dinsdag konden daarom ervaringen, ideeën en tips worden uitgewisseld. Geen overbodige luxe, want het inspraakproces binnen de faculteiten vindt deze weken onder grote tijdsdruk plaats. De NVAO staat half mei al op de stoep. De plannen van de faculteiten moeten daarom al op 24 januari bij het universiteitsbestuur liggen, zodat die half maart een overkoepelend pakket naar de NVAO kan sturen.
Maar ook de wat afwachtende houding binnen de instelling zelf heeft er volgens sommigen aan bijgedragen dat nu haast moet worden gemaakt. Veel faculteitsraden gingen begin december pas echt aan de slag. Toen bereikten de U-raad en het universiteitsbestuur een akkoord over de precieze kaders voor de plannen die de faculteitsbesturen met hun medezeggenschap zouden mogen maken en was ook formeel duidelijk hoeveel geld er voor elke faculteit precies beschikbaar was.
“Het moet met de snelkookpan”, erkent universiteitsraadsvoorzitter Fred Toppen die de discussie tijdens de bijeenkomst in goede banen leidt. “Maar ook daar kunnen mooie ideeën uitkomen.”
Rondtocht langs studieverenigingen
Een rondgang langs de aanwezigen wijst dinsdag uit dat de snelkookpan er bij iedere faculteit weer wat anders uitziet. Zo heeft de faculteit Bètawetenschappen in allerijl een werkgroep bestaande uit leden van onderwijscommissies en faculteitsraden samengesteld. Deze week moet er een stuk klaar zijn dat al begin volgende week door de raad en het bestuur moet worden goedgekeurd.
Bij Sociale Wetenschappen heeft er een rondtocht plaatsgevonden waarbij leden van studieverenigingen naar hun voorkeuren is gevraagd. Die moeten als input gaan dienen voor de discussie in de faculteitsraad. Bij de faculteit Geowetenschappen is er deze week nog een bijeenkomst waarbij studenten kunnen reageren op stellingen die door de faculteitsraad zijn voorbereid, laat een studentraadslid weten. “De docenten erbij betrekken blijkt altijd een stuk lastiger.”
Volgens de aanwezige collegevoorzitter Anton Pijpers is er inderdaad enige haast geboden, maar hij is ook positief over het werk dat al verzet is. “Ik vraag jullie nu: kom in gesprek, organiseer het debat en beleg extra vergaderingen.”
Toch zijn er nog steeds wel wat onduidelijkheden en vragen, zo blijkt tijdens de bijeenkomst. Zo lijken sommige aanwezigen er niet van doordrongen dat de bijdragen vanuit Den Haag de komende jaren nog flink op gaan lopen en ook structureel zijn. Zij vragen zich af of investeren in nieuw personeel dan wel mogelijk is. Zij kunnen door Pijpers worden gerustgesteld.
Op voorstel van de vicedecaan Wim Kremer van Diergeneeskunde wordt tijdens de vergadering besloten om de concepten die de faculteiten opstellen voor hun plannen onderling te delen. “Om van elkaar te leren en ideeën op te doen.”
Na afloop constateert een ervaren medezeggenschapper dat er ook wat koudwatervrees is bij veel faculteitsraadsleden. Dat verklaart volgens hem dat er nog veel gepraat wordt over procedures en minder over de inhoud, over welke maatregelen het onderwijs verder kunnen helpen dus. “Raadsleden worden opeens in de rol van medebestuurder geduwd. Nu mogen zij zelf zeggen wat er moet gebeuren. Dat is even wennen. Maar ik heb er wel vertrouwen in dat het goed komt.”