Kwart masterstudenten worstelt met Engels
Veel Utrechtse masterstudenten vinden dat zij in de bachelorfase onvoldoende zijn voorbereid op het spreken en schrijven van academisch Engels. Dat blijkt uit een onderzoek van Stichting OER.
Een op de vier Utrechtse masterstudenten is er niet van overtuigd dat zijn of haar Engelse taalvaardigheid op het gebied van schrijven en spreken toereikend is. Meer dan de helft van de masterstudenten had in de bachelorfase meer begeleiding bij het Engels spreken en schrijven willen hebben.
Dit beeld komt naar voren uit een onderzoek (pdf) van Stichting OER onder 1419 masterstudenten dat woensdag werd gepresenteerd. Studenten zijn in hetzelfde onderzoek veel optimistischer over hun lees- en luistervaardigheden. Vrijwel alle studenten zeggen hier in het geheel geen problemen mee te ondervinden.
In het rapport wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten van een onderzoek naar ervaringen met Engels dat Stichting OER eerder uitvoerde onder bachelorstudenten. Deze studenten beoordeelden hun eigen Engelse taalvaardigheid destijds iets lager dan de masterstudenten nu doen.
De onderzoekers noemen het echter opvallend dat het percentage van de huidige bachelorstudenten dat extra begeleiding bij het Engels spreken en schrijven wil lager ligt dan het percentage masterstudenten dat achteraf zegt die begeleiding te hebben gemist. Onderzoekscoördinator Lisa Orvini: “Dit duidt mogelijk op een onderschatting van het belang van die vaardigheden door bachelorstudenten. In de bachelor staat schrijven minder centraal dan in de master.”
Op basis van de bevindingen van masterstudenten beveelt Stichting OER de universiteit aan om studenten in de bachelorfase meerdere malen een paper in het Engels te laten schrijven en presentaties in het Engels te laten geven. Ook een cursus wetenschappelijk Engels aan het begin van de master zou moeten worden overwogen. Orvini: “Als je bedenkt dat een deel van de masterstudenten een hele scriptie in het Engels moet afleveren, is die aandacht wel gerechtvaardigd.”
Op dit moment worden 81 van de 169 Utrechtse masteropleidingen geheel in het Engels gegeven. Van alle 9511 Utrechtse masterstudenten volgt 36,65 procent een Engelstalige master. Studenten in de geo- en bétahoek doen veel vaker een Engelstalige master dan studenten die een gamma- of alfastudie volgen.
Studenten die op dit moment al een Engelstalig masterprogramma volgen, zijn in het onderzoek positiever over het feit dat Engels als voertaal in het onderwijs wordt gebruikt dan studenten die een Nederlands programma volgen. Ook zijn studenten die veel Engelstalige hoorcolleges volgen beter te spreken over het Engels van docenten. Hetzelfde geldt voor studenten met een andere moedertaal dan Nederlands. “Je ziet hierbij ook grote verschillen tussen de verschillende wetenschappelijke disciplines”, zegt Orvini. “Wij raden de universiteit aan in haar internationaliseringsbeleid daar rekening mee te houden.”
In totaal vindt driekwart van alle ondervraagde masterstudenten de Engelse taalvaardigheid van docenten voldoende. Bachelorstudenten waren dit najaar minder positief. Slechts 55 procent was tevreden over het niveau van het Engels van docenten. De OER-onderzoekers denken dat het Engels van masterstudenten van een hoger niveau is dan van bachelorstudenten, maar het is waarschijnlijk ook zo dat in de masterfase docenten worden ingezet die het Engels beter beheersen.