Landelijke afspraken over medezeggenschap ‘niet nodig’
Veel leden van medezeggenschapsraden willen landelijke afspraken over hun vergoeding, ondersteuning en scholing, en uitbreiding van het instemmingsrecht. Maar de universiteiten en hogescholen houden de boot af.
Op de Dag van de medezeggenschap werden gisteren in Utrecht de uitkomsten van de eerste landelijke medezeggenschapsmonitor besproken. De studenten en medewerkers in het publiek zochten vooral naar oplossingen voor knelpunten, terwijl de bestuurders liever benadrukten dat de medezeggenschapscultuur veel florissanter is dan ze hadden verwacht.
Jet de Ranitz, voorzitter van Hogeschool Inholland en vicevoorzitter van de Vereniging Hogescholen, vindt niet dat er centrale of zelfs wettelijke afspraken moeten komen over de vergoeding en voorzieningen voor raadsleden. Onder andere het ISO en de Vereniging van medezeggenschapsraden van hogescholen hadden daartoe opgeroepen. De VMH wil ‘gouden standaarden’ voor de facilitering van het raadswerk. Want de instellingen zouden op dit punt nu te veel van elkaar verschillen. Maar De Ranitz wees erop dat de ene hogeschool nu eenmaal groter, en bestuurlijk complexer is dan de andere, en dat dit ook gevolgen heeft voor het raadswerk. “Vergoedingen en ondersteuning kun je daarom het beste lokaal regelen”, stelde ze.
VSNU-voorzitter Karl Dittrich viel De Ranitz bij. Volgens hem is er al veel gewonnen als raadsleden de stukken waarover ze moeten vergaderen op tijd krijgen. “Laten we liever per instelling proberen om de medezeggenschapcultuur te verbeteren.” Ook in een uitbreiding van het instemmingsrecht van de raden ziet hij voorlopig niets.
Voormalig LSVb-voorzitter Lisa Westerveld wierp tegen dat er al jaren wordt geroepen dat de medezeggenschapscultuur moet verbeteren, en dat het daarom nu tijd wordt voor betere faciliteiten en uitbreiding van rechten. “Waarom doen we daar zo moeilijk over?”
OCW-topambtenaar Ron Minnée, die de verhinderde minister Bussemaker verving, zei dat de raden de bestaande wettelijke ruimte eerst maar eens beter moeten benutten. Van hun initiatiefrecht en het recht om twee maal per jaar te overleggen met de raad van toezicht, maken de medezeggenschapsraden nu nog maar spaarzaam gebruik, ontleende hij aan de monitor. Ook het pas ingevoerde instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting zal de tijdige betrokkenheid van de raadsleden verbeteren, verwacht hij.