Maarten van Rossem wil ‘briljante stoorzenders’ in de U-raad
De oproep aan de raadsleden om zich te manifesteren als “briljante stoorzenders”, paste in de geëngageerde bijdrage van de voormalig bijzonder hoogleraar aan de bijeenkomst ‘Kritisch op de Universiteit’ over de universitaire medezeggenschap.
In het kader van de Week van de Medezeggenschap hadden de studentenraadsfracties een paneldiscussie georganiseerd met drie gemeenteraadsleden die in Utrecht hebben gestudeerd of dat nog steeds doen. Maarten van Rossem was uitgenodigd om in een ‘De Slimste Mens’-setting (compleet met interruptiebel) commentaar te leveren op wat Jony Ferket (D66), Tess Meerding (VVD), Eva Oosters (Student & Starter) en Uraadslid Vincent de Haes te melden hadden.
De organisatie had met de invitatie aan de beroemde veelprater een weloverwogen risico genomen. Maar dat pakte in de eetzaal van UB in de binnenstad goed uit, mede dankzij gespreksleider Jan van Poppel, verse UU-alumnus en freelance journalist.
Souschef
Van Rossem overvleugelde de panelleden zoals verwacht mocht worden met bozige tirades tegen het “steenkolenengels” in het onderwijs (“de meeste studenten worden op zijn best souschef van de plaatselijke plantsoenendienst in Roermond, dan hoef je echt geen Engels te kunnen spreken”) of de abominabele arbeidsrechtelijke positie van tijdelijke docenten (“die worden nu via een uitzendbureau ingehuurd om ze er na zes jaar weer uit te donderen, zonder dat er iets tegenover staat). “En daar heeft de universiteitsraad allemaal niets tegen kunnen doen.”
Maar de onomfloerse kritiek kwam de amusementswaarde ten goede en, belangrijker, leek ook enig effect te hebben. Debatten over de universitaire medezeggenschap draaien vaak cirkeltjes langs observaties als ‘weinig zichtbaar’, ‘weinig invloed’ en ‘weinig belangstelling’ en hebben daardoor vaak iets treurigs. Het is opvallend dat juist droeftoeter Van Rossem een motiverendere noot wist aan te brengen in de met zo'n vijftig aanwezigen goed gevulde zaal.
Oeverloos vergaderen
Niet dat hij erg veel op heeft met het concept medezeggenschap. Volgens hem kan de universiteit zelfs beter op zoek naar een ander systeem om studenten en medewerkers te laten meepraten. “Het probleem is dat de universiteit een bedrijfsgerichte onderneming is geworden, het is helemaal niet de bedoeling dat die democratisch gerund wordt. Leden van de U-raad beloven meer dan ze waar kunnen maken. Ik heb een fundamenteel probleem met een democratische structuur die niet democratisch is.”
Maar Van Rossem raakte desondanks gevoelige snaren. Toen hij verwijzend naar zijn eigen weinig verheffende ervaringen in de medezeggenschap vaststelde dat er binnen de universiteit slechts een “consensusspel” wordt gespeeld waarbij vooral “oeverloos vergaderd” wordt, merkte Vincent de Haes bijvoorbeeld op: “Als raadslid vergader ik zo’n 400 keer per jaar, en vaak vraag ik me daarbij af waar we het nu eigenlijk over hebben. Laat die vergaderingen echt eens ergens over gaan. Dan hebben we meer inspraak en dan is het ook voor studenten duidelijker wat we bereiken.”
Want met die zichtbaarheid van de universitaire inspraak is het niet best gesteld, vindt De Haes. En daarop kwam Van Rossem met zijn wijze raad, zijn fundamentele bezwaren tegen de universitaire medezeggenschap even vergetend: “Begin eens met uit te leggen dat je een standpunt hebt en dat het bestuur daar geen bal van aantrekt.”
Dat zou volgens Van Rossem een mooie opmaat zijn naar een rol van studenten in de raad als slimme dwarsliggers die het bestuurders moeilijk kunnen maken. Op heel veel meer kunnen raadsleden volgens hem niet hopen. Universiteiten zijn immers geen democratieën en de meeste studenten zijn geen betrokken, zich goed informerende, burgers. Laat staan dat ze interesse hebben in universiteitspolitiek. Tegen de zaal: “Ik denk dat jullie al een gps nodig hebben om Den Haag te vinden.”
In het kader van de Week van de Medezeggenschap vinden er deze week verschillende activiteiten plaats binnen de universiteit. Zo organiseert de faculteit Geesteswetenschappen donderdag een debat over mythes over geesteswetenschappers. Ook op de Facebookpagina van de Uraad is informatie te vinden.
Van links naar rechts: Jony Ferket, Tess Meerding, VIncent de Haes en Eva Oosters