Meer studenten dan verwacht: universiteiten vrezen nieuwe korting
Dit collegejaar doen 290.000 studenten een bachelor of master aan een Nederlandse universiteit, blijkt uit de voorlopige inschrijfscijfers die universiteitenkoepel VSNU dinsdag presenteerde. Dat betekent dat de zogeheten ‘referentieraming’ van het ministerie – de voorspelling van het aantal studenten – opnieuw te laag is. Het ministerie had verwacht dat er dit collegejaar 283.300 studenten aan een universiteit zouden studeren.
De overheid hield rekening met een stijging van 2 procent van het aantal wo-studenten ten opzichte van vorig collegejaar, maar de daadwerkelijke toename lijkt nu landelijk op 5 procent te liggen. Het verschil is er ondanks dat de overheid de prognose in 2017 al bijstelde; vorig jaar werd de groei op net iets meer dan 1 procent ingeschat. Bij de Universiteit Utrecht lijkt het er op dit moment op dat het studentenaantal met 2,7 procent is gestegen tot 31.638 studenten.
Vrees voor grotere tekorten in wo
Vorig jaar leidde eenzelfde onderschatting tot een gat in de begroting en uiteindelijk tot een zogeheten doelmatigheidskorting: een bezuiniging die vanaf 2021 voor alle onderwijssectoren samen 183 miljoen euro bedraagt en waaraan het hoger onderwijs en onderzoek vanaf 2021 bijna vijftig miljoen moeten bijdragen. Door de nieuwe inschattingsfout van het ministerie zullen er nog grotere tekorten ontstaan in het wetenschappelijk onderwijs, vreest de VSNU.
Voorzitter Pieter Duisenberg maakt zich zorgen, vooral gezien de hoge werkdruk aan de universiteiten: “De regering heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het wetenschappelijk onderwijs in Nederland van topniveau kan blijven en ook beantwoordt aan de maatschappelijke vraag. Dit kan alleen door fors te investeren”.
Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen groeiden hardst
In totaal begonnen er afgelopen september 8.004 nieuwe studenten aan de UU. De instroom lag daarmee 10 procent hoger dan in collegejaar 2017-2018 en zorgde dus voor een groei van de hele studentenpopulatie met 2,7 procent. Volgens woordvoerder Maarten Post zit de grootste stijging bij de faculteiten Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen. “Vooral bij de opleidingen Literatuurwetenschap, Communicatie- & Informatiewetenschappen en Media & Cultuur stijgt het aantal studenten sterk. In de masterfase is er vooral bij de faculteit Bètawetenschappen een stijging ten opzichte van 2017-2018. Alle masteropleidingen binnen die faculteit ontvangen meer studenten dan vorig jaar.”
De groei van de studentenpopulatie is landelijk voor een belangrijk deel toe te schrijven aan studenten uit het buitenland. In de bachelors steeg de instroom van internationale studenten met 22,6 procent ten opzichte van vorig collegejaar. Daardoor nam het aandeel internationale diplomastudenten landelijk toe tot 19 procent. Ook bij de UU is de toename van het aantal studenten deels te verklaren door de instroom van buitenlandse studenten, aldus Post. Dit collegejaar hebben zich 410 nieuwe internationale bachelor studenten en 886 masterstudenten ingeschreven. Daarmee komt het totaal aantal internationale studenten van de Universiteit Utrecht op 9 procent te liggen. Vorig collegejaar was dat 8 procent.
In februari worden de definitieve studentenaantallen bekendgemaakt.
Toelichting percentages in artikel. De stijging van de studentenpopulatie met 5 procent, is berekend op basis van de cijfers van de bij de veertien VSNU aangesloten universiteiten. Volgens de universiteitsvereniging waren er vorig jaar 276.713 studenten. De toename tot 290.000 studenten is dus een stijging van 4,8 procent. Het ministerie maakt in haar raming gebruik van de cijfers van een grotere groep universiteiten, zoals bijvoorbeeld die van de Theologische Universiteit Kampen. In de ogen van de overheid waren er vorig jaar 278.100 wo-studenten (zie: tabel 8 pagina 22, cijfers totaal wo + woa). Het ministerie verwacht dat dit zal toenemen tot 283.300. Dat is een toename van 1,9 procent.