Mensenrechtencollege: hand geven moet, hoofddoek dragen mag

In 2014 spanden vier studenten een zaak aan bij het College voor de rechten van de mens omdat ze zich gediscrimineerd voelden in hun zoektocht naar een stage. Drie van hen kregen gelijk.

Het College voor de Rechten van de Mens deed vorig jaar 179 keer uitspraak in uiteenlopende zaken: van discriminatie van gehandicapten in het openbaar vervoer tot zwangerschapsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Negen van die zaken gingen over stages, vier daarvan werden aangespannen door studenten van een hogeschool of universiteit. Dat blijkt uit een overzicht dat het mensenrechtencollege op verzoek heeft toegestuurd.

Eén van die zaken kreeg vorig jaar veel aandacht: een studente van een lerarenopleiding wiskunde zou stage gaan lopen op een Amsterdamse Montessorischool, maar weigerde vanwege haar geloofsovertuiging mannen een hand te geven. Daarop ging haar stage niet door. 

Discriminatie, volgens de studente. Maar van het mensenrechtercollege kreeg ze geen gelijk. Het elkaar de hand schudden is een wezenlijk onderdeel van de grondslag van Montessori- onderwijs, dus is er geen sprake van “verboden onderscheid op grond van godsdienst”. 

De drie andere stageverleners krijgen wel een tik op de vingers van het mensenrechtencollege. Zo kon een woningstichting niet bewijzen dat de hoofddoek en abaya van een studente niet hadden meegespeeld bij haar afwijzing en had de gemeente Tilburg een studente niet mogen weigeren vanwege haar hoofddoek. Een trainingsbureau ten slotte had de stagiair die collega’s liever niet wilde vertellen dat ze chronisch ziek is, de deur niet mogen wijzen. 

Het College voor de rechten van de mens doet niet alleen uitspraak in zaken waar de mensenrechten zijn geschonden, maar geeft ook advies en bemiddelt in conflicten. In 2014 ging meer dan de helft van de klachten over discriminatie op de werkvloer.

Advertentie