Nieuwe streefcijfers UU: tussen 40 en 60 procent vrouwelijke academici in 2025
Die doelstelling staat in het nieuwe Gender Equality Plan dat de periode 2021-2025 bestrijkt. Het document is gemaakt om tegemoet te komen aan de eis van de Europese Commissie: universiteiten moeten vanaf 2022 een plan voor gendergelijkheid hebben om in aanmerking te komen voor geld uit het onderzoeksfonds Horizon Europe.
Volgens het genderdiversiteitsplan moet het percentage vrouwelijke hoogleraren stijgen van 27 naar 35 procent en het aantal vrouwelijke universitair hoofddocenten van 35 naar 40 procent. Daar is inmiddels al een groei in te zien, zo blijkt uit een stuk dat in oktober 2021 naar de Universiteitsraad is gestuurd. Daarin staat dat het aantal vrouwelijke hoogleraren aan de UU inmiddels is gestegen naar 30 procent en het aantal vrouwelijke universitair hoofddocenten naar bijna 39 procent.
De universiteit wil de toename van het aantal vrouwen op deze posities overlaten aan de faculteiten. Zij moeten zelf een plan maken hoe ze de streefcijfers willen gaan bereiken en hoe ze tot die tijd de voortgang monitoren. Het universiteitsbestuur heeft wel extra eisen voor de faculteit Bètawetenschappen die geld krijgt uit de nationale sectorplannen, een programma waarin de Nederlandse overheid investeert om de onderzoekscapaciteit uit te breiden en nieuw onderzoekstalent aan te trekken. Ten minst 35 procent van de nieuw te openen posities in de vakgebieden Informatica, Natuurwetenschappen, Scheikunde en Wiskunde moeten door vrouwen worden bezet.
Genderdiversiteit en studenten en besturen
Wat de genderdiversiteit onder de studenten betreft, heeft de UU traditioneel meer vrouwelijke studenten: in 2020 was ongeveer 53 procent van de UU-studenten vrouw. Volgens het rapport wil een aantal opleidingen graag meer vrouwen aantrekken, terwijl andere juist het aantal mannen zouden willen vergroten. Daarom is het project Diversiteit: Intake & Selectie opgezet. Hierin wordt gezocht naar mogelijkheden om matching en sselectie van de bachelors en masters inclusiever te maken. Hierin formuleert elke opleiding zijn eigen doelen en plan van aanpak. In sommige gevallen resulteert het al in programmaspecifieke marketingplannen.
Als laatste wil de universiteit zorgen voor diverse faculteitsbesturen. In het nieuwe document wordt de nadruk gelegd op het eerder aangekondigde beleid dat noch het College van Bestuur, noch de faculteitsdecaan zal instemmen met een voordracht als deze niet bijdraagt aan het bereiken van een minimum van 30 procent vrouwen in het bestuur.
.