NeUUrodiversity
Nieuwe website moet kennis van docenten over neurodivergentie vergroten
“Elk jaar krijg ik te maken met studenten met verschillende leerbehoeften en ik voel me nauwelijks toegerust om met hen om te gaan Dat intrigeerde me, zeker omdat Ik hier al een tijdje lesgeef”, vertelt initiatiefnemer van de nieuwe website Ozan Ozavci, universitair hoofddocent Geschiedenis. Het project wordt gefinancierd door een subsidie van het programma Equality, Diversity & Inclusion (EDI). Het idee voor een speciale pagina ontstond tijdens een discussie die Ozavci had in de EDI-commissie van de faculteit Geesteswetenschappen.
Ozavci merkt dat het universitaire systeem in sommige opzichten verbeterd is voor neurodivergente studenten. Hij denkt dan aan het toestaan van extra tijd bij een tentamen of dat ze de toets mogen doen in een kleinere kamers waar ze zich makkelijker kunnen concentreren. Toch is nog steeds geen gecentraliseerde webpagina of tool is die docenten kunnen raadplegen om studenten met speciale behoeften te helpen.
Ozavci interviewde verschillende neurodivergente studenten en personeelsleden voor het NeUUrodiversiteitsproject. Ze voelen zich niet allemaal op hun gemak om hun neurodivergentie met de wereld te delen en sommigen gaven aan zich een last te voelen voor hun leraren en klasgenoten. Ze pleiten voor een positiever perspectief op neurodiversiteit. “Dit sluit nauw aan bij mijn filosofie over diversiteit en inclusie, namelijk om ze als positieve pluspunten te zien. Diversiteit is geen uitdaging maar een voordeel,” merkt Ozavci op.
Ongeveer één op de tien studenten heeft dyslexie, tien procent heeft een psychische aandoening, negen procent heeft ADHD en één op de honderd heeft Autisme. Neurodivergente studenten krijgen vaker negatieve feedback op hun werk dan andere studenten, ongeveer tachtig procent van de tijd. Het lezen van deze cijfers en het gegeven dat er geen gecentraliseerde faciliteit bestaat, trok mijn aandacht.”
Dankzij de beurs heeft Ozavci nu twee studenten in dienst voor een aantal maanden. Universitair docent Psychologie Mateusz Platos is een neurodiversiteitsexpert en zal samen met hem het project coördineren. Platos zal het project ook gebruiken voor zijn eigen onderzoek. “Mateusz heeft veel ervaring, omdat hij al een soortgelijk programma heeft ontwikkeld aan zijn vorige universiteit in Warschau,” zegt Ozavci.
Eenvoudig, simpel en toegankelijk
Het project wordt verdeeld in twee fasen: in de eerste fase wordt de webpagina samengesteld en willen die bekend maken aan iedereen op de universiteit, bijvoorbeeld via een workshop voor studenten, docenten en andere UU-medewerkers.
De tweede fase zal bestaan uit het creëren van referentiepunten, zoals websites die geraadpleegd kunnen worden voor meer informatie, voor het universiteitspersoneel. Ozavci weet niet zeker of hij deel zal uitmaken van de tweede fase omdat hij gelooft “dat er meer gekwalificeerde mensen zullen zijn om de vlag over te nemen”.
De studenten die betrokken zijn bij het project hebben zelf een neurodivergente achtergrond. Hun ideeën en wensen zijn belangrijk bij de samenstelling van de website. De informatie zal op een duidelijke manier worden aangeboden, zonder pop-ups of afleidingen, en de lettergrootte zal kunnen worden aangepast zodat studenten met dyslexie de tekst beter kunnen lezen. “Ons plan is om het zo duidelijk, eenvoudig en toegankelijk mogelijk te maken. Het zal geen pagina zijn waar je overweldigd wordt door informatie”.
De pagina zal basisdefinities bevatten van neurodivergentie en aangeven welke verschillende soorten functiebeperking er zijn. Ozavci: “Het zal geen website zijn die in alle behoeften voorziet, maar het is de brug waardoor studenten in staat zijn om ze aan te pakken”.
Ozavci is van mening dat, vooral in het huidige politieke klimaat, de universiteit een meer proactieve houding zou moeten aannemen om de belangen van haar studenten te beschermen in samenwerking met hen: “Naar mijn mening heeft de universiteit de plicht om haar best te doen om neurodivergente studenten de beste omstandigheden te bieden om te studeren. Er zijn zoveel beperkingen, maar daarom moeten we een gesprek aangaan en projecten zoals dit lanceren. Onze webpagina zal niet perfect zijn, maar hopelijk over een paar jaar wel beter.”