Opening academisch jaar in het teken van de kleinschalige ontmoetingen

Collegeleden (zoals hier rector Henk Kummeling) gingen in gesprek met actievoerder op het Domplein. Foto: DUB

Door de coronatijd had de opening van het academisch jaar een heel ander karakter dan voorgaande jaren. Geen traditioneel cortège met hoogleraren in toga, geen volle Domkerk met verschillende gastsprekers en geen borrel in het Pandhof, de tuin bij de Domkerk waar de bestuurders, docenten en besturen van studie- en studentenverenigingen jaarlijks met een drankje het nieuwe jaar inluiden.

Het Utrechtse bestuur koos echter ook niet voor een volledige online bijeenkomst waarin sprekers vanachter een camera de academische gemeenschap zouden toespreken. “We hebben de afgelopen maanden geleerd hoe belangrijk de community is. Het bijzondere van de universiteit is toch dat we elkaar willen ontmoeten en met elkaar van gedachten wisselen,” vertelde rector Henk Kummeling bij verschillende sessies. Daarom stond deze in het teken van ontmoeting met als thema: het hart van de universiteit.

De ontmoetingen voldeden alle aan de coronavoorschriften. Er konden bij de activiteiten maar weinig mensen aanwezig zijn. Andere belangstellenden konden de dag volgen via een livestream. Hier en daar klonk het geluid dat de universiteit  zich met het volgen van de regels het braafste jongetje van de klas toonde. Zo stonden in de enorme aula slechts 32 stoelen redelijk ver uit elkaar. 

De toegankelijkheid voor mensen buiten het Academiegebouw kwam in de ochtend in het geding toen bleek dat de livestream niet werkte. Het euvel werd voor de middagsessies verholpen en de video’s van de ochtend werden al snel online gezet.

WOinActie
Zoals de laatste jaren gebruiklijk is, grepen studenten en docenten de opening van het academisch jaar aan om actie te voeren. Dat was dit jaar niet anders. Al vroeg bivakkeerde een groep studenten op het Domplein. Ze hadden mallen en rood krijt in een spuitbus meegenomen en begonnen vanuit dit centrale punt met het aanleggen van een route rode vierkantjes richting het Utrecht Science Park. De rode vierkantjes zijn vorig jaar geïntroduceerd door actiegroep WOinActie tegen de werkdruk van docent-onderzoekers.

“We hebben deze actie in korte tijd opgezet omdat we als studenten onze steun willen uitspreken voor de docenten. Zij zetten zich enorm in en krijgen daarvoor structureel te weinig tijd. Dat is ook niet goed voor de studenten”, zei een actievoerder. Onderweg was ze regelmatig aangesproken. Regelmatig positief, maar soms ook kritisch. “Een oud-promovendus vertelde ons dat overwerk in de wetenschap er nu eenmaal bijhoort. Ik probeerde uit te leggen dat dit niet opgaat als er structureel te weinig tijd is.”

Even na één uur stond er op het Domplein een wagen van vakbond FNV en werden er broodjes uitgedeeld. Reden: een groep docenten was van de Universiteit van Amsterdam naar het Utrechtse Domplein gefietst om hun protest tegen de werkdruk kracht bij te zetten. Ze werden onthaald onder luid applaus van de aanwezige studenten. Ook het voltallige College van Bestuur kwam in toga naar buiten om de fietsers welkom te heten. “Ik deel veel van hun bezwaren”, zei collegevoorzitter Anton Pijpers. “Maar ik heb ook gezegd dat alleen maar meer geld niet de oplossing is. We zullen ook zelf moeten kijken hoe we zaken organiseren.”

Prijzenregen
Tijdens deze opening van het academisch jaar werden festiviteiten ingevoegd die eigenlijk bij de viering van de Dies gedaan zouden zijn. De Dies ging vanwege de toen net afgekondigde lockdown in maart niet door.

Het betrof de uitreiking van de docent van het jaar en het docenttalent van het jaar. Gerda Andringa, docent Liberal Arts & Sciences bij het University College Roosevelt en geschiedenisdocent Lorena de Vita, kregen hun laudatio van de jury alsnog te horen. 

Ook werden de studentenprijzen uitgereikt, zoals traditiegetrouw bij de Opening van het Academisch Jaar. De prijs voor beste verdiensten ging naar de studenten van DOMcast, een groep studenten die met een podcast de geschiedenis van de stad voor een breed publiek toegankelijk maken. De beste masterscriptie was voor Marrit Woudwijk van Liberal Arts &Sciences met een onderzoek naar het persoonlijk leed van burgers in oorlogsgebieden waar Nederlandse militairen actief zijn geweest. De aanwezige hoogleraren zaten in toga op het podium, zodat na afloop toch sprake was van een mini-cortège.

Nieuw bij de Opening van het Academisch Jaar was de uitreiking van de de Agnites Vrolikprijs. Deze prijs van 25.000 euro was voor oceanograaf Erik van Sebille. Van Sebille ontwikkelt software die oceaanstromingen modelleert en die de reis die plastic in de oceanen aflegt in kaart brengt. Hierdoor kan hij voorspellen waar plastic aan wal komt en het best op te ruimen is. De prijs is mogelijk gemaakt door een legaat van de alumna Coby van Bree en is vernoemd naar een promovendus uit 1836 die het later schopte tot minister van Financiën en de eerste voorzitter van het Universiteitsfonds was.

Eredoctoraten
Ook een inhaalslag moest gemaakt worden met de uitreiking van de eredoctoraten. Tijdens de Dies was dit niet mogelijk. De ontmoeting met de geëerde hoogleraren bleek deze dag eveneens online plaats te vinden, onder toeziend oog van veel decanen en hoogleraren in toga. De klimaatwetenschapper Valerie Masson-Delmotte kon niet vertrekken uit Parijs. Ze zat thuis achter haar bureau en toverde op mysterieuze wijze de Utrechtse kappa vanachter haar rug tevoorschijn op het juiste moment na een laudatio van erepromotor Roderik van de Wal, hoogleraar Fysische Geografie. Masson Delmotte heeft een prominente rol als onderzoeker in het wetenschappelijk adviesorgaan Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Het IPCC is toonaangevend op het kruispunt van maatschappij en wetenschap, en geeft een wetenschappelijke basis aan het wereldwijde klimaatbeleid.

Hoogleraar sociale pedagogiek Hirokazu Yoshikawa bleek de hulp van zijn partner ingeroepen te hebben bij de overhandiging van de kappa. Hij is geen onbekende in Utrecht, zo bleek in een gesprek. Enige tijd terug bezocht hij de universiteit als gastspreker. Als universiteitshoogleraar in New York doet hij onderzoek naar de effectiviteit van programma’s die te maken hebben met immigratie, vroegkinderlijke ontwikkeling en de reductie van ongelijkheid en armoede. De voormalig president Obama had hem adviseur gemaakt op het gebied van educatie. Ook heeft hij een verzoek gekregen van presidentskandidaat Joe Biden om hem te adviseren op dit terrein. Erepromotor was hoogleraar orthopedagogiek Paul Leseman.

Aandacht voor ondersteunend personeel
Een bijzondere activiteit deze middag was het onderdeel CommUUnity. Voor dit onderdeel was een selectie van zo’n dertig UU’ers uitgenodigd die zich de afgelopen maanden extra hebben ingezet om de universiteit onder de coronaregels draaiende te houden. Er waren onder meer mensen van de beveiliging, de it-diensten, dierverzorgers en onderwijsondersteuners. “Jullie zijn het weefsel van de universiteit”, zei Anton Pijpers. “Dankzij jullie hebben wij als universiteit goed kunnen blijven functioneren. Daar heb ik veel waardering voor.”  De aanwezigen kregen bloemen en mogen een keer met hun partner gaan eten in de Botanische Tuinen.

Tijdens deze sessie werd ook het nieuwe universiteitslied van Rosa Falkenburg voor het eerst live ten gehore gebracht. Twee keer zelfs, want dat hoort bij een liedjescompetitie waarbij een duidelijke winnaar is, zo vond Anton Pijpers. Na afloop bleek dat het lied bij veel mensen goed in het gehoor ligt. “Deze melodie blijft in je hoofd en je gaat het snel meezingen”, zo hoorde ik jurylid en Parnassosdirecteur Marieke van Merriënboer zeggen. Rector Henk Kummeling en initiatiefnemer van de wedstrijd, toonde zich tevreden over het resultaat. “Er was vooraf wat scepsis, maar ik vind dit een mooi lied. Het past goed bij de academische plechtigheden.” Hij hoopt nooit meer het Io Vivat te horen. Dat had eerder die middag tot zijn afschuw nog geklonken uit het orgel bij het einde van de uitreiking van de eredoctoraten.

Toetje in TivoliVredenburg
Deze uitzonderlijke opening van het academisch jaar kreeg een afsluiting in TivoliVredenburg. Feike Sijbesma, de voormalig topman van DSM, tot voor kort coronagezant van de regering en drie jaar geleden verkozen tot alumnus van het jaar, werd in de setting van een Collegetour onderworpen aan een set van vragen door Erwin Maas van Studium Generale en (alleen mannelijke) studenten. Zaal Pandora was omgetoverd in een loungeroom met sofa’s en fauteuils, waar plaats was voor zo’n dertig studenten. Zij vroegen Sijbesma hoe hij als baas van DSM de macht van de aandeelhouders had gebroken en waarom hij gekozen had voor een duurzame koers van het bedrijf.

Sijbesma vindt dat bedrijven verantwoordelijkheid hebben om naast geld verdienen ook te werken aan een betere wereld. Ook voor de universiteit ziet hij een rol in het maatschappelijk debat. De studenten hield hij voor niet te kiezen voor de studies die nu een baan opleveren. “Ik heb mij laten vertellen dat jullie over 25 jaar gaan werken in banen die nu nog niet eens bestaan.” Hij hield de studenten voor plezier te maken, hard te werken en vooral te kiezen voor die studie waar je zelf het meeste enthousiasme voor kan opbrengen.

Tenslotte eindigde deze lange opening op een manier zoals we gewend zijn van een opening van het academisch jaar: met een borrel. Niet met iedereen, maar met een select gezelschap van studenten (onder meer van de universiteitsraad en de vereniging SIB), bestuurders en medewerkers van de UU. Collegevoorzitter Anton Pijpers keek tevreden op de dag terug: “Wij wilden ontmoetingen en die zijn er geweest. We hebben deze dag aandacht gegeven aan studenten, docenten en ondersteunend personeel.” Het typeert wat het bestuur het komend academisch jaar wil: online waar nodig, echt contact waar daar ruimte voor is.

Advertentie