Oud-U-raadsvoorzitter Matthias Jorissen op werkplek overleden

Matthias Jorissen als voorzitter van de Universiteitsraad in november 2006, foto archief DUB

Matthias Jorissen is donderdag op zijn werkplek in het tijdelijk onderkomen van de faculteit aan de Newtonlaan overleden. Binnen de faculteit en in kringen van de U-Raad is geschokt gereageerd op zijn dood.

Jorissen was al sinds 1983 verbonden aan de Universiteit Utrecht. Eerst als student Economische en Sociale Geschiedenis en daarna als beleidsmedewerker. Hij was binnen een groot deel van de UU vooral bekend als medezeggenschapper.

Als student zat hij al in de Universiteitsraad en in 2001 nam hij plaats in de U-raad als medewerker. Van 2006 tot 2011 was hij voorzitter van deze medezeggenschapsraad waardoor hij een neutrale positie kreeg.

Aan het einde van deze rit zei hij in een interview met DUB dat hoewel de bevoegdheden van de raad in de jaren 90 door de invoering van de MUB sterk werden ingeperkt, hij de raadsleden probeerde duidelijk te maken welke mogelijkheden ze nog wel hadden. “Ik denk dat ik me activistischer heb opgesteld dan van een raadsvoorzitter verwacht hoeft te worden. Mijn beleid is daarom altijd geweest: kijk binnen de smalle marges die er zijn of je de zaak kunt bijsturen zodat het resultaat in ieder geval acceptabeler wordt. En nogmaals, ik vind dat we daar de laatste tijd heel goed in slagen.”

In eerste reactie zegt de faculteit een zeer bevlogen collega te gaan missen. Collega’s herinneren hem als vrolijk, vriendelijk en aimabel. Hij was heel betrokken bij de faculteit, onder meer als lid van de faculteitsraad. Nog op woensdagavond was hij aanwezig bij de ondertekening van het contract tussen de universiteit en InclUUsion waar hij foto's maakte die later op DUB gepubliceerd zouden worden.

In een in memoriam van de U-raad wordt Jorissen een politiek dier genoemd. Hij was een medezeggenschapper die zich “bij uitstek beijverde een brug te slaan tussen zowel studenten en medewerkers binnen de raad als tussen raad en College van Bestuur. Met name studenten koesterde hij, jutte hij op en nam hij bij de hand om ze over hun schroom heen te helpen het college stevig tegenspel te bieden als zaken onduidelijk waren of hen niet zinden. Hoewel hij de raad vaak uitdaagde scherp aan de wind te zeilen, leidde dat zelden tot grote problemen. Mede omdat hij met zijn persoonlijke charme, volstrekt gebrek aan ego (“u hoort mij weer lispelen”), een kwinkslag en zijn soms morbide humor vaak de scherpe kantjes van een dreigend conflict kon afhalen.”

Matthias Jorissen laat een vrouw en twee kinderen achter. 

Advertentie