Raad van Toezicht trekt verhoging eigen beloning niet in

Een verhoging van de toelage voor de RvT past volgens studentraadsleden niet nu studenten het moeilijk hebben. Foto DUB

In een brief aan de Universiteitsraad (hier met Solis-id) laat de voorzitter van de Raad van Toezicht Joanne Kellermann weten dat het om een weloverwogen besluit gaat dat al voor het begin van de coronacrisis is genomen. De toelage voor de leden van de Utrechtse toezichthouders was al meer dan tien jaar niet verhoogd en de honorering was lager dan bij andere universiteiten.

Daarmee reageert Kellermann op een brief van studentraadsleden waarin er onder meer op gewezen werd dat toezichthouders en bestuurders een voorbeeldfunctie moeten vervullen. De studenten hebben er grote moeite mee dat de vergoeding werd verhoogd in een tijd waarin de coronacrisis ertoe leidt dat studenten het psychisch en financieel zwaar hebben en docenten structureel moeten overwerken.

De wet bepaalt dat een Raad van Toezicht de eigen toelage kan vaststellen. Dit najaar werd bekend dat Kellerman als voorzitter voortaan 24.000 euro per jaar in plaats van 15.000 euro krijgt, de vergoeding van de leden nam toe van 10.000 euro naar 16.000 euro.

Voorzitter Kellermann wijst erop dat er niet voor is gekozen om het maximumbedrag dat volgens de Wet Norming Topinkomens mogelijk is, toe te kennen. Het gaat om 80 procent daarvan. Dat geeft volgens de voorzitter aan dat de RvT-leden zich realiseren dat de toelage gefinancierd wordt uit publieke middelen. “Dit neemt niet weg dat wij van oordeel zijn dat een gepaste honorering voor de taken en verantwoordelijkheden die bij de Raad van Toezicht belegd zijn, gerechtvaardigd is.”

Advertentie