Rethink UU moet langer nadenken over brief aan universiteitsbestuur
De protestbeweging van Utrechtse docenten Rethink UU komt deze week nog niet met een open brief aan het College van Bestuur. Dat is de uitkomst van een mager bezochte tweede bijeenkomst woensdagavond.
De kritische docenten van Rethink UU namen woensdagavond nog geen besluit over de inhoud van een brief die ze naar het universiteitsbestuur willen sturen. Een van de redenen daarvoor is de teleurstellende opkomst bij de tweede vergadering van Rethink UU in de Utrechtse binnenstad. Na de massaal bezochte eerste bijeenkomst, waren er nu zo'n dertig aanwezigen. Het betrof voornamelijk studenten en jonge docenten uit de faculteit Geesteswetenschappen.
Een conceptbrief waarin het CvB wordt opgeroepen zich te scharen achter zeven actiepunten haalde het niet. Sommige aanwezigen vreesden dat de scherpe toon het universiteitsbestuur te zeer tegen de haren zou instrijken. Niet slim als je tegelijkertijd graag toezeggingen wilt en de medewerking van datzelfde College van Bestuur zoekt in de strijd tegen de onderfinanciering en het rendementsdenken vanuit Den Haag.
Daarnaast bestond de angst dat vergaande wensen, waaronder bijvoorbeeld de stopzetting van de masterherziening, veel andere UU-docenten van Rethink UU zal vervreemden. Op dit moment heeft de beweging al het probleem dat ze vooral gezien wordt als de vertegenwoordiger van alleen geesteswetenschappendocenten.
Om die reden ziet de actiegroep er ook vanaf om de hoge werkdruk binnen de faculteit Geesteswetenschappen specifiek te agenderen. Dat probleem is reëel en serieus, maar moet op een andere plek aan de orde worden gesteld, is nu het idee. “We willen voorkomen dat dit gezien gaat worden als een lokaal protest van bijna overspannen geesteswetenschappers”, zei filosoof Rutger Claassen die zich opwierp als gespreksleider.
De aanwezigen kwamen tot de slotsom dat een nieuwe brief met breder levende zorgen over het universitaire onderwijs, onderzoek en bestuur als katalysator moet gaan dienen om grotere draagkracht binnen de gehele universitaire gemeenschap te vergaren. Een werkgroep gaat in de komende week een nieuwe brief voorbereiden.
Het momentum voorbij
De vertraging leidt begrijpelijkerwijs bij sommige actievoerders tot de angst dat het momentum van de Amsterdamse acties in Utrecht verloren gaat. “Maar er is nu al iets aan het veranderen”, hield kunsthistorica en faculteitsraadlid Annemieke Hoogenboom hen voor. Hoogenboom merkt dat bestuurders zich in vergaderingen gevoelig tonen voor de argumenten en wensen van de kritische docenten.
Hoogleraar ethiek Marcus Düwell hoopt op een dergelijke omslag. Juist de meegaande houding van departementen en faculteiten heeft er volgens hem de afgelopen jaren aan bijgedragen dat het topdown besturen is toegenomen. “Iedereen denkt bij elke beslissing van bovenaf: dat moeten we gewoon doen. Volgens mij is het heel belangrijk dat er een echte discussiecultuur binnen de universiteit komt.”
“Klaarblijkelijk voelen de facultaire bestuurders zich nu al door ons gevoed”, concludeerde één van de andere aanwezigen. “Laten we er nu voor gaan zorgen dat we het College van Bestuur ook gaan voeden.”