Meer transparantie
Ruim tweehonderd leerstoelen krijgen geld van stichtingen en instanties
Als het goed is, komen universiteiten dit najaar met een landelijk register van nevenfuncties van hoogleraren. Daar heeft minister Robbert Dijkgraaf op aangedrongen na onthullingen over ‘dubbele petten’ in de wetenschap.
“We moeten gewoon een website hebben waar je kunt zien welke andere banen een hoogleraar of een onderzoeker heeft”, zei hij in november in actualiteitenprogramma Nieuwsuur.
Ook rond de financiering van leerstoelen zou meer duidelijkheid moeten komen. Een van de aanleidingen was een Leidse leerstoel die financiering van de Belastingdienst kreeg. Kon de minister een overzicht geven van leerstoelen die overheidsfinanciering krijgen buiten het ministerie van OCW om, vroeg het onafhankelijke Kamerlid Pieter Omtzigt.
Overzicht
Dat overzicht is er nu. Er staan 263 leerstoelen op, die financiering krijgen van bijvoorbeeld de Belastingdienst, Rijkswaterstaat, gemeenten en provincies, maar ook van instanties als statistiekbureau CBS, het Sociaal-Cultureel Planbureau, de Raad voor de rechtspraak en het RIVM. Verder komt er financiering van allerlei stichtingen en musea, zoals Herinneringscentrum Westerbork, het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en het Nationaal Museum van Wereldculturen.
Dit overzicht betreft nog niet de ‘bijzonder hoogleraren’, die bijvoorbeeld financiering van het bedrijfsleven krijgen. “Een overzicht per instelling van bijzonder hoogleraren en financieringsbronnen is op dit moment nog niet compleet”, staat in een brief van de universiteiten aan minister Dijkgraaf.
Het is bovendien de vraag in hoeverre die financiering per leerstoel openbaar gaat worden. “UNL onderzoekt hoe deze overzichten vanuit de UNL-site op sectorniveau toegankelijk kunnen worden gemaakt”, staat in een brief aan de minister (onze cursivering).
Fiscalisten
Wel heeft de universiteitenvereniging inmiddels een overzicht gemaakt van financiering van de leerstoelen op het gebied van belastingen. Op het lijstje staan 26 gevallen, waarvan een deel ook op de andere lijst staat. Soms betreft het financiering van promotieplaatsen.
Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam werkt bijvoorbeeld een hoogleraar Financial Accounting die volledig in dienst is van Ernst & Young Accountants en twee dagen per week aan de universiteit werkt. Tilburg University heeft leerstoelen die betaald worden door KPMG en PricewaterhouseCoopers. De leerstoel Tax & Technology komt voor rekening van de Belastingdienst en “private partijen”. Aegon financiert een leerstoel fiscaal pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Gegevens niet compleet
PvdA-minister Ronald Plasterk pleitte in 2008 als eerste bewindspersoon voor een landelijk register, maar dat kwam er niet. Wel zouden de nevenfuncties van hoogleraren voortaan openbaar worden gemaakt op de websites van de universiteiten zelf.
Vorig jaar meldde Nieuwsuur dat de registratie van bijbanen en financiering van hoogleraren nog altijd niet op orde is. Zelfs voormalige ministers met een leerstoel hadden hun gegevens niet compleet, onder wie Ronald Plasterk zelf.
Het HOP schreef in 2009 dat de registratie van nevenfuncties niet goed van de grond kwam. Drie jaar later deed de Groene Amsterdammer er onderzoek naar en bleek er nog steeds weinig verbeterd. In 2013 zag toenmalig minister Jet Bussemaker het probleem niet. Ze weigerde een landelijk register in te stellen en relativeerde de kwestie.
Dus was het wachten tot er nieuwe kwesties zouden opduiken. In oktober 2021 schreven de Volkskrant en Folia artikelen over de dubbele petten van hoogleraren belastingrecht en fiscale economie.
Privacy
Vorig jaar reageerde voorzitter Pieter Duisenberg (Universiteiten van Nederland) ondubbelzinnig: “Dit kan niet. Hier moeten we wat aan doen. Transparantie is de hoeksteen. Dus als je je expertise inzet, moet iedereen af kunnen wegen of je afhankelijk bent.”
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want hoe zit het met de privacy van onderzoekers? Wie controleert of de gegevens compleet zijn? En wat is de sanctie als iemand vergeet om een nevenfunctie te melden? In de komende maanden moet duidelijk worden hoe het register eruit gaat zien.
De brief van de universiteiten, die Dijkgraaf met de Tweede Kamer deelt, bevestigt dat ze met het register bezig zijn. Vooruitlopend daarop gaan ze hun werknemers beter wijzen op de verplichting om nevenwerkzaamheden te melden.
Ondertussen werkt de UU aan een project om de registratie van nevenwerkzaamheden van de eigen medewerkerste verbeteren. Het doel daarvan is dat goedgekeurde nevenwerkzaamheden automatisch getoond worden op de profielpagina van de medewerker in kwestie. Daarnaast moet de UU als werkgever altijd een actueel inzicht hebben in de nevenwerkzaamheden, zeker als het gaat om hoogleraren en bijzonder hoogleraren.